What are the key characteristics of correlational designs? - Associations between scores - Associatie 2: What is the form of the association?

8 belangrijke vragen over What are the key characteristics of correlational designs? - Associations between scores - Associatie 2: What is the form of the association?

Welke 3 vormen kan een scatterplot aannemen?

1. linear relationship ( positief of negatief)

2. uncorrelated
 
3. nonlinear relationship of curvilinear distribution

Wat is het verschil tussen positieve lineaire relatie en negatieve lineaire relatie?

Bij een positieve linear relationship ('1' correlatiecoefficient)  hebben de punten dezelfde richting.
Bij een negatieve linear relationship ('-' correlatiecoefficient) hebben de punten een tegengestelde richting.
bv. hoge score tevredenheid associeert met  lage uitval op school.

Wat is een uncorrelated relationship?

Dat betekent dat de variabelen onafhankelijk van elkaar zijn. Een variabele voorspelt niets of geeft geen informatie over een mogelijke score van de andere variabele.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Wat is een nonlinear relationship of curvilinear relationship?

Dat is een U-vorm: Y-as: daling - plateau - stijging, x-as: stijgende waardes of
                                        Y-as: stijging - plateau - daling, x-as stijgend waardes

Wat kun je zeggen over Pearson correlatie coëfficiënt?

Pearson correlatie coëfficiënt (r)  is bruikbaar voor het beschrijven en meten van de associatie tussen 2 variabelen (dus 1 onhankelijke variabele of predictor en 1 afhankelijke variabele of outcome), als de associatie linear is.
Het bepaalt dus de mate waarin 2 variabelen linear samenhangen.

Wat kun je zeggen over Spearman rho (rs)?

Is een correlatie coëfficiënt voor nonlinear/curvilinear en andere types van gegevens op een categorieschaal (bv. klein, matig, groot of vmbo, mbo, hbo)
Ordinaal of nominaal niveau.

Wat kun je zeggen over Point-biserial correlation?

Gebruik je sl een variabele een continue (interval/ratio) schaal (bv. 1 -10, 10-20, 20-30) heeft en de andere schaal is categorie, dichotome schaal(bv. 1=man, 2=vrouw).
De point-biserial correlatie converteert een dichtome variabele in nummers door bv. 1 te koppelen aan man, 2 aan vrouw.

Wat kun je zeggen over Phi coëfficiënt?

Dat gebruik je om de mate en richting van associatie van 2 dichotome variabelen te meten (bv. geslacht (1=man, 2= vrouw) en druggebruik (1=ja, 2= nee).
De onderzoeker converteert beide dichotome variabelen in numerieke waardes door de phi coëfficiënt.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo