De theorie van zelforganisatie - Hoe ontstaan patronen?
4 belangrijke vragen over De theorie van zelforganisatie - Hoe ontstaan patronen?
Hoe is het idee van zelforganisatie ontstaan? Wat is een klassiek voorbeeld?
Een klassiek voorbeeld van zelforganisatie is de Rayleigh-Bénard-cel, een ontdekking die in 1901 werd gedaan door de Franse fysicus Bérnard in zijn studie naar het gedrag van vloeistoffen (water koken).
In de jaren 60 en 70 zijn theorieën ontwikkeld waarmee zulke zelforganiserende processen begrepen kunnen worden. Hoe is de ontwikkeling van zelf-organisatie?
Een decennium later ontwikkelden Haken en Prigogine de eerste wiskundige theorieën van zelforganisatie. De wet van thermodynamica (entropie zal met de tijd toenemen) steunden zij, maar alleen voor gesloten systemen. Bij open systemen kunnen wel degelijk patronen ontstaan stelden zij.
Wat probeert de theorie van zelforganisatie te begrijpen? Waarvan neemt het afstand?
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Wat stelt de theorie van zelforganisatie? En waarvan bevat het sporen?
De theorie van zelforganisatie stelt dat er door de interactie van elementen patronen ontstaan op een globaal niveau die niet begrepen kunnen worden op het niveau van elementen. De studie van het geheel werd dus als zeer belangrijk beschouwd.
De theorie bevat dus sporen van de romantiek.
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden