De theorie van zelforganisatie - Hoe ontstaan patronen?

4 belangrijke vragen over De theorie van zelforganisatie - Hoe ontstaan patronen?

Hoe is het idee van zelforganisatie ontstaan? Wat is een klassiek voorbeeld?

In de eerste helft van de 20e eeuw bleek in toenemende mate dat materie wel degelijk zichzelf kan organiseren, dat patronen kunnen ontstaan enkel en alleen uit de interactie van elementen. Er is geen sturende eenheid nodig.

Een klassiek voorbeeld van zelforganisatie is de Rayleigh-Bénard-cel, een ontdekking die in 1901 werd gedaan door de Franse fysicus Bérnard in zijn studie naar het gedrag van vloeistoffen (water koken).

In de jaren 60 en 70 zijn theorieën ontwikkeld waarmee zulke zelforganiserende processen begrepen kunnen worden. Hoe is de ontwikkeling van zelf-organisatie?

Belangrijke eerste stap door Turing. In 1952 een artikel gepubliceerd over de scheikundige basis van de vorming van patronen in de natuur. Het ontstaan van verschillende anatomische structuren kan begrepen worden met 'well-known physical laws'.

Een decennium later ontwikkelden Haken en Prigogine de eerste wiskundige theorieën van zelforganisatie. De wet van thermodynamica (entropie zal met de tijd toenemen) steunden zij, maar alleen voor gesloten systemen. Bij open systemen kunnen wel degelijk patronen ontstaan stelden zij.

Wat probeert de theorie van zelforganisatie te begrijpen? Waarvan neemt het afstand?

De theorie van zelforganisatie probeert zowel de levenloze als levende natuur te begrijpen. Patroonformatie in open systemen is universeel en gedraagt zich altijd volgens bepaalde wetten ongeacht het systeem waarin het patroon ontstaan. Toch neemt de theorie afstand van de mechanisering.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Wat stelt de theorie van zelforganisatie? En waarvan bevat het sporen?

In de eerste plaats stelt de theorie van zelforganisatie dat systemen in de levende en levenloze natuur dynamisch zijn, ze veranderen over de tijd. Voorstanders van de theorie richten zich dus niet alleen op beweging maar ook op ontwikkeling.

De theorie van zelforganisatie stelt dat er door de interactie van elementen patronen ontstaan op een globaal niveau die niet begrepen kunnen worden op het niveau van elementen. De studie van het geheel werd dus als zeer belangrijk beschouwd.

De theorie bevat dus sporen van de romantiek.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo