Vroege Middeleeuwen I (400-750) - Ging het Romeinse rijk wel teloor? - Bestuur en rechtspraak
6 belangrijke vragen over Vroege Middeleeuwen I (400-750) - Ging het Romeinse rijk wel teloor? - Bestuur en rechtspraak
Geef een voorbeeld van discontinuïteit en continuïteit op het gebied van bestuur en rechtspraak
continuïteit: W-Europa na 476 geen keizer. Wel in Constantinopel aan hem het gezag over de westelijke rijkshelft in theorie weer toegevallen.
Machtsbasis Germaans koningschap:
- gebaseerd op succesvolle militaire leiderschap en trouw van hun volgelingen
- was blijvend en gold over een heel rijk (niet alleen in oorlogstijd)
- was in het Frankische rijk overerfbaar
Plaatselijk bestuur overleefde gedeeltelijk de machtswisselingen. In deze Romeinse steden:
- verbleef een bisschop
- werd de koning vertegenwoordigd door een graaf (comes)
- beheren koninklijke domeinen
- voorzitten belangrijke bestuurlijke en rechtsprekende vergaderingen
- innen van belastingen
- aanstellen van leger tijdens oorlog en leiden
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Belangrijkste aanpassing van de Germanen en het Romeinse rijk:
door verschriftelijking van het bestuur --> recht werd opgetekend
-Germaanse recht was eerst alleen mondeling en hing af van de afkomst van de persoon. Romeins recht: civiel recht maar bij Germaans recht: strafrecht (weergeld)
Wat verstaat men in de Germaanse rechtspraak onder personaliteitsbeginsel?
Het recht werd meer gebruikt voor het bijleggen van conflicten. De rechter (koning) trad dan op als bemiddelaar. Lukte het niet te verzoenen dan 2 procedures:
- aangeklaagde kon eed van onschuld afleggen
- godsoordeel (vuurproef, koudwaterproef & kruisproef (kerk - geen lichamelijk letstel)
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden