De literatuur van circa 1650 tot circa 1670 (13 bladzijden) - Het toneel (35 bladzijden) - De Amsterdamse schouwburg

16 belangrijke vragen over De literatuur van circa 1650 tot circa 1670 (13 bladzijden) - Het toneel (35 bladzijden) - De Amsterdamse schouwburg

Hoe ontwikkelde de Amsterdamse Schouwburg zich onder het bewind van Jan Vos?

Van 1647 tot 1667 ontwikkelde de Amsterdamse Schouwburg zich verder tot een cultuurtempel waarin spannend en oogverblindend vermaak de boventoon voerde. --> Het zien gaat voor het zeggen.

Waaruit bestond na de verbouwing (rond 1667) grotendeels het toneelaanbod in de Amsterdamse Schouwburg?

Dit bestond grotendeels uit stukken met veel actie en ingewikkelde intriges, liefst aan koninklijke hoven, waarin liefde, wraak, eer en plichtsgevoel in gepassioneerde afwisseling met elkaar streden, en waarin ook beantwoord werd aan de oude smaak voor visuele gruwelijkheden.

Welke stukken van Vondel gingen tussen 1654 en 1663 in première?

Lucifer (1654)
Jeptha (1659)
twee drama's over David en Absalom en een over Simon (1660)
Salmoneus (1657)
Batavische gebroeders (1663)
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Wat was de oorzaak van de verminderde aantrekkingskracht van Vondels tragedies?

Vondel zelf zocht de oorzaak in het beleid van Vos. Die deelde zijn stukken toe aan onbekwame acteurs, die hij ook nog eens in versleten en rommelige kostuums liet optreden.

Door wat werd de behoefte gevoed om het toneel rigoureus te zuiveren van aanstootgevende zaken die burgerlijke onrust zouden kunnen verwekken?

Deze zorg werd mede gevoed door de felle en langdurige discussie over de heilzame, dan wel funeste invloed van toneel, die door Lucifer opnieuw in Amsterdam werd gevoerd.

Waarvan was Vondel, sinds het eind van de jaren veertig, overtuigd?

Hij was ervan overtuigd dat de toneelschrijver zich moest laten leiden door de poëtica van Aristoteles (gemeengoed in Europese geleerdenkringen).

Dat eenheden van plaats en tijd gerespecteerd moesten worden, dat sprak voor zich. Het accent in het naleven van de poëtica van Aristoteles lag vooral  op de 'hooftcieraden' van de door Aristoteles beschreven dramastructuur die nu volop aandacht kreeg. Wat hielden deze 'hooftcieraden' in?

Dit waren de plotselinge omslag van het lot van de hoofdpersoon in zijn tegendeel, gekoppeld aan inzicht in de ware situatie.
De hoofdpersoon  was noch heel vroom, noch onvroom, maar zat daar tussenin.
alle gebeurtenissen moesten noodzakelijkerwijs naar de ontknoping leiden.
De tragische gebeurtenissen betroffen naaste bloedverwanten.

Welke basisgedachte werd door Aristoteles, Vondel en Heinsius (Aristoteles-interpretor) gedeeld?

Gewenning aan lijden op het toneel sterkt de mens in het gewone leven om moeilijkheden het hoofd te bieden.

Waarom mag het stuk Lucifer worden beschouwd als het meesterwerk van Vondel?

Aangrijpend is de opklimmende spanning, die opgeroepen wordt door het dilemma van de protagonist. Deze ziet zich vanuit zijn hoge positie gedwongen om zich te onderwerpen aan een volgens hem onrechtvaardig goddelijk besluit, en valt door zijn verkeerde keuze onherroepelijker dan de mens, die nog genade mag verwachten.

Waarop bleef Vondel zich tot op het laatste moment concentreren?

Tot in zijn laatste tragedie bleef hij zich concentreren op de dramatische tegenstelling tussen de situatie van de hoofdfiguren voor en na een catastrofe.

Waarom worden de hoofdpersonen uit de stukken van Vondel nooit als ondubbelzinnig slecht beschouwd?

Doordat Vondel genuanceerde aandacht besteedt aan de afwegingen en beweegredenen van zijn personages, die hij door henzelf of discussiërende tegenstanders laat beoordelen. Hierdoor kunnen de toehoorders zich gemakkelijker met hen en hun dilemma's kunnen identificeren.

Wat is het kernthema in het werk van Vondel?

Dit is de verhouding tussen God en de mens, die aan Gods rekenschap van zijn handelen moet afleggen. Schuld en schuldbesef over eigen beslissingen spelen een belangrijke rol in zijn drama's

Welke drie basistypes herkennen we in de vrouwenrollen?

Die van martelares, slachtoffer en verleidster.
Maria Stuart --> martelares
Ifis (dochter Jeptha) --> slachtoffer
Sidonia (Salomon) en grootvorstin Urania (Noah) verleiden hun echtgenoot tot overgave aan zinnelijk genot in plaats van onderwerping aan de enige en ware God.

Welke opvallende opvatting m.b.t. de vrouw als gevolg van haar zinnenlust hield Vondel er op na. (In relatie tot het stuk Adam in Ballingschap). Opvallend stuk in het boek.

Vondel hanteerde de gangbare opvatting dat de vrouw als gevolg van haar zinnenlust de slavin van de man zou worden en gestraft zou werd met barenspijn.

Hoe stond het schouwburghoofd Vos ten opzichte van het classicistische regelsysteem dat in het theater werd gehanteerd?

Vos ondergroef het autoriteitsgeloof in regels die door anderen waren geformuleerd, en hij stelde daarvoor logische redenering en ervaring in de plaats. Volgens Vos moest ook de tijd in een spel moeten samenvallen met de in de werkelijkheid verlopen tijd. Vos wilde de regels volgen die hij op grond van zijn eigen redenering en ervaring kon goedkeuren.

Waaruit bestond de tweevoudige leidraad die Vos opstelde en inging tegen de programmatische toneelwetten van Vondel?

Allereerst bestond deze uit de natuur: de aanleg van de dichter. (de eigen ervaring van de werkelijkheid).

Ten tweede was het oordeel van het publiek bepalend. Toeschouwers beoordelen een schouwspel met behulp van rede en ze wijzen af wat niet in overeenstemming is met de natuur.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo