De vroege Romeinse geschiedenis - Staat en maatschappij in het vroegste Rome
6 belangrijke vragen over De vroege Romeinse geschiedenis - Staat en maatschappij in het vroegste Rome
Welke sociale groepen kunnen we in de vroege geschiedenis van Rome (7de en 6de eeuw v. Chr.) onderscheiden?
- Aristocratische grootgrondbezitters
- Redelijk bemiddelde boeren en kleine boeren
- Ambachtslieden
Hieruit ontstond later een globale indeling in patriciërs en plebejers.
Welke sociale groepen kunnen we onderscheiden in het oude Rome (6e en 7e eeuw v.Chr)?
2. Gezeten boerenstand
3. Kleine boeren
4. Ambachtslieden
Hoe zag de staatsvorm eruit tijdens de koningstijd?
- Monarchie o.l.v. een koning (aanvoerder leger, opperpriester en opperste rechtspraak)
- Senaat (adviesorgaan met veel macht)
- Comitia curiata (volksvergadering met klankbordfunctie)
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Wat zijn cliëntes, patriciërs en plebejers?
Patriciërs: de aristocraten die bescherming boden aan cliëntes en van een aristocratische stamboom afstammen
Plebejers: niet-patriciërs.
De koningen in het vroege Rome hadden uitstrekkend gezag (imperium). Wat hield dat in? En hoe was de staat ingericht ten tijde van deze koningen?
De koning werd bijgestaan door de Senaat en ze konden een volksvergadering bijeenroepen, de comitia curiata.
Leg uit hoe de de voorlaatste koning, Servius Tullius, de burgers indeelde op basis van vermogen en hoe het leger toen werd ingedeeld.
- Ruiterij: de rijkste burgers (alle patriciërs en enkele plebejers)
- Deze vermogensgroep noemen we Equites
- Zwaar bewapende infanterie: de gezeten boeren stand
- Laag bewapende infanterie: de lagere klassen, arme boeren
Bezitloze burgers die zelf geen wapens konden betalen, blijven buiten het leger.
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden