Management - De manager als leidinggevende - Leiderschapstijlen

33 belangrijke vragen over Management - De manager als leidinggevende - Leiderschapstijlen

X theorie van leiderschap  berust zich op een aantal veronderstellingen;

De x leider is autoritair en wordt gekenmerkt door eenrichtingsverkeer. Hij gaat er vanuit dat de mens lui is, niet wil werken en niet kan denken

Welke drie leiderschapsstijlen zijn er binnen : Leiderschapsindeling op basis van inspraak en beslissingsbevoegdheid van de medewerker


1.Autoritair leiderschap: de leider neemt alle beslissingen (geen ruimte voor inspraak)
2.Democratisch leiderschap: groep neemt de beslissingen
3.Participerend leiderschap: neemt middenpositie in tussen autoritair en democratisch leiderschap

Y theorie van leiderschap berust zich op een aantal veronderstellingen;

De Y leider is democratisch en participerend. Hij heeft kenmerken het verkrijgen van inspraak, zeggenschap en mogelijkheid tot zelfontplooiing van de medewerkers. Hij gaat er vanuit dat mensen willen werken, mensen vindingrijk zijn en bereid zijn verantwoordelijkheid te dragen
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Wat zijn de kenmerken van autoritair leiderschap?

  • geen inspraak/beslissingsbevoegdheid
  • strikt hiërarchische relatie tussen manager/medewerker
  • manager heeft alleen aandacht voor de taak

Wat is leiderschapsindeling op basis van inspraak en beslissingsbevoegdheid van medwerker?


•Autoritair leiderschap leidt op korte termijn tot de hoogste prestaties bij medewerkers. Ook in crisissituaties te prefereren

•Invloed van participatief en democratisch leiderschap
–gemotiveerde en initiatiefrijke medewerkers
–zelfstandigheid van medewerkers neemt toe
–minder agressie in de organisatie
–bevordert teamwork

Bij autoritair geeft de leider bevelen, er zijn strikte hiërarchieën en er is geen ruimte voor inspraak en discussie.

Wat zijn de kenmerken van democratisch leiderschap?

  • inspraak/beslissingsbevoegdheid: groep bepaalt wat er gebeurd
  • de manager heeft meer de rol van coördinator/begeleider
  • weinig slagvaardigheid, besluiteloosheid

Omschrijf het model van Robert Blake en Jane Mouton.

Zij hebben een grid ontworpen waarmee ze tot een groot aantal verschillende leiderschapstijlen zijn gekomen.
het uitgangspunt is dat een leiderschapstijl niet eendimensionaal bekeken kan worden, zij komen tot de conclusie  dat de mate van productie of taakgerichtheid en de mate van mensgerichtheid belangrijke elementen zijn om goede resultaten te behalen.

Wat zijn de kenmerken van participerend leiderschap?

  • groep informeert/adviseert de manager
  • uiteindelijke beslissing ligt bij de manager

Wat is het leiderschapsdiagram? (blake en mouton)


•Twee dimensies van leiderschap:
1.zorg voor mensen (relatiegerichtheid)
2.zorg voor productie (taakgerichtheid)

•Vijf leiderschapsstijlen:
–stijl 1.1 (verschraald management): geringe aandacht voor mens en productie
–stijl 9.1 (taakgericht management): veel aandacht voor de productie, weinig voor de mens
–stijl 1.9 (country club management): veel aandacht voor de mens en weinig voor de productie
–stijl 5.5 (middenweg): verdeelde aandacht voor mens en productie stijl 9.9 (teammanagement): veel aandacht voor mens en productie

Noem de vijf verschillende leiderschapstijlen volgens het qa-answernotes-contentmodel van Robert Blake en Jane Mouton.

  1. 1.1 de deserteur (verschraald management) geen belangstelling voor productie, noch voor de medewerkers.
  2. 9.1 de Autocraat (taakgericht of autoritair management) zeer veel aandacht aan het product en weinig aan de mens.
  3. 1.9 de Zendeling (country club management) een geringe zorg voor de productie en een grote aandacht voor de belangen en gevoelens van medewerkers.
  4. 5.5 de comprimissenzoeker (gulden middenweg)
  5. 9.9 de doelmatige leider (team management) kenmerkend voor deze stijl is de hoge productiviteit en een goede werksfeer.

Van welke veronderstellingen gaat theorie X uit?

  • Een mens is lui en heeft een afkeer van werken
  • Een mens wil en kan niet denken
  • Een mens moet gedwongen worden tot presteren en is alleen geïnteresseerd in geld.
  • Een mens schuwt het dragen van verantwoordelijkheid en staat het liefst onder leiding.
  • Autoritair management.

Wat houdt het driedimensionaal leiderschapsmodel in van William Reddin?

William Reddin heeft een derde dimensie toegevoegd aan het model van Robert Blake en Jane Mouton.
Namelijk Effectiviteit,
de drie dimensies in het model zijn:
  1. aandacht voor de mensen
  2. aandacht voor de productie op taak
  3. effectiviteit.

Van welke veronderstellingen gaat theorie Y uit?

  • Een mens wil graag werken en vindt het even natuurlijk als ontspannen
  • Een mens is vindingrijk, creatief en heeft verbeeldingskracht
  • Een mens presteert als hij zichzelf kan ontplooien en als hij beloond wordt in immateriële waarden. Geld is niet de enige prikkel.
  • Een mens is bereid om verantwoordelijkheid te dragen.
  • Participerend of democratisch management.

Door welke criteria wordt verklaard of een medewerker taakvolwassen is?

  1. Bekwaamheid van de medewerker ( opleiding, ervaring)
  2. Bereidheid van de medewerker verantwoordelijkheid te aanvaarden (nieuwsgierigheid, zelfvertrouwen)

Welke vier verschillende leiderschapsstijlen zijn er?

  1. Leiderschap op basis van inspraak en beslissingsbevoegdheid
  2. X-Y theorie van Douglas McGregor
  3. Leiderschapsdiagram van Robert Blake en Jane Mouton
  4. Situationeel leiderschap (contingentiebenadering) Hersey en Blanchard

Wat houden de 4 niveaus van taakvolwassenheid in?

  • M1 Instrueren: •Weinig ondersteuning, Veel sturing
  • M2 Overtuigen: •Veelondersteuning, Veel sturing
  • M3: Overleggen:•Veelondersteuning, Weinig sturing
  • M4: Delegeren: •Weinigondersteuning, Weinig sturing

Over welke eigenschappen moeten managers beschikken volgens Reddin?

  • stijlbewustheid, bewust zijn van eigen manier van leiding geven
  • situationele gevoeligheid
  • stijlflexibiliteit
  • veranderingsvaardigheid

De kern van deze theorie is dat de manager zijn leiderschapstijl in overeenstemming moet brengen met de eisen die vanuit de situatie worden gesteld.

Wat houd de leiderschapsdiagram van Blake en Mouton in?

Robert Blake en Jane Mouton hebben een managarial grid ontwikkeld op basis van twee dimensies (taak- en mensgericht). Zij hebben vijf verschillende leiderschapsstijlen ontwikkeld.
  1. verschraald management (geringe aandacht voor zowel de taak als de menselijke aspecten)
  2. taakgericht of autoritair management (aandacht voor de taak, maar niet voor de mens -> X theorie)
  3. country club management (veel aandacht voor de mens, weinig voor de taak)
  4. gulden middenweg (evenwichtig verdeelde aandacht voor zowel taak als mens)
  5. teamgericht of democratisch management (teamleiderschap waarbij dmv goede sfeer en samenwerking een hoge efficiency wordt nagestreefd -> Y theorie)

Wat is M1 instrueren? (situationeel leiderschap)


· Wees duidelijk over standaards
· Geef uitgebreide uitleg
· Ontwikkel technische capaciteiten van personen
· Controleer prestaties
· Bestraf wanneer nodig
· Geef aan wat goed en wat fout is
·Ontwikkel ‘trots op prestatie’
·Wees begrijpend, maar blijf strak
·Leg de nadruk op prestaties
·Help het leerproces door interesse te tonen in leerproblemen

Hoe wordt de benadering van Paul Hersey en Kenneth Blanchard genoemd en omschrijf.

dit wordt Situationeel leiderschap genoemd. de leiderschapstijl wordt afhankelijk gesteld van de mogelijkheden van de medewerker. --> de taakvolwassenheid dit wordt verklaard in 2 criteria:  De bekwaamheid, en de bereidheid van de medewerker.

Wat hoort er bij M2 overtuigen? (situationeel leiderschap?


• Besteed tijd aan elk individu
• Beoordeel het individuele karakter
• Communiceer uitgebreid
• Ontwikkel ‘trots op organisatie’
• Stuur altijd wanneer dat nodig is
•  Bekijk prestatie volgens de standaards
•  Bestraf om de standaards te behouden
•  Beloon positief gedrag

Wat zijn de 4 varianten van Hersey en Blanchard en welke leiderschap stijl past daarbij?

  1. niet bekwaam en niet bereid (Instrueren)
  2. niet bekwaam en wel bereid (overtuigen)
  3. wel bekwaam en niet bereid (Overleggen)
  4. wel bekwaam en zelfstandig. (Delegeren)

Wat hoort er bij M3 overleggen? (situationeel leiderschap)


· Beperk sturing en controle
• Zet zelfbeoordelingssystemen op
• Help bij problemen
• Ontwikkel mensen door opdrachten te coachen
• Communiceer zoveel mogelijk
• Moedig commentaar en kritiek aan
• Overleg de doelen zonder te specificeren hoe ze worden bereikt
• Geef meer verantwoordelijkheden

Wat hoort er bij M4 delegeren? (situationeel leiderschap?


• Kom duidelijke doelen overeen
• Vermijd bemoeienis
• Geef ondersteuning als daarom gevraagd wordt
• Wees de woordvoerder van de groep als dat nodig is
• Beantwoord verzoeken serieus

Wat is het uitgangspunt bij hun model?

Dat een leiderschap niet een dimensionaal bekeken kan worden. Zij komen tot conclusie dat twee dimensies van leiderschap belangrijke elementen zijn bij het bereiken van goede resultaten, namelijk de mate van productie- of taakgerichtheid en de mate van mensgerichtheid. In hoeverre een manager zich op de productie of op mensen richt , komt in hun matrix naar voren.

Aan welke 3 factoren is leiding ontvangen afhankelijk? en welke vier leiding ontvangststijlen zijn er?


Leiding ontvangen is afhankelijk van de volgende factoren:
  1. Situatie waarbinnen lediginggegeven wordt.
  2. Taakvaardigheid van de leiding ontvangende.
  3. Relatievaardigheid van de leiding ontvangende.


De vier leiding ontvangststijlen zijn:
  1. Leergierige leidingontvangende. (Behoefte aan kennis en vaardigheden)
  2. afhakende leidingontvangende. (behoefte aan kennis en schouderklopjes)
  3. miskende leidingontvangende. (weinig behoefte aan kennis, veel aan erkenning)
  4. zelfstandige leidingontvangende. (grote bekwaamheid, groot zelfvertrouwen)

Welke managementaspecten zijn er bij de manager als coach?

  • A Manager: Dient een open communicatiestijl en aandacht voor de medewerkers te hebben.
  • B Werkgroep: Veel nadruk op functioneren van groep en samenstelling daarvan.
  • C Werkinhoud. Gat om combinatie tussen autonomie bij het uitvoeren van de werkzaamheden en managementondersteuning.
  • D Arbeidsvoorwaarden. Plezier en het vervullen van privézorgtaken zijn voor medewerkers minstens zo belangrijk als werk.

Overzicht van leiderschapsstijlen, aan de hand van welke factoren zal een leiderschapsstijl gekozen worden?

  • Bedrijfscultuur (formeel of informele verhoudingen?)
  • Bedrijfsgrootte (klein= iedereen kent en weet alles van elk)
  • Aard van het werk (routinematig of zeer afwisselend)
  • Opleidingsniveau van werknemers en leidinggevenden
  • Maatschappelijke tendensen (doorgevoerde democratie?)
  • Schaarste op de arbeidsmarkt aan bepaalde werknemers

Wat is de contingentie benadering?

Het benoemen van factoren die in elke situatie van invloed zijn op de effectiviteit van een bepaalde leiderschapsstijl. 

Wie zijn de exponenten van deze benadering?

Hersey en Blanchard, Reddin en Fiedler

Binnen een transformatiegedachte moet een leider een aantal specifieke eigenschappen bezitten. Welke zijn dat?

1. Anticiperen: een leider moet een vooruitziende blik hebben in een voortdurend veranderende omgeving.
2. Visie: de leider moet de capaciteit hebben om de mensen in een voortdurend veranderende omgeving,
3. De leider moet rekening houden met een breed scala van motieven en de leider moet deze motieven in gemeenschappelijke doelen te richten.
4. De leider moet macht delen met medewerkers in de organisatie.
5. De leider moet over veel zelfinzicht beschikken, om zowel zijn eigen doelen en behoeften te kunnen overzien, als die van zijn medewerkers.

Fiedler onderscheidt een drietal leiderschapsfuncties die van invloed zijn op het leiderschapssucces. 

1. De relatie tussen de manager en de medewerker, de leider-groep relatie.
2. De taakstructuur: de omvang en aard van de taak die de groep wordt opgedragen. ( Wat zijn de doelstellingen, Routinematig werk? )
3. De machtspositie van de manager. ( Tot hoever reiken de bevoegdheden van de manager? )

Op de twee niveaus ( bekwaamheid en bereidheid ) kan een werknemer verschillend scoren. Hersey en Blanchard onderscheiden vier niveaus van taakvolwassenheid.

1. Niet bekwaam, niet bereid
2. Niet bekwaam en wel bereid
3. Wel bereid en niet bekwaam
4. Wel bekwaam en wel bereid

Vervolgens koppelen ze aan deze vier situaties een leiderschapsstijl die gebaseerd is op het niveau van de taakvolwassenheid van de medewerker waarin de dimensies sturing (taakgericht) en ondersteuning ( relatiegericht) terug te vinden zijn.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo