Samenvatting: Eerste Wereldoorlog
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Eerste Wereldoorlog
-
0 Sarajevo 28 juni 1914
-
Wat voor funktie had Frans Ferdinand en van wie was hij familie?
Hij was kroonprins van Oostenrijk. Hij was neef van keizer Frans Jozef I van Oostenrijk -
Waarom was Frans Ferdinand niet in 1914 niet welkom in Sarajevo?
Sarajevo is een stad in Bosnie-Herzegovina en dat land was door Oostenrijk ingenomen. -
Welke nationaliteiten leefden vooral in Bosnie-Herzegovina? en welke nationaliteit had de scholier die Frans Ferdinand vermoordde?
Serven en Kroaten leefden in Bosnie-Herzegovina. Princip was een Servier. -
Waarom vermoordde Princip Frans Ferdinand?
Hij vond dat Bosnie-Herzegovina Servie toebehoorde en niet Oosterijk -
2 De industriele revolutie
-
De industrialisatie begon in Europa niet overal op het zelfde moment. Noem voor drie (groepen van) landen in welke periode de industrialisatie ongeveer begon.
Engeland 1750
Frankrijk, Duitsland en Italie 1850-1870
Nederland na 1870 -
Is in Rusland de industrialisatie relatief laat of vroeg begonnen?
Laat -
2.1 De klassenmaatchappij
-
Waarom ontstond aan het eind van de 19e eeuw het socialisme?
De industriele revolutie had tot een klassenmaatschappij geleid, waarin de klasse van de arbeiders hard moest werken maar weinig verdiende en onder slechte omstandigheden woonde en werkte. De beweging die voor de rechten van de arbeiders opkwam werd het socialisme genoemd. -
Noem 2 namen van bekende socialisten en de punten waarin hun ideeen verschilden?
1) Louis Blanc. Wilde door een andere organisatie van de productie tot een eerlijkere verdeling van de welvaart over de klassen komen. Hij wilde de heilstaat via geleidelijke en democratische weg bereiken (sociaal-democraat)
2) Karl Marx. Wilde dat het prive bezit werd afgeschaft en de heilstaat door een revolutie werd bereikt. De dictatuur van het proletariaat zou hiervoor zorgen (communist). Hij noemde de sociaal democraten utopisten. -
Met welke 2 Franse termen werden de gevoelens die aan het eind van de 19e eeuw onder de verschillende klassen in de maatschappij leefden aangeven? Noem verder de gevoelens die erbij horen en welke groepen in de bevolking het betrof
1) La Belle Epoque: optimisme bij de rijke ondernemers
2) Fin de Siecle gevoel: pessimisme bij kleine boeren, middenstanders en fabrieksarbeiders. -
2.2 Het moderne imperialisme
Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2.2
Laat hier meer flashcards zien -
Noem 2 redenen voor het modern imperialisme.
1) om het afzetgebied voor de producten die de geindustriaarde staten in Europa produceerden te vegroten
2) om aan genoeg goedkope grondstoffen en energie te komen om de fabrieken in eigen land te kunnen laten draaien.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden