EHealth: een gezondheidspsychologisch perspectief

183 belangrijke vragen over EHealth: een gezondheidspsychologisch perspectief

Hoeveel raadplegen volgens NIVEL en Nictiz het internet?

66 %

Dr. Lies van Gennip, directeur van Nictiz vat samen:

  • als het gaat om het gebruik van eHealth is Nederland een eind op weg in vergelijking met het buitenland
  • zo lopen we echt voorop als het gaat om de automatiseringsgraad van huisartsen
  • tegelijkertijd is Nederland nog een lappendeken van kleinschalige eHealth-experimenten en worden lang niet alle mogelijkheden al op grote schaal gebruikt
  • eHealth biedt niet alleen kansen om problemen in de zorg het hoofd te bieden, maar stelt ons ook in staat om Nederland innovatief te onderscheiden

Wat voegt Prof. dr. ir. Roland Friele, adjunct-directeur van het NIVEL daaraan toe?

  • veel betrokkenen zijn terughoudend als het gaat om doelmatigheidswinsten, zeker op de korte termijn
  • sommigen verwachten zelfs dat kosten van het gebruik van eHealth-toepassingen in eerste instantie zullen toenemen
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Waar geeft de jaarlijkse eHealth-monitor inzicht in?

De jaarlijkse eHealth-monitor geeft inzicht in de ontwikkeling en gebruik van ICT om gezondheid en de gezondheidszorg te ondersteunen en verbeteren.
  • deze onafhankelijke informatie is bestemd voor politiek, beleidsmakers en beslissers in de Nederlandse gezondheidszorg

Hoeveel wordt er gebruikgemaakt van eHealth-interventies?
(gegevens van de landelijke eHealth-monitor, die in 2013 van start is gegaan)

  • het gebruik van eHealth-interventies is afhankelijk van het type interventie
  • informatieverschaffing via internet wordt het meest gebruikt
  • van de Nederlanders zoekt 66 % informatie over zijn ziekte of behandeling op internet
  • veel minder mensen gebruiken vormen van eHealth voor online contact met hun zorgverlener
  • zo maakte bijv. slechts 2 % van de mensen die een huisarts bezochten daarvoor via het internet een afspraak
  • patiënten zijn beperkt op de hoogte van de mogelijkheden die artsen aanbieden voor online communicatie

Waar zijn de termen 'evidence based medicine' en 'evidence based practice' afkomstig?

De termen 'evidence based medicine' en 'evidence based practice' zijn afkomstig uit de geneeskunde, die ook steeds meer zijn doorgedrongen naar andere disciplines van de gezondheidszorg, waaronder de gezondheidsbevordering.

  • wat er mee wordt bedoeld is dat een interventie bewezen effectief dient te zijn

Wat toetst de Stichting Quality Assurance E-health (QAEH)?

  • de Stichting Quality Assurance E-health (QAEH) toetst of organisaties aan de eisen voldoen die zijn gebaseerd op de nationale norm NEN 8028 (Medische informatica - Kwaliteitseisen telemedicine)
  • de stichting heeft als doel om middels keurmerkverlening de patiëntveiligheid en de kwaliteit van de bestaande en toekomstige eHealth-diensten te waarborgen

Voor wat staat NEN-norm?

NEN-normen staat voor Nederlandse Normen, die betrekking kunnen hebben op zeer uiteenlopende zaken, van bijv. bouwmaterialien en gebruiksvoorwerpen tot de bescherming van persoonsgegevens.

Leg uit wat wettelijk gezien overeenkomsten en verschillen zijn tussen eHealth-interventies en reguliere zorg:

  • de wet- en regelgeving beschouwt eHealth als een andere aanbiedingsvorm van gewone zorg
  • dat betekent dat de regels voor eHealth in essentie dezelfde zijn als die van de reguliere zorg
  • toch zijn er ten opzichte van reguliere interventies, een aantal aanvullende randvoorwaarden nodig voor eHealth
  • deze hebben betrekking op de gegevensvastlegging, beveiliging en het voldoen aan (wettelijke) eisen zoals een CE-markering of een NEN-norm

Welke kansen biedt het gebruik van eHealth voor de gezondheidszorg in Nederland de komende jaren?

  • bijdrage aan oplossing voor het capaciteitsprobleem in de zorg
  • bereik doelgroep: toegankelijkheid interventies, 24-uursbeschikbaarheid, anonimiteit
  • decentralisatie van de zorg: meer zorg in thuisomgeving door inzet technologie, minder (langdurige) opnames
  • flexibilisering van de zorg, en ontstaan van nieuwe zorgvormen ("twitterspreekuur")
  • verhoging regie over eigen gezondheid bij de patiënt, de autonome patiënt vraagt onder andere inzicht in eigen medische dossier, toegang tot relevante informatie, maar ook uitwisseling met sociale omgeving, en informatieuitwisseling tussen patiënten onderling via blogs, fora, social media ....

Voor bepaalde doelgroepen, die geen gebruik willen of kunnen maken van de reguliere zorg, bieden eHealth-interventies verschillende mogelijkheden.
Welke?

  • door de anonimiteit en de 24-uursbeschikbaarheid bieden (sommige) eHealth-vormen laagdrempelige informatievoorzieningen en behandelmogelijkheden waardoor een grotere groep patiënten bereikt wordt en zorg voor veel mensen toegankelijker wordt
  • aan de andere kant vormt de digitale kloof voor sommige mensen juist een beperking

Wat is E-decision aids?

Eén van de huidige ontwikkelingen is het verschijnen van E-decision aids, oftewel apps die de patiënt helpen bij het maken van behandelkeuzen.

Wat is het extramuraal monitoren van fysiologische waarden en gedrag?

Het extramuraal monitoren van fysiologische waarden en gedrag is een ontwikkeling die in de toekomst vaker zal worden toegepast, via ICT-toepassingen, waarbij de data automatisch doorgegeven worden aan behandelaar, die kan evalueren en zo nodig kan ingrijpen.

Welke gezondheidspsychologische eHealth-toepassingen zijn er?

  • online informatie
  • online zelftesten
  • sociale media
  • e-communicatie
  • online behandeling
  • online (zelfhulp)cursus
  • serious game
  • patiëntenportaal
  • internet-based interventies
  • zorg op afstand
  • videocommunicatie
  • domotica
  • robotica

Binnen de gezondheidspsychologie maken we onderscheid tussen
  • primaire preventie: het voorkomen van ziekte en/of gezondheidsproblemen
  • secundaire preventie: het vroegtijdig ontdekken van ziekten en/of gezondheidsproblemen
  • tertiaire preventie: het optimaal leren omgaan met ziekten en/of gezondheidsproblemen

Deel de gevonden eHealth-toepassingen in op basis van niveau van preventie.

Bij elk voorbeeld zijn meerdere niveaus van preventie mogelijk.

Zelfhulp:
Online informatie: symptomen googeln:
  • primaire preventie
  • secundaire preventie
  • tertiaire preventie

Online zelftests: testen op diabetes:
  • secundaire preventie 


Sociale media: YouTube-filmpjes borstonderzoek:
  • secundaire preventie


Samen met of op advies hulpverlener:
E-communicatie: huisarts beantwoordt vragen via e-mail:
  • primaire preventie
  • secundaire preventie
  • tertiaire preventie


Serious game: leren omgaan met aandoening:
  • tertiaire preventie


Patiëntenportaal: patiëntgegevens GGD inzien
  • primaire preventie
  • secundaire preventie
  • tertiaire preventie

Wat was de belangrijkste conclusie van het onderzoek naar gebruik van verschillende vormen van een diabetesinterventie?
(Lyles, C., Harris, L;, Le, T., Flowers, J., Tufano, J. et al 2011)

  • de interventie werd positief geëvalueerd
  • men was tevreden over de mogelijkheden, met name het draadloos kunnen gebruiken van de interventie
  • wel is het belangrijk dat er beter op gelet wordt dat patiënten in staat zijn om te gaan met de technologie die je aanbiedt

Kunt u een aantal voor- en nadelen noemen van gebruik van een interventie op de computer versus via een smartphone of tablet?

  • de meeste mensen beschikken over een computer, terwijl (nog) niet iedereen een smartphone heeft
  • voor gebruik op de computer moeten mensen thuis zijn, terwijl een app overal te gebruiken is
  • het scherm op een smartphone of tablet is veel kleiner dan een computer, waardoor sommige dingen lastiger te zien of uit te voeren zijn

Welke van de in de bron genoemde eHealth-toepassingen komen in het Zorg Binnen Bereik-project aan bod?

Het e-Vita platform dat gebruikt wordt in het Zorg Binnen Bereik-project bestaat uit een groot aantal verschillende eHealth-toepassingen:

  • zorg  op afstand
  • e-communicatie
  • online behandeling
  • online (zelfhulp)cursus
  • patiëntenportaal
  • domotica

Welke eHealth-interventies of draadloze technologie worden gebruikt bij primaire preventie?

  • online testen
  • serious games
  • internet-based interventies

Wat vind u als u in de wetenschappelijke literatuur als zoekterm 'eHealth' gebruikt?

  • dan zult u vooral interventies vinden binnen e-mental health.

Om literatuur te vinden over eHealth-interventies binnen primaire preventie of om de effectiviteit van eHealth-interventies voor een specifiek gedrag te selecteren zult u ook andere zoektermen moeten gebruiken.

Kunt u een opsomming geven van de belangrijkste toepassingen van eHealth-interventies binnen primaire preventie die via internet worden aangeboden?

Belangrijke toepassingen van eHealth-interventies die via internet worden aangeboden ten behoeve van primaire preventie zijn:

  • zelftests
  • online advies op maat/computer tailored interventies
  • zelfhulpprogramma's
  • serious games
  • generieke websites
  • entertainment education
  • e-learning


Vaak worden meerdere van deze toepassingen in één interventie gecombineerd.

In hoofdstuk 1 van Crutzen wordt kort een raamwerkmodel besproken dat veel wordt toegepast binnen gezondheidsbevordering om de verschillende onderdelen van een interventie te evalueren.
Welk raammodel is dit?

Een veel gebruikt raamwerk bij gezondheidsbevordering is RE-AIM (Glasgow et al., 2006)
RE-AIM staat voor
  • Reach
  • Efficacy
  • Adoption
  • Implementation
  • Maintenance 

Bestaat inzicht in het huidige aanbod?

Er bestaat geen inzicht in het huidige aanbod aan gezondheidsbevorderende interventies via het internet.

In 2005 is het rapport 'Bevordering van gezond gedrag via internet: nu en inde toekomst' gepubliceerd (De Nooij er et al., 2005).
In deze publicatie wordt een overzicht geboden van de toepassingen van gezondheidsbevorderingen via internet.

Wat leverde het scannen van databases projectfinanciers op?

Het scannen databases projectfinanciers leverde enkele nieuwe initiatieven op:

  • uit de Nooijer en anderen onderzochte databases van projectfinanciers blijkt dat er wel projecten worden ontwikkeld op het gebied van internet en gezondheidsbevordering
  • niet duidelijk is of en welke van deze projecten ook tot nieuw online gezondheidsbevorderingsaanbod leidt
  • een voorbeeld van een project dat inmiddels wel is geïmplementeerd is E-MOVO = Elektronische Monitor & Voorlichting

Wat geeft de website E-MOVO voor advies?

Via de Elektronische Monitor & Voorlichting = E-MOVO verzamelen GGD'en gegevens over scholieren en geven hen directe feedback over de eigen gezondheid en daarbij aansluitende tips en voorlichting.

De vragen gaan onder meer over
  • lichamelijke en geestelijke gezondheid
  • roken
  • alcoholgebruik
  • voeden
  • bewegen

Een jongere die teveel blijkt te drinken wordt verwezen naar betrouwbare internetsites voor meer informatie over bijv. de gezondheidsgevolgen van dit gedrag.

Is advies-op-maat een kansrijke digitale voorlichtingstechniek?

  • advies-op-maat is één van de meest veelbelovende voorlichtingstechnieken om determinanten en gedrag te beïnvloeden zonder dat face-to-face contact nodig is (De Nooijer et al., 2005)
  • uit een review blijkt dat online advies-op-maat interventies vooral effectief zijn in het beïnvloeden van voedingsgedrag en minder voor lichamelijke activiteit (Kroeze et al., 2006)

Is het te vroeg voor conclusies effectiviteit internet interventies?

  • er zijn weinig effectonderzoeken van goede kwaliteit beschikbaar
  • onderzoeken die er zijn leveren geen eenduidig bewijs van de superioriteit van internet boven de meer traditionele interventies, waarbij de doelgroep intensiever en persoonlijk contact heeft met gezondheidsbevorderaars (De Nooijer et al., 2005)
  • echter, een internetinterventie die minder effectief is dan een intensievere interventie met persoonlijk contact kan door het groter potentieel gebruik toch geschikter zijn in het bevorderen van de volksgezondheid
  • het gaat om de combinatie van effect en bereik

Hebben gedragsveranderingsinterventies potentie om effectief te zijn?

  • er zijn wel voldoende aanwijzingen dat online gedragsveranderingsinterventies te potentie hebben om effectief te zijn
  • onderzoek toont aan dat enkele interventies bij de interventiegroep tot sterkere positieve effecten leiden dan bij de controlegroep (De Nooijer et al., 2005)
  • uit overzichtstudies blijkt dat internetinterventies voor patiënten duidelijk effectief zijn in het verbeteren van kennis, eigeneffectiviteit en zelfzorg, maar weinig effect hebben op gedrag (Kirsch & Lewis, 2004)
  • de effecten voor het verbeteren van de lichaamsperceptie, de lichamelijke activiteiten van patiënten en de ervaren sociale steun waren eveneens onduidelijk (Wantland et al., 2004)

Noem de 5 algemene criteria waaraan een online eHealth-interventie volgens Ever et al., (2003) moet voldoen om effectief te kunnen zijn volgens de informatie van het Nationaal Kompas:

Een website die zich richt op het bevorderen van gezond gedrag moet voldoen aan 5 algemene criteria om effectief te kunnen zijn:

  • geven van advies
  • beoordelen/vaststellen van gedrag
  • handvatten bieden voor gedragsverandering
  • begeleiden van gedragsverandering
  • organiseren van follow-up


De door Evers en collega's (2003) genoemde criteria waaraan een eHealth-interventie moet voldoen zijn algemene voorwaarden die men goed kan gebruiken bij het ontwikkelen van een eHealth-interventie.

Uit evaluatiestudies zijn echter ook specifieke factoren af te leiden die het effect van een eHealth-interventie vergroten.

Noem 5 belangrijke factoren waarvan is aangetoond dat zij de effectiviteit van een eHealth-interventie positief beïnvloeden:


Factoren die de effectiviteit van een online interventie beïnvloeden zijn:

  • een goede theoretische onderbouwing van de beïnvloedingstechnieken
  • het gebruik van multiple gedragsbeïnvloedingstechnieken
  • het opnemen van face-to-face-elementen in de interventie
  • het inbedden van de interventie binnen bestaande structuren zoals de school of gezondheidszorg
  • het opnemen van de online interventie in een 'stepped-care model'

In een review die de resultaten van 75 verschillende computer-tailored interventies samenvatte, werd aangetoond dat deze interventies effectief zijn in het beïnvloeden van....

  • kennis
  • attitudes
  • gedragsintensies


die nodig zijn om het nieuwe, gezonde gedrag te stellen

Voor wat werd geen significant effect gevonden?

Er werd echter geen significant effect gevonden op sommige andere factoren die nodig zijn voor gedragsverandering, zoals

  • het zichzelf in staat zien om het nieuwe gedrag te stellen ('eigen-effectiviteit')

Om deze eigen-effectiviteit via computer-tailored programma's te verhogen, wordt aanbevolen om tools te integreren die vaardigheden voor zelfregulatie aanleren.

Wat toont de Helena studie aan?

  • de Helena studie toonde aan dat van jongeren niet kan verwacht worden dat ze de interventie in hun vrije tijd doornemen
  • ze haken snel af en dit is vooral zo voor de minst gemotiveerde jongeren die er objectief gezien vaak wel het meest nood aan hebben
  • ondersteuning door leerkrachten wordt hierin als zeer waardevol beschouwd om iedereen te bereiken
  • bij het verspreiden van programma's voor gezondheidspromotie via het Internet zonder verdere ondersteuning merkt men dan ook op dat het bereik van de adolescenten laag ligt

Wat wordt aanbevolen om het gebruik van computer-tailored interventies via het Internet bij adolescenten te bevorderen?

  • een duidelijke domeinnaam te kiezen
  • goed vindbaar te zijn in internetzoekmachines
  • geloofwaardig over te komen


Andere manieren die aangewend worden in computer-tailored interventies via het Internet om het gebruik de verhogen zijn:

  • steun door anderen
  • mond-aan-mond reclame
  • aantrekkelijke interface
  • hogere interactiviteit
  • gemakkelijke navigatie
  • korte duur per sessie
  • mogelijkheid tot onderbreken en verderzetten
  • de volgende modules enkel toegankelijk maken als de vorige zijn afgerond


Ook het ontlokken van een engagement om terug te keren naar de interventie en dit in een concreet plan formuleren bevordert het volgehouden gebruik.

Wat wordt verstaan onder een online advies op maat of een computer tailored advies?

  • een computer-tailored advies is een gepersonaliseerde boodschap
  • door het beantwoorden van een aantal relevante vragen, wordt er informatie over de persoon verzameld die verband houdt met de gewenste gedragsverandering
  • op basis hiervan kan aan de persoon de juiste informatie gegeven worden en kunnen de meest effectieve veranderingsstrategieën en feedback geselecteerd worden

Welke voordelen biedt computer-tailoring boven een website met generieke informatie?

  • de inhoud wordt beter gelezen,
  • beter onthouden,
  • meer besproken, en
  • het advies wordt als nuttiger beschouwd

Drinktest.nl is een voorbeeld van een advies op maat.
Beschrijf kort uit welke onderdelen de drinktest bestaat en waar de drinktest op tailort.
Zoek tevens in Appendix 2 van Crutzen (2013) in hoeverre de drinktest effectief is.

  • de drinktest bestaat uit vragenlijsten, op basis van het antwoord/score krijgt men een persoonlijk advies
  • daarbij wordt er getailord op de hoeveelheid alcohol die men per week drinkt, de intentie om minder te gaan drinken en op kennis over de effecten van alcoholgebruik
  • de drinktest krijgt beoordeling II
  • dat betekent dat de interventie waarschijnlijk effectief is

Naar welke factoren wordt er meestal gekeken bij gezondheidsbevorderende getailorde interventies?

Er wordt met name gekeken naar:
  • persoonskenmerken
  • informatiebehoefte
  • gezondheidsgedrag
  • risicofactoren
  • psychosociale kenmerken (bijv. attitude, eigen-effectiviteit, sociale norm, intentie)

Welke factoren zijn positief van invloed op de effectiviteit van een getailorde interventie?

De effectiviteit van een getailorde interventie neemt toe als:

  • de selectie van factoren waarop men wil tailoren werd gebaseerd op theorieën van gedragsverandering
  • meerdere theorieën bij tailoring worden gebruikt
  • het tailoren op theoretische, demografische, psychosociale en gedragskenmerken gebeurt
  • het gebruiken van dynamische tailoring (= iteratieve (wiederholend) assessment en feedback) wordt toegepast

Het werd duidelijk dat
  • het bereik
  • het gebruik
  • het uitvoeren van de interventie
mede bepalend zijn voor de effectiviteit van een interventie.

Op p. 9 van de whitepaper wordt een aantal maatregelen genoemd dat ervoor kan zorgen dat het bereik en het gebruik van een getailorde interventie door jongeren wordt verhoogd.


Welke maatregelen zijn dit?

Voor het vergroten van het bereik en het gebruik van een eHealth-interventie door jongeren is het belangrijk:

  • dat een eHealth-interventie wordt verspreid via bestaande netwerken (zoals via school)
  • een duidelijke domeinnaam te kiezen, goed vindbaar te zijn in internetzoekmachines en deskundig over de komen
  • dat de eHealth-interventie voldoet aan de volgende kenmerken:
  1. aantrekkelijke interface
  2. hoge interactiviteit
  3. gemakkelijke navigatie
  4. korte duur per sessie
  5. mogelijkheid te onderbreken en weer voort te gaan
  6. de volgend modules pas toegankelijk maken als de vorige zijn afgerond

Van wat wordt bij Entertainment Education (primaire preventie) gebruik gemaakt?

  • bij Entertainment Education wordt bijv. het gebruik van condooms gestimuleerd door in een soapserie een vrijscene te laten zien waarin de personages een condoom van het nachtkastje pakt
  • een andere vorm is Online Entertainment Education = dit is een vorm van eHealth dat bijv. jongeren kan aanspreken

Hoe ondersteunt ZonMw de ontwikkeling en toepassing EE voor gezond leven?

Zo is met subsidie vanuit het programma Gezond Leven van ZonMw een EE-referentiekader ontwikkeld ter ondersteuning van toekomstige samenwerking in drama- en soapseries (Bouman, 2005b) en zijn er op maat gemaakte EE onderwijsmodules ontwikkeld voor studenten media en communicatie van zes opleidingen
  • Universiteit Twente
  • Universiteit van Amsterdam
  • Universiteit Maastricht
  • Stenden University Leeuwarden
  • NSPOH
  • Media Academie

De studenten leren de theorie, onderzoek en praktijkervaring om een entertainmenteducation samenwerking in de praktijk effectief aan te gaan.

Wat is het doel van de stichting entertainment-education en Centrum Media & Gezondheid?

  • het doel van deze stichting is om door middel van verschillende activiteiten, waaronder het bieden van een platform voor samenwerkingspartners, 'een bijdrage te leveren aan prosociale gedragsverandering in de breedste zin van het woord, zowel nationaal als internationaal'
  • het Centrum Media & Gezondheid brengt door toepassing van de Entertainment-Education Strategie media-interventies tot stand die een bijdrage leveren aan de gezondheid en kwaliteit van (samen)leven
  • in 2008 is het centrum het initiatief 'Tips voor Scripts' gestart, een databank met interessante gevalsbeschrijvingen van maatschappelijke thema's die gebruikt kunnen worden in dramalijnen

Sinds 1 augustus 2008 is het niet langer toegestaan dat ministeries en overheidsorganisaties participeren in tv-programma's.
Wat betekent dit?

Dit betekent dat GBI's binnen hun landelijke leefstijlcampagnes geen coproductiesamenwerking meer mogen aangaan met omroepen, waardoor sprake is van verlies van een belangrijk communicatiemiddel.

Van wat is de effectiviteit EE afhankelijk?

  • uit onderzoek naar samenwerking rondom Nederlandse EE projecten blijkt dat de effectiviteit van voorlichting in amusementprogramma's afhankelijk is van de mate waarin sprake is van bewuste en planmatige samenwerking tussen programmamakers, scriptschrijvers en gezondheidsbevorderaars (Bouman, 2002)
  • de mate waarin de partners erin slagen om een win-win relatie op te bouwen blijkt een belangrijke voorwaarde voor succes

De meeste effectiviteit EE wordt bereikt indien..... (Bouman, 2002)

  • EE televisieprogramma's worden ontwikkeld aan de hand van gedragsveranderingstheorieën
  • ze onderdeel uit maken van een bredere communicatiestrategie of leefstijlcampagne
  • het doel en de inhoud van de boodschap, methodiek en televisiegenre vooraf helder zijn geformuleerd
  • bij de ontwikkeling een tijdspad wordt gevolgd waarbij de samenwerkingspartners voldoende ruimte hebben om elkaars ideeën en expertise te onderzoeken en in te zetten
  • de doelgroep bij de ontwikkeling en productie wordt betrokken
  • er formatief en summatief onderzoek wordt uitgevoerd

Wat wordt verstaan onder Entertainment Education (EE)?

  • Entertainment Education (EE) is een communicatiestrategie waarbij voorlichting en amusement worden geïntegreerd
  • bij EE wordt strategisch gebruikgemaakt van populaire media om gedragsverandering bij de ontvangers te bereiken bijv. op het terrein van gezondheid

Op basis van welke theorie wordt verondersteld dat EE kan leiden tot meer aandacht en attitude verandering?

Entertainment Education is onder andere gebaseerd op de sociale leertheorie van Bandura.

Er wordt van uitgegaan dat jongeren beïnvloed kunnen worden door betrouwbare en aansprekende rolmodellen die zich in gedrag en verbaal uitspreken voor gezondheidsbevordering gedrag zoals:
  • het bij je dragen van condooms
  • je laten testen op SOA
  • dragen van oorplugjes om je te beschermen tegen te harde muziek ....

Klik op de website van Sound-soap.nl en geef aan waarom dit een voorbeeld is van Entertainmen Education:
http://www.sound-soap.nl/

  • Sound een dramaserie over DJ Joy is een voorbeeld van Entertainment Education omdat het een voorbeeld is van een soap waarin voorlichting en amusement over gehoorbeschadiging (en wat je ertegen kunt doen) zijn geïntegreerd
  • ook is de website gekoppeld aan de website 'Go out, plug in' waarin jongeren meer informatie kunnen vinden over gehoorbeschadiging en bescherming

Er zijn meerdere definities van cyberpesten en de definitie staat volop ter discussie.
Welke is de meest gebruikte?

'cyberpesten is herhaaldelijk en over langere tijd negatief gedrag waarbij gebruikgemaakt wordt van elektronisch contact, met de bedoeling schade te veroorzaken bij een slachtoffer dat zich moeilijk kan verdedigen (Smith et a., 2008)'

Advies 1: Denk je sterk, voel je beter - leg uit:

In het eerste advies op maat krijgen slachtoffers meer inzicht in de 5-G's
  • gebeurtenis
  • gedachten
  • gevoelens
  • gedrag
  • gevolg
en worden slachtoffers effectievere cognitieve copingvaardigheden aangeleerd


Aan hen wordt duidelijk gemaakt hoe de cyberpesterervaring leidt tot
  • negatieve gedachten
  • gevoelens van onzekerheid
  • boosheid of agressie
  • hoe hun reactie (gedrag) weer nieuwe reacties van de pesters kan uitlokken


Het doorbreken van deze keten verhoogt het zelfvertrouwen en maakt hen mentaal sterker om het probleem zelf op een meer effectieve manier aan te pakken.

Advies 2: Stop de pestkop nu! - leg uit:

In het tweede advies op maat zien slachtoffers onder andere korte videofragmenten, waarin jongeren door voorbeeldgedrag van rolmodellen leren hoe zij effectiever op cyberpesten kunnen reageren.

Hierbij staat het vervangen van ineffectieve copingstrategieën, zoals
  • terugpesten
  • gaan huilen
  • jezelf in de put praten

worden vervangen door effectieve copingstrategieën
  • emotioneel tot rust komen
  • actief om hulp vragen bij de omstanders
  • aangeven wat je ervan vindt
  • praten met iemand die je vertrouwt 

Het ontwikkelen van de eHealth-interventie 'Online Pestkoppenstoppen' heeft in totaal ongeveer vijftien maanden geduurd.
De designstudie geeft een overzicht van het ontwikkeltraject van de eHealth-interventie: 'Online Pestkoppenstoppen'.
Daarbij werd gebruikgemaakt van intervention mapping: een methode om een interventie systematisch en theoretisch goed gefundeerd te ontwikkelen.
In elke stap moeten verschillende activiteiten uitgevoerd worden.
Benoem elke stap:

Stap 1: Needs assessment
Stap 2: Tabellen/matrices met veranderingsdoelen
Stap 3: theoretische methodieken en praktische strategieën
Stap 4: Maken van programmaonderdelen en materialen
Stap 5: Adoptie en implementatie
Stap 6: Planning van de evaluatie

Stap 2: Tabellen/matrices met veranderingsdoelen

Leg uit:

In deze stap werd het risicogedrag (bijv. ineffectieve coping ten aanzien van cyberpesten) vertaald in programmadoelen:

  • welke specifieke vaardigheden moeten de slachtoffers na het doorlopen van de interventie geleerd hebben?

Een voorbeeld was het vervangen van ineffectieve copingstrategieën in effectieve copingstrategieën.

Vervolgens werden de meest relevante en veranderbare determinanten (dit zijn de factoren die van invloed zijn op de vaardigheden) geïnventariseerd. 


Door de gedragsdoelen en determinanten te combineren werden per gedragsdoel de veranderingsdoelen geformuleerd.

Stap 3: theoretische methodieken en praktische strategieën

Leg uit:

Per veranderingsdoel werd vervolgens gezocht naar de juiste theoretische methodieken om het doel te realiseren.

En methodiek is een theoretische methode voor verandering.

In de designstudie worden verschillende methodieken beschreven, zoals

  • modeling
  • actionplanning
  • copingplanning

In deze fase worden de theoretische methodieken beschreven per veranderingsdoel en wordt eveneens aangegeven onder welke condities ze al dan niet effectief zijn.

Daarna werden ze vertaald in praktische strategieën die gebruikt konden worden in Pestkoppenstoppen.nl.

Dus praktische strategieën zijn de vertaling van theoretische methodieken in concrete toepassingen.     

Stap 4: Maken van programmaonderdelen en materialen

Leg uit

In deze stap werd verder invulling gegeven aan de drie online adviezen.

De vragenlijsten werden ontwikkeld voor het advies op maat, de verschillende adviezen werden gemaakt.

Hiervoor werden verschillende activiteiten uitgevoerd zoals:

  • ontwikkelen en maken filmpjes met rolmodellen in verschillende situaties (schoolplein, slaapkamer, enz.), schrijven van de scripts voor de acteurs, selecteren van acteurs, maken van filmopnames, enz.
  • ontwikkelen van de website (kiezen van guides, kiezen van verschillende settings (slaapkamer, klaslokaal, schoolplein), doen van stemopnames, enz.     

Stap 5: Adoptie en implementatie

Leg uit:

  • om na het ontwikkelen en evalueren van Pestkoppenstoppen.nl ervoor te zorgen dat Pestkoppenstoppen.nl online blijft (hosting van de website) en up-to-date wordt gehouden, werd bij de start van het project een linkage group samengesteld
  • in deze linkage group zaten medewerkers van het Pestweb (www.Pestweb.nl)
  • het Pestweb zal na de onderzoeksfase de hosting en het up-to-date houden voor haar rekening nemen als de effectiviteit is aangetoond

Stap 6: planning en evaluatie

Leg uit:

Het effect van Pestkoppenstoppen wordt getest middels drie groepen:

  • een experimentele groep (deze groep krijgt toegang tot Pestkoppenstoppen)
  • een wachtlijstcontrolegroep (deze groep krijgt pas na afloop van het onderzoek toegang tot Pestkoppenstoppen
  • een algemene informatiegroep (deze groep krijgt alleen toegang tot de website Pestkoppenstoppen, niet tot het online advies op maat

In totaal vinden vier metingen plaats op de effectiviteit te testen.

Praktische oefeningen zijn vertalingen van theoretische methoden.

Welke theoretische methoden zijn gebruikt voor het maken van het videofragment?

Noem de theoretische methoden en geef een korte uitleg:

De volgende theoretische methoden zijn in het videofragment terug te vinden:

  • modeling en Guide practice

Modeling
  • is een methode waarbij iemand dient als een rolmodel voor het gewenste gedrag van de doelgroep
  • de veronderstelling is dat het gedrag van het rolmodel wordt geïmiteerd en/of dat het rolmodel zorgt voor bekrachtiging van het gewenste gedrag


Guide practice:
  • vragen/laten zien van het gewenste gedrag op de plek waar het gedrag gewenst is (in dit geval op het schoolplein)

Op verschillende momenten in het ontwikkeltraject van de interventie zijn er evaluaties:
Tijdens de ontwikkeling van de interventie: de formatieve evaluatie om de interventie te verbeteren
Op het moment dat de interventie klaar is: de effectevaluatie

Benoem op basis van stap 4 (maken van programmaonderdelen en materialen) en stap 6 (planning van de evaluatie) de formatieve evaluatie:

  • Kinderen van de doelgroep zijn gevraagd om Pestkoppenstoppen.nl te doorlopen
  • vervolgens zijn er zes focusgroepen gehouden met 41 kinderen van 4 scholen
  • op basis van de feedback van deze kinderen werd de lay-out aangepast, werden bugs eruitgehaald en werd zowel de vragenlijst als de hoeveelheid inhoud van Pestkoppenstoppen.nl ingeperkt

Benoem op basis van stap 4 (maken van programmaonderdelen en materialen) en stap 6 (planning van de evaluatie) de groepen die zijn opgenomen voor het evalueren van het effect van de interventie:

Het effect van Pestkoppenstoppen wordt getest met behulp van drie groepen:

  • een experimentele groep
  • een algemene informatiegroep
  • een wachtlijstcontrolegroep 

Benoem op basis van stap 4 (maken van programmaonderdelen en materialen) en stap 6 (planning van de evaluatie) hoe lang de effectstudie in totaal duurt en hoeveel metingen er worden gedaan en wanneer deze plaatsvinden:

De effectstudie duurt in totaal één jaar.

Gedurende het jaar wordt er vier keer een effectmeting gedaan:

  • op T0 (de nulmeting)
  • op T1 voor advies 2
  • op T2 voor advies 3
  • na een half jaar na de interventie (T3)
  • de laatste langetermijnmeting vindt na één jaar plaats

eHealth-interventies worden online aangeboden.

Dit betekent echter niet dat er helemaal niets hoeft te gebeuren in de implementatiefase van Pestkoppenstoppen.nl.

Beschrijf kort middels stap 5 (de adoptie- en implementatiefase) wat er nu dient te gebeuren:

  • de hosting (online zetten/houden) van de website moet geregeld worden
  • het up to date houden van de website dient geregeld te worden
  • via sociale media, via andere websites en via de scholen dient de doelgroep geattendeerd te worden op het bestaan van Pestkoppenstoppen

Waarover hebben wij het bij secundaire preventie en aan wat kunnen wij daarbij denken?

Bij secundaire preventie denken wij aan 'opsporing en screening van ziekte'.

Hierbij kunt u denken aan het aansporen van mensen om zich te laten testen voor hiv of diabetes, of het leren herkennen van een beroerte of hartaanval.

Hoeveel mensen gebruiken online-informatievoorziening en online-voorlichting?

  • onderzoek van Van Rijen & Ottes (2006) heeft laten zien dat driekwart van de Nederlandse internetgebruikers wel eens informatie heeft opgezocht over ziekte of zorg
  • ook uit onderzoeken onder patiënten blijkt dat een aanzienlijk deel, ongeveer 50 - 65 % wel eens informatie over hun ziekte of aandoening heeft gezocht op het internet (Van de Poll-Franse & Eenbergen, 2008; Hay e.a., 2008; Van Uden e. a., 2009a)

Werkelijk stellen van diagnosen mag in Nederland alleen door professionals gebeuren.

Indien dit online gebeurt (bijv. via e-Consult) moet tevens voldaan zijn aan een aantal condities (Van Meersbergen, 2007):

  • het contact tussen hulpverlener en patiënt moet in een beveiligde omgeving plaatsvinden
  • er moet een behandelrelatie bestaan tussen hulpverlener en patiënt
  • dit houdt in dat hulpverlener en patiënt elkaar moeten kennen, elkaar ontmoet moeten hebben, en - indien gewenst - elkaar weer moeten kunnen ontmoeten


In het buitenland gelden deze restricties niet overal.

Voorbeelden van toepassingen waarbij online werkelijk diagnosen gesteld worden (al dan niet voorafgegaan door e-triage waarbij via vragen de urgentie van de klacht bepaald wordt) zijn:

  • www.freemd.com
  • www.incocure.com

Waarin verschillen 'health literacy' en 'eHealth literacy' van elkaar?

  • health literacy is enkel gericht op het algemeen begrijpen van gezondheidsinformatie
  • eHealth literacy gaat vooral over begrijpen van gezondheidsinformatie verkregen via elektronische wegen
  • niet alleen het medium is anders, eHealth literacy is ook breder in de zin dat het ook gaat over het kunnen vinden van informatie en ermee overweg kunnen
  • veel mensen beschikken over voldoende health literacy, maar hebben toch grote moeite met het vinden van betrouwbare informatie op het internet
  • volgens het artikel is health literacy slechts één onderdeel van eHealth literacy

EHealth literacy en ouderen:

Stel een huisartsenpraktijk wil de doelgroep ouderen aansporen om zelf hun gezondheid beter in de gaten te houden door middel van het regelmatig invullen van online checklists voor verschillende aandoeningen of bij zichzelf controleren van symptomen.

Hiervoor worden alle 65-plussers die zijn ingeschreven in de praktijk aangemoedigd dit te doen door middel van het uitdelen van een foldertje waarin een aantal websites vermeld staan.

Met welke soort literacy moet hier rekening worden gehouden en hoe zouden mogelijke literacy-problemen het beste aangepakt kunnen worden?

  • naast de algemene health literacy die altijd een rol kan spelen, zal er in dit geval vooral sprake zijn van computer literacy en van information literacy
  • waarschijnlijk heeft een deel van de 65-plussers maar beperkte ervaring en kennis van computers (computer literacy) en het gebruik van het internet en hoe hier de beste betrouwbare informatie te vinden (information literacy)
  • een oplossing hiervoor zou kunnen zijn door naast de informatie over de websites een uitgebreide stap-voor-stapbeschrijving te geven van hoe de ouderen bij de relevante informatie terecht kunnen komen

Op deze website is een digitale brochure over borstzelfonderzoek te vinden: 'Gezonde borsten, maak er werk van' (via het menu Borstkanker > Medisch > heb ik borstkanker? > Zelfonderzoek).

Wat kunt u zeggen over de kwaliteit van de brochure?
Wat is de meerwaarde van deze digitale brochure boven een papieren versie?

  • het is een zeer uitgebreide, professioneel ogende, gedetailleerde brochure
  • naast informatie over screening biedt deze brochure ook de nodige informatie over voorkomen van borstkanker en wat te doen als er inderdaad sprake is van borstkanker
  • de informatie over het borstzelfonderzoek is specifiek en duidelijk en doordat de digitale folder de mogelijkheid heeft een instructievideo toe te voegen, wordt het makkelijk voor iemand om dit zelfonderzoek uit te voeren
  • kortom, waarschijnlijk een waardevolle brochure voor iemand die zich zorgen maakt over het mogelijk hebben van borstkanker

Hoe waardevol is deze brochure voor iemand die zich druk maakt over borstkanker?
En voor iemand die er totaal niet mee bezig is?

  • de brochure is erg gericht op vrouwen die zich al zorgen maken of al weten dat ze een risico lopen en er wordt maar heel weinig gerichte informatie gegeven voor vrouwen die zich geen zorgen maken of nog niet weten dat ze risico lopen
  • er wordt wel informatie gegeven over de prevalentie en risicofactoren voor borstkanker, maar dit is vrij algemeen en zal waarschijnlijk iemand die zich er niet mee bezighoudt niet aansporen haar borsten te onderzoeken

Wat zijn de beperkingen van sociale media?

Natuurlijk heeft het gebruik van sociale media ook zijn beperkingen:

  • de belangrijkste beperking is dat hoe populair sociale media ook zijn, een deel van de mensen zul je zo niet bereiken
  • met name ouderen maken nog maar heel beperkt gebruik van sociale media
  • ook zijn er nog steeds mensen zonder internetverbinding, al wordt deze groep wel steeds kleiner
  • een andere beperking is dat de informatie die je verstrekt via sociale media vaak heel vluchtig is
  • dit kan betekenen dat je constant nieuwe informatie moet aanbieden, wil het sociale-mediagebruik effectief zijn 

Waarin verschillen mensen die gebruikmaakten van de online huisarts met mensen die een 'normale' praktijk zouden bezoeken?

  • de onderzoeksgroep was relatief jong (de meesten 20 - 40 jaar) en bestond voornamelijk uit vrouwen
  • nu is het aandeel vrouwen dat een arts bezoekt altijd groter dan mannen, maar uiteraard vind je in een normale praktijk wel meer spreiding in leeftijd
  • ook zullen er mensen zijn die liever hun verhaal persoonlijk doen en aan een persoon waarmee ze een band hebben opgebouwd, en andere mensen die juist liever anoniem hun klachten bespreken

Volgens de auteurs kan een online dokter nooit geheel een 'ouderwetse' dokter vervangen en zijn ze van mening dat dit ook niet de bedoeling is.

Ga bij uzelf na of u het hiermee eens bent en probeer te beargumenteren in welke situaties een online consult wel of niet net zo goed kan zijn als een consult in de huisartsenpraktijk:

  • wanneer de eigen huisarts naast afspraken in zijn of haar praktijk, ook online consulten aanbiedt, dan neemt dit veel bezwaren tegen online consulten (bijv. anonimiteit) weg
  • uiteraard is dit niet voor elke klacht geschikt (bijv. als er tests moeten worden gedaan)
  • diagnostiek blijft een handeling van de arts zelf, maar vooral voor simpele klachten of controles zou een online consult net zo geschikt kunnen zijn als een consult in de praktijk
  • vooral ook als eerste selectiestap: moet ik wel of niet naar een arts

Wanneer vond de lancering van het Kwaliteitsvenster ziekenhuizen plaats?

Op 13 mei 2014

Een keuzehulp wijkt in een aantal opzichten af van traditionele voorlichtingsbrochures over behandelingen.

In een keuzehulp wordt expliciet duidelijk gemaakt aan de patiënt:

  • dat er een keuze is voor een of meerdere behandelopties
  • worden de voor- en nadelen (risico's) van de verschillende behandelopties (incl. niet behandelen) overzichtelijk naast elkaar gezet
  • worden effecten en risico's bij voorkeur kwantitatief en op verschillende manieren gepresenteerd (verbaal, numeriek en grafisch)
  • worden patiënten geholpen om hun persoonlijke waarden en voorkeuren te laten meewegen


immers, de eerder genoemde voordelen van het internet gelden zeker ook voor keuzehulpen:

  • relatief goedkoop
  • snel te actualiseren
  • diversiteit in informatieoverdracht
  • de mogelijkheid om informatie over effecten en risico's af te stemmen op de persoon

In Nederland zijn richtlijnen opgesteld om de kwaliteit van onlinekeuzehulpen te waarborgen? (Raats e. a., 2008; Elwyn e. a., 2009)

Op wat hebben deze richtlijnen betrekking?

  • deze richtlijnen hebben betrekking op zowel de inhoud van de keuzehulp als op de wijze waarop deze tot stand komen

Waar zijn voorbeelden van Nederlandse keuzehulpen te vinden?

Voorbeelden van Nederlandse keuzehulpen zijn te vinden op de Kiesbeter-website van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) (www.kiesbeter.nl)

  • op deze site worden mensen overigens ook op andere manieren geholpen om keuzen te maken met betrekking tot hun zorg: er bestaat een mogelijkheid tot het zoeken en vergelijken van verschillende zorgverzekeringen, zorginstellingen en hulpverleners, en er wordt informatie over wachttijden en kwaliteitsindicatoren gegeven

Welke nadelen hebben online keuzehulpen voor patiënten,

  • schijnobjectiviteit: beïnvloeding door bedrijven of instanties met commerciële belangen - soms is het onduidelijk wie de ontwikkelaar is, van welke instelling de keuzehulp afkomstig is en wat de belangen van die instelling zijn
  • kwetsbaarheid van bepaalde doelgroepen - lage sociaal-economische status, lage eHealty-literacy, allochtonen, ouderen

Waar is wettelijk vastgelegd dat zorgaanbieders de patiënt met informatie voorzien zodat deze weloverwogen kan instemmen met de behandeling?

Wet op de geneeskundige behandelovereenkomst (WBGO)

Welke term is steeds meer n opkomst bij het maken van behandelkeuzen?

shared decison making

Wat zijn kenmerken van zelfmanagementinterventies?

  • het aanleren van de benodigde vaardigheden van doelselectie
  • informatieverzameling
  • informatieverwerking en evaluatie
  • besluitvorming
  • actie en zelfreactie


(Thoolen e.a. 2007; Mesters e.a., 2002)

Om te zorgen dat de patiënt zich aan de behandeldoelstellingen committeert, is het belangrijk dat patiënt en hulpverlener gezamenlijk doelen bepalen.

Wat betreft interventies waarin het verbeteren van adherence centraal staat en niet zozeer het aanleren van complexe zelfmanagementvaardigheden, laat een overzichtstudie over 38 systematische reviews zien dat vier typen interventies adherence bevorderen:

  • technische interventies
  • gedragsinterventies
  • voorlichtingsinterventies
  • complexe interventies


(Van Dulmen e. a., 2007)

Van wat wordt bij een gedragsinterventie gebruikgemaakt?

Bij een gedragsinterventie wordt gebruikgemaakt van geheugensteuntjes en herinneringen (bijv. het ontvangen van een sms als er medicatie ingenomen moet worden).

Wat is een complexe interventie?

Een complexe interventie is een combinatie van de drie genoemde interventies
  • technische interventie
  • gedragsinterventie
  • voorlichtingsinterventie


Hierbij is bijv. sprake van informatieverstrekking in combinatie met het aanleren van vaardigheden en het geven van geheugensteuntjes.

Een vierde toepassing van eHealth is behandeling op afstand.

We onderscheiden hierbij twee vormen van behandeling op afstand.

Welke?

  • geneeskundige behandeling
  • psychologische behandeling

Wat is een belangrijk voordeel van geneeskundige behandeling op afstand?

  • het belangrijkste voordeel van geneeskundige behandeling op afstand is dat het de toegang tot zorg vergroot
  • door verplaatsing van de specialistische zorg naar de periferie, de huisarts of naar de thuissituatie kunnen meer patiënten worden geholpen, en hoeven zij minder lang op zorg te wachten
  • een dergelijke verplaatsing van de zorg kan uiteindelijk ook een kostenbesparing met zich meebrengen (Damstra e. a., 2005), maar dan zullen er wel voldoende patiënten (en huisartsen) gebruik van moeten maken (Moreno-Ramirez e. a., 2007; Eminovic e. a., 2003)

Voor wat is psychologische behandeling op afstand?

  • psychologische behandeling op afstand, onlinepsychotherapie, vindt plaats voor verslavingsproblemen en psychische klachten zoals angst en depressie
  • het gaat doorgaans om kortdurende behandelingen, waarbij veelal gebruik wordt gemaakt van principes en werkwijzen van de cognitieve gedragstherapie


Onderscheid kan worden gemaakt tussen

  • zelfhulpinterventies (bijv. de cursus 'Kleur je leven' www.kleurjeleven.nl) en
  • interventies waarbij daadwerkelijk contact is, via chat of email, met een psychotherapeut (bijv. www.alcoholdebaas.nl, www.interapy.nl of www.gripopjedip.nl)

EHealth voor chronisch zieken (diabetes, COPD, astma, hartfalen):

Op wat is de zorg vooral gericht?

  • De zorg is vooral gericht op het leren omgaan met de ziekte en op het verbeteren van de leefstijl.

  • Technologie speelt daarbij een belangrijke rol.    

Hoe is het met 'serious games' in deze samenhang?

  • ook via 'serious games', gekoppeld aan een web-based systeem voor zelfmanagement, wordt monitoring gecombineerd met educatie over een gezonde leefstijl
  • een voorbeeld hiervan is GRIP Diabetes voor kinderen met diabetes type 1

Wat blijkt uit reviews over de integratie van telemonitoring?

  • uit diverse reviews blijkt dat juist de integratie van telemonitoring met interactieve toepassingen voor communicatie en sociale ondersteuning (bijv. e-consult) effectief is om de zelfredzaamheid te bevorderen en complicaties te voorkomen (Murray e. a.2009; Verhoeven e.a. 2007; Pare e. a., 2007)
  • er zijn ook positieve klinische effecten aangetoond van telemonitoring, op bijv. bloeddruk, bloedglucosewaarden of voedselinname, en zelfs kunnen complicaties en ziekenhuisopnamen voorkomen worden (Verhoeven e. a., 2007); Finkelstein e. a., 2004; Clark e. a., 2007)

Wat zijn beperkingen van domotica?

  • een beperking is dat patiënten en mantelzorgers of familie soms ontoereikende kennis en vaardigheden hebben om met technologie te werken
  • bovendien wordt de behoefte aan eigen verantwoordelijkheid van de patiënt voor zelfzorg overschat (Mort e. a., 2008), en vinden sommige patiënten dat bewakingstechnologie inbreuk pleegt op hun privacy (Lauriks e. a., 2007; Van der Velde e. a., 2008; Nijhof e. a., 2009)
  • hulpverleners vrezen soms door thuiszorgtechnologie een uitholling van hun werk (De Jong & Kunst, 2005)

Het omgaan met een chronische aandoening door patiënten wordt ook wel zelfmanagement genoemd.

Chronische patiënten moeten vaak meerdere gedragingen aanpakken:

  • ze krijgen medicatie om symptomen te bestrijden
  • er staan leefstijlveranderingen als gezonder eten en meer bewegen op het programma
  • daarnaast moeten ze zich op emotioneel of sociaal gebied aanpassen aan nieuwe omstandigheden die hun aandoening met zich mee brengt

Bestaat een eenduidig algemeen geaccepteerde definitie van zelfmanagement?

Er bestaat geen eenduidige algemeen geaccepteerde definitie van zelfmanagement (Mesters e.a., 2002) en er wordt veelal geen onderscheid gemaakt tussen de begrippen zelfmanagement en zelfregulatie.

Bij het term 'zelfmanagement' wordt impliceert dat er sprake is van (chronisch) zieke mensen in tegenstelling tot het begrip zelfregulatie dat in een breder veld gangbaar is.

Wat is zelfzorg, uitgaande van Orems beschrijving?

  • uitgaande van Orems beschrijving van zelfzorg, is het zelfzorgvermogen de verbindende schakel tussen zelfzorg en zelfzorggedrag (Orem, 1991)

Wat benadrukt onderzoek vanuit de zelfdetermiatietheorie?

Onderzoek (vanuit de zelfdeterminatietheorie) benadrukt dat doelen aangedragen door anderen, bijv. door hulpverleners tijdens een consult, door de patiënt tijdelijk voor eigen doelen kunnen worden aangezien (maar eenmaal thuis dat toch niet blijken te zijn).

  • dit heeft negatieve gevolgen voor hoe doelen door patiënten worden nagestreefd en hoe zij deze doelen ervaren (Dei, 2008) 

Hoe verloopt het proces van zelfmanagement?

  • het is essentieel om voor elk te veranderen doel een plan van aanpak te hebben dat patiënten stap voor stap, en dag tot dag kunnen doorlopen
  • patiënten hebben voorafgaande aan de initiatie- (ofwel start)fase voor elk gedrag doelen vastgesteld
  • ze hebben uitleg gekregen over wat het gewenste ofwel gezonde gedrag behelst op de door hen verkozen wijze, bijv. schriftelijk of juist mondeling of via een dvd
  • allereerst is er dus sprake van een doel dat in overleg tussen hulpverlener en patiënt is gekozen

De doelen gaan over verbetering in mentale of lichamelijke gezondheid en levensproblemen, derhalve alle aspecten die invloed hebben op kwaliteit van leven.
Bijv.

  • het kan bijv. zijn dat een aan alcohol verslaafde diabeet gesteund wordt in zijn poging enkel in het weekend alcohol te drinken, of dat voor een dakloze met diabetes eerst een vaste verblijfplaats wordt gecreëerd
  • wat het doel ook moge zijn, doelen mogen niet te vaag en te vrijblijvend worden geformuleerd als wensen, intenties, of goede voornemens

Bij zelfmanagement verzamelen patiënten informatie over hun eigen gedrag (en de context en gebeurtenissen die met dit gedrag samengaan.

Dit heet ook wel...

  • zelfmonitoren
  • zelfobservatie
  • zelfregistratie


Episodisch of juist met regelmaat zelfmonitoren is een cruciale gedragsondersteunende maatregel voor mensen met een chronische aandoening.

Ook subjectieve meetinstrumenten kunnen helpen bij zelfmonitoren.

Zelfmonitoren heeft een aantal voordelen, welke (4)

  • het bevordert dat het gedragsadvies zo goed mogelijk wordt uitgevoerd
  • het verschil tussen wat zo moeten zijn en wat is wordt immers duidelijk voor hulpverleners en patiënt
  • het succes van de behandeling wordt door zelfmonitoren zichtbaar gemaakt; is het gedrag naar behoren uitgevoerd (kwaliteit en kwantiteit) en zijn de klachten verminderd?
  • de door de patiënt verzamelde informatie moet door de patiënt zelf worden genoteerd, bijv. in de vorm van een weekrapport

De patiënt houdt als het ware zelf een oogje in het zeil; er is sprake van zelfcontrole.

In de praktijk kan zelfmonitoren voor patiënten lastig zijn: (3)

  • ze moeten bijv. begrijpend kunnen lezen en kunnen omgaan met getallen
  • begrijpen hoe hun lichaam werkt
  • in staat zijn op grond van hun kennis en ervaring correcte beslissingen te kunnen nemen

Wat is een belangrijke bekrachtiger (reinforcement) van gedragsbehoud?

  • positieve feedback is een belangrijke bekrachtiger (reinforcement) van gedragsbehoud
  • wat ook helpt bij het volhouden van gedrag is als patiënten zichzelf een beloning in het vooruitzicht stellen wanneer ze een doel hebben bereikt en dit een bepaalde tijd hebben volgehouden

Wat is eHealth of Zorg 2.0?

  • het begrip 'eHealth' staat voor allerlei toepassingen waarbij internettechnologie gebruikt wordt om informatie, producten en/of diensten in de zorg aan te bieden
  • eHealth wordt steeds belangrijker in de zorg
  • in alle deelsectoren die zich richten op gezondheid, zorg en welzijn worden ICT en Internet actief ingezet

EHealth of het Nederlands begrip gezondheid 2.0 is een containerbegrip.

Welke begrippen zijn aan elkaar verwante benamingen?

  • Zorg 2.0
  • gezondheid 2.0
  • eHealth
  • telemedicine
  • zorg online
  • internettherapie
  • domotica
  • zorg op afstand


In alle sectoren gaat het om verschillende soorten gezondheidsdiensten op afstand waarbij gebruikgemaakt wordt van ICT zonder de fysieke aanwezigheid van een hulpverlener.

Maar ook de meer ingeburgerde zaken zoals een e-mail met je zorgverleners valt onder eHealth.

Wanneer spreekt men van e-mental health?

In de sector geestelijke gezondheidszorg (GGZ) spreekt men van e-mental health of internettherapie.

Wat weet je over Zorg op Afstand?

  • de term Zorg op Afstand is een fenomeen in de gehandicaptenzorg en ouderenzorg
  • een voorbeeld is videocommunicatie tussen een klant van de thuiszorg en de verzorgende bij de zorgcentrale


De zorg in Nederland verandert:
  • zorg op afstand is per 1 januari 2012 opgenomen in de reguliere financiering van zorg, waar de zorg onder de AWBZ valt
  • maar ook binnen de Wmo kan zorg op afstand nuttig zijn als het wordt gekoppeld aan welzijn, bijv. voor het aanvragen van welzijnsdiensten of onderlinge communicatie

Wat heeft domotica als doel?

Domotica heeft als doel, oudere mensen of mensen met een beperking zelfstandig(er) te kunnen laten wonen in
  • hun eigen woning
  • verpleeg- of verzorgingshuis
  • kleinschalige woonvoorziening
  • instelling voor gehandicaptenzorg
en daarbij een betere kwaliteit van leven te ervaren.

Daarnaast kan domotica het zorgpersoneel ondersteunen.

Zelf je gegevens invoeren en beheren: elektronisch persoonlijk gezondheidsdossier (patiënt stand alone, of P2D of D2P).

Wat is een persoonlijk gezondheidsdossier?

  • een persoonlijk gezondheidsdossier ofwel Personal Health Record (PHR) is een digitaal medisch dossier waar de patiënt zelf de eigenaar is - het wordt ook wel persoonlijk gezondheidsdossier genoemd
  • bij een PHR ligt het eigenaarschap echt bij de patiënt zelf - dat is niet het geval als een patiënt inlogt op een portaal van een zorgverlener en daar toegang kan krijgen tot zijn medische gegevens/afspraken ...
  • een PHR is een persoonlijke digitale omgeving waarin een patiënt zijn eigen gegevens bijhoudt en zijn eigen dossier aanmaakt

Meer eigen regie en actief meedoen: Zelfmanagement 2.0

Leg uit:

  • zelfmanagement 2.0 gaat over de verbinding tussen zelfmanagement en eHealth
  • zelfmanagement is kortweg het kunnen nemen van de eigen regie
  • eHealth is gebruik van ICT in de zorg
  • eHealth is een belangrijk instrument om het zelfmanagement van patiënten te ondersteunen
  • door de ontwikkelingen rond eHealth nemen de mogelijkheden toe voor patiënten om meer eigen regie te houden

Patiënten kunnen hun eigen dossiers bijhouden zodat ze goed zicht hebben op...

  • hun afspraken
  • hun medicijngebruik
  • de afspraken met de verschillende zorgverleners
  • het verloop van de aandoening
  • hun leefstijl

Door gebruik te maken van moderne middelen of middelen die al bestaan op een andere manier te gebruiken, kan de patiënt meer actief zijn bij:

  • het voorkomen van het ziek worden (preventie)
  • onderzoek
  • behandeling
  • nazorg
  • chronische zorg

Er bestaat geen eenduidige algemeen geaccepteerde definitie van zelfmanagement.

Beschrijf wat de term 'zelfmanagement' inhoudt:

Het omgaan met een chronische aandoening door patiënten wordt ook wel zelfmanagement genoemd.

  • in het algemeen wordt onder zelfmanagement verstaan de capaciteit van een individu om om te gaan met symptomen, behandeling, lichamelijke en psychosociale consequenties en leefstijlveranderingen die inherent zijn aan zijn of haar chronische aandoening 


Een belangrijk onderdeel hiervan is het monitoren van de eigen ziektesituatie, zodat er tijdig ingegrepen kan worden als hierin afwijkingen op te merken zijn.

Soms kan eHealth zelfs substitutie van zorg betekenen, in dit geval wordt eHealth ingezet om bestaande zorgactiviteiten geheel of gedeeltelijk te vervangen.

Het doel is zorg die....

  • beter is afgestemd op de patiënt
  • die leidt tot betere resultaten en tot kostenbesparingen


Het gaat dan bijv. om het bevorderen van het zelfmanagement van de patiënt en het vergroten van het inzicht in de activiteiten en resultaten voor alle betrokken behandelaren en het daarmee voorkomen van onnodige dubbele behandelingen of het voorkomen van complicaties.

Welke soorten eHealth-toepassingen zijn in dit artikel beschreven? (7)

('A systematic review of IT for diabetes self-management', Al-Gayar et al., 2013)

  • het digitaal versturen van glucosegehalte, medicatie- en dieetgegevens naar de zorgverlener
  • informatie over gezondheidsgerelateerde onderwerpen zoeken
  • toegang verkrijgen tot persoonlijke elektronische medische dossiers
  • het in beeld brengen van fysiologische en medische data
  • het verstrekken van voor de patiënt specifieke diabeteseducatie en medicijnen
  • het geven van (real-time) feedback aan patiënten door zorgverleners op basis van de ingevoerde fysiologische data
  • het gebruiken van beslishulpsoftware ten behoeve van self-management

Een andere eHealth-toepassing die kan bijdragen aan het verhogen van het zelfmanagement is 'serious gaming'.

Een serious game is een spel met een ander primair doel dan puur vermaak.

De speler krijgt bijv. nieuwe informatie over zijn of haar aandoening, of leert spelenderwijs omgaan met zijn of haar ziekte.

De serious game GRIP is hier een voorbeeld van.   

Op welke doelgroep is de serious game GRIP gericht?

De serious game GRIP is bedoeld voor kinderen van 7 - 11 jaar die de diagnose Diabetes type I hebben gekregen.

Op welke manier kan deze eHealth-interventie (serious game - GRIP) bijdragen aan de zorgverlening voor deze doelgroep (kinderen met Diabetes type I)?

  • met deze game leren kinderen op een speelse manier omgaan met deze ziekte en worden zij meer betrokken bij hun eigen behandeling
  • door het spelen van GRIP ervaren kinderen hoe bezigheden en voedsel hun suikerspiegel beïnvloeden
  • door persoonlijke informatie uit het elektronisch patiëntendossier te koppelen aan een game, leren kinderen beslissingen te nemen en ontwikkelen ze vaardigheden gebaseerd op hun huidige gezondheid
  • ouders en artsen kunnen de toestand van de patiënt vervolgens dagelijks monitoren
  • over de effectiviteit van deze serious game om zelfmanagement te verhogen zijn nog geen gegevens bekend

Leg uit wat het verschil is tussen computergames en virtual reality:

  • Virtual reality maakt, naast een zeer snelle computer, gebruik van meerdere middelen, zoals een helm of speciale stereoscopische brillen of displays met geluid, 3D-zicht en hardware die bewegingen van het hoofd of de ledematen kan registreren, waardoor de gebruiker via diverse zintuigen op interactieve manier 'ondergedompeld' kan worden in een ervaring
  • hierdoor vermindert de subjectieve pijnbeleving
  • hoe meer de patiënt is 'ondergedompeld' in de virtuele ervaring, des te groter het pijnverminderend effect van VR

Beschrijf hoe virtual reality kan bijdragen aan de pijnbestrijding bij de behandeling van brandwonden:

  • VR kan bijdragen aan pijnbestrijding door afleiding van de pijn
  • door de aandacht te vestigen op de VR-game, wordt voorkomen dat de patiënt zich te veel richt op de pijn
  • hierdoor vermindert de subjectieve pijnbeleving
  • hoe meer de patiënt is 'ondergedompeld' in de virtuele ervaring, des te groter het pijnverminderend effect van VR

EHealth bij zorg na behandeling voor somatische ziekte.

Leg uit:

Via deze weg kunnen mensen leren omgaan met eventuele restverschijnselen van een geneeskundige behandeling en waar nodig hun leefstijl aanpassen om genezing te optimaliseren en toekomstige ziekten te voorkomen.

In de poster is sprake van 'tailoring'.
Deze term bent u bij thema 2 al tegengekomen.
Geef aan hoe 'tailoring' bij de ontwikkeling van de KNW is ingebouwd.

  • tailoring betekent het geven van een 'advies op maat', dus informatie afgestemd op de behoefte van de individuele gebruiker van de desbetreffende interventie
  • bij de ontwikkeling van de KNW is rekening gehouden met verschillen in behoeften tussen de verschillende ex-patiënten
  • op basis van de antwoorden die ze op een screeningsvragenlijst hebben ingevuld, krijgen de deelnemers een advies over welke modules het beste aansluiten bij hun specifieke behoeften
  • binnen een module krijgen deelnemers een advies-op-maat en praktische aanwijzingen om hen te helpen beter met hun specifieke problemen om te gaan

Stel dat u zelf een van de modules mocht ontwikkelen, bijv. een module om lichaamsbeweging bij ex-kankerpatiënten te stimuleren, welke informatie is er nodig om getailorde informatie te kunnen geven aan individuele ex-kankerpatiënten?

  • om getailorde informatie te kunnen geven over lichaamsbeweging is informatie nodig over de huidige lichaamsbeweging van de deelnemer aan de interventie, en de beperkingen die de ex-kankerpatiënt daarbij ervaart
  • daarnaast is het belangrijk te weten hoe de deelnemer aankijkt tegen lichaamsbeweging en aan wat voor ondersteuning de deelnemer de meeste behoefte heeft

Op welke manier is deze informatie van de gebruikers van de site (ex-kankerpatiënten) te verkrijgen?
(voorbeeld lichaamsbeweging)

  • om deze informatie te verkrijgen moeten deelnemers, voordat een advies gegeven kan worden over de module, een (online) vragenlijst invullen waarmee bepaald kan worden waar de informatie- en ondersteuningsbehoeften van de deelnemer liggen
  • de informatie en adviezen die gegeven worden in de desbetreffende module, wordt afgestemd op de gegeven antwoorden

Zoals al eerder is aangegeven, is het belangrijk om eHealth-interventies te onderbouwen met wetenschappelijke 'evidence'.

Om te testen of de KNW effectief is, wordt een effectiviteitsstudie uitgevoerd.

Beschrijf op welke wijze is/wordt onderzocht hoe effectief de interventie is:

  • om te testen of de KNW invloed heeft gehad op kwaliteit van leven en de andere gemeten variabelen, wordt een gerandomiseerde klinische studie uitgevoerd met een experimentele en wachtlijst-controlegroep
  • op 3, 6 en 12 maanden worden metingen verricht in beide groepen

Op welke uitkomsten worden uitspraken gedaan?

De effecten van de KNW worden gemeten op
  • kwaliteit van leven
  • psychologische problematiek
  • coping
  • zelfmanagement
  • leefstijl
  • waargenomen sociale steun

Welke betekenis hebben de resultaten van het evaluatieonderzoek voor de praktijk?

  • wanneer de interventie effectief blijkt te zijn, kan deze landelijk geïmplementeerd worden en als laagdrempelige ondersteuning dienen voor ex-patiënten die te maken hebben met psychologische problematiek, risicovolle leefstijlgedragingen en ineffectieve probleemoplossende vaardigheden
  • op deze manier kan de interventie de kwaliteit van leven van ex-kankerpatiënten verbeteren

Wat is een voorbeeld van een goed lopend Nederlands forum?

  • de Amazones (www.amazones.nl)
  • op dit forum voor jonge vrouwen met borstkanker, dat in 2004 werd opgericht zijn inmiddels meer dan twee miljoen berichten geplaatst

Wat zijn voorbeelden van toepassingen die betrekking hebben op communicatie en overdracht van informatie tussen hulpverleners onderling en tussen hulpverleners en de patiënt?

  • het elektronisch patiëntendossier - EPD
  • multidisciplinaire zorgprotocollen
  • informatiemanagementsystemen voor logistieke processen

Welke problemen kent de invoering van het EPD tot nu toe?

  • hulpverleners hebben hun informatiesystemen niet tijdig op orde waardoor aansluiting op een landelijk epd-systeem uitgesteld is
  • bovendien zijn er nog steeds discussies over de rol van de patiënt in het dossier, over eigendomsrechten, over de privacy en over verantwoordelijkheden voor informatieopslag en uitwisseling


Internationaal en regionaal zijn er wel al EPD's in gebruik (bijv. MijnZorgNet in Nederland).

Deze regionalen initiatieven kunnen een leerzame ervaring bieden voor landelijke ontwikkeling en invoering van het EPD.

Geef een voorbeeld voor communicatie tussen zorgverlener en patiënt (doctor to patient; D2P):

  • telemonitoring
  • telethuiszorg
  • e-consult
  • inzage in het medisch dossier

Beschrijf hoe het zoeken naar informatie op het internet de patient-zorgverlenerrelatie beïnvloedt:

  • van oudsher waren zorgverleners de belangrijkste leveranciers van informatie aan patiënten met betrekking tot hun diagnose, prognose en behandelingsmogelijkheden
  • meestal gaven zij alleen de informatie die hen relevant leek voor de patiënt
  • door de gemakkelijke toegankelijkheid en beschikbaarheid van informatie via het internet, zijn de meeste patiënten nu niet meer tevreden met deze houding
  • zij willen volledig geïnformeerd worden en actief betrokken worden bij het nemen van beslissingen rondom de behandeling
  • zo is een deel van de patiënten van passieve ontvanger van gezondheidsinformatie actieve consument geworden

In hetzelfde artikel worden drie manieren genoemd hoe zorgverleners kunnen reageren op de (via het internet) steeds beter geïnformeerde patiënt.

Welke drie manieren zijn dit?

Zorgverleners reageren op drie verschillende manieren op de via het internet steeds beter geïnformeerde patiënten:

  • de zorgverlener voelt zich bedreigd door de informatie die de patiënt inbrengt en reageert defensief door hun 'expertmening' te doen gelden - health professional-centred relationship
  • de zorgverlener en de patiënt werken samen in het verkrijgen en analyseren van de informatie - patient-centred relationship
  • de zorgverlener begeleidt de patiënt actief naar betrouwbare websites met gezondheidsinformatie - Internet prescription

Welke manier of manieren zijn het meest effectief om een goede patiënt-zorgverlenerrelatie te bevorderen en waarom?

  • in het artikel wordt aangegeven dat het belangrijk is de zoektocht van de patiënt naar kennis en informatie te erkennen en serieus te nemen en de informatie die de patiënt inbrengt te bespreken
  • ook het begeleiden van patiënten naar betrouwbare en accurate gezondheidswebsites wordt aanbevolen, evenals het inbouwen van 'patiënt informatics' in de opleidingen tot zorgverlener
  • de tweede en derde manier van omgaan lijken dus het meest effectief als het gaat om de patiënt-zorgverlenerrelatie
  • directe onderzoeksresultaten die dit ondersteunen, worden in het artikel niet besproken

Een van de gevolgen van het gebruik van eHealth is dat het leidt tot een meer gestructureerde werkwijze:

  • door tijdens de implementatie van de eHealth-applicatie aandacht te besteden aan de werkprocessen en protocollen, ontstaat een herziening van de werkwijze en ordening hiervan
  • het voordeel van een meer gestructureerde aanpak is dat de zorg beter te plannen is en dat men beter kan anticiperen op zorgvragen
  • eHealth-behandelmodules zijn vaak geprotocolleerde interventies, die soms door behandelaars te veel als een keurslijf ervaren worden
  • de protocollering van (eHealth-)interventies geschiedt vaak op basis van onderzoek
  • de professional verliest echter wel een deel van zijn handelingsvrijheid

Wat kan via videocommunicatie beter ingeschat worden?

  • via videocommunicatie kan de situatie van de zorgvragende patiënt beter ingeschat worden
  • met behulp van online monitoring bij diabetes of hartpatiënten zijn de suiker- en bloedwaarden direct online in te zien

Naast de directe voordelen voor de zorgverleners zelf, heeft eHealth vele voordelen voor de zorg in het algemeen.

Wat zijn, op basis van de bestudeerde bronnen, de belangrijkste voordelen van de inzet van eHealth-toepassingen bij de behandeling van somatische aandoeningen voor de gezondheidszorg in het algemeen?

  • vergroting toegang tot de zorg
  • verkorting wachtlijsten
  • verlaging kosten van de zorg
  • verhoging kwaliteit van zorg


Het is te zien dat de kosten voor de zorg in het afgelopen decennium sterk gestegen zijn.
eHealth kan mogelijk een bijdrage leveren om deze kostenstijging binnen de perken te houden.

Welke impact heeft eHealth op de taakinhoud?

  • taakherschikking: onderlinge verhouding tussen zorgverleners en verhouding tussen zorgverlener en patiënt veranderen door eHealth (bijv. inzet specialistisch verpleegkundige, de patiënt die zorgtaken overneemt bij monitoring en zelfmanagement
  • taakverdieping: meet- en registratietaak vervalt en arts richt zich met name op deskundigheid en advies (bijv. www.mijndiabetes.nl en reumamonitor.nl)
  • beroepsbeeld: taak- en functieprofiel van de zorgverlener verandert, techniek krijgt een grotere plaats, de patiënt krijgt een grotere regie over het eigen zorgproces

Welke impact heeft eHealth op de werkprocessen?

  • meer gestructureerde zorg (gestructureerde werkwijze) door protocollering. Nadeel: te veel een keurslijf. Voordeel: door zorg-op-afstand kunnen ze eerder zorgvragen of problemen signaleren waardoor escalaties of probleemverergering voorkomen kan worden
  • up-to-date informatie: altijd recente informatie over het functioneren van de patiënt beschikbaar (inzet toezichthoudende technologie)
  • thuisomgeving is zorgomgeving (decentralisatie van zorg)
  • veiligheid: mogelijk worden minder (medicatie)fouten gemaakt als patiëntgegevens digitaal verwerkt worden

Welke impact heeft eHealth op de manier van zorgverlenen?

  • meer gericht op empowerment
  • communicatie verandert

In het abstract van het artikel van Davidson et al. (2013) Integrating Telehealth Care-Generated Data With the Family Practice Electronic Medical Record (EMR): Qualitative Exploration of the Views of Primary Care Staf wordt beschreven hoe artsen staan tegenover de integratie van door de patiënt aangeleverde data in het elektronisch patiëntendossier van de huisarts.

Hoe staan artsen tegenover de integratie van via eHealth door de patiënt aangeleverde data in het elektronisch patiëntendossier van de huisarts?

  • over het algemeen staan de geïnterviewde huisartsen positief tegenover het integreren van via eHealth door de patiënt aangeleverde data in hun elektronisch patiëntendossier en zien zij hier wel voordelen in
  • om dit te faciliteren is er nog een aantal uitdagingen te overwinnen, met name op het gebied van de werkdruk en de veiligheid

De invoering en het gebruik van eHealth-interventies in de praktijk blijkt nog beperkt.

Waarom?

  • er zijn twijfels over de beveiliging van de gegevens en de kwaliteit van online testen en behandelingen en blijkt het moeilijk de doelgroep met eHealth-programma's te bereiken
  • bovendien kost de ontwikkeling en invoering van eHealth-interventies veel geld en vraagt dit om een aanpassing van de manier van werken
  • tot nu toe ontbreekt de regie bij de invoering van apps en andere eHealth-toepassingen

De effectiviteit van eHealth-interventies: wat is er tot nu toe bekend?

  • als we kijken naar evidence based eHealth-interventies dan is er op dit moment vooral onderzoek gedaan naar de effectiviteit van internettoepassingen
  • zo maken niet alle onderzoeken gebruik van een controlegroep, of als er een controlegroep is, dan is deze niet altijd gerandomiseerd
  • veel onderzoeken richten zich op 'tevredenheid' of 'gebruikersvriendelijkheid', andere onderzoeken kijken naar 'attitude' of 'intentie'
  • veel minder wordt gekeken naar de effecten op gedrag, gezondheid, kwaliteit van leven en/of afname in zorggebruik

Wat voerden Peels et al. (2013) voor een studie uit?

Peels et al. (2013) voerden een studie uit naar de effectiviteit van een interventie om lichaamsbeweging bij ouderen te bevorderen
  • zij vergeleken in deze studie een web-based versie van de interventie met een papieren (geprinte) versie
  • uit de studie bleek dat na zes maanden beide interventies effectief waren,  terwijl na twaalf maanden de papieren interventie effectiever was dan de web-based versie in het verhogen van de lichamelijke activiteit bij ouderen

Wat bleek uit de systematische review van Broekhuizen et al. (2012) naar getailorde voedings- en bewegingsinterventies?

Uit de systematische review van Broekhuizen et al. (2012) naar getailorde voedings- en bewegingsinterventies bleek dat het aantal studies dat positieve effecten vindt van computergetailorde programma's in de afgelopen jaren is gestegen.

  • de effectgrootten waren echter klein, en meestal werd alleen naar de korte- of middellange-termijneffecten gekeken 

Het effect van een interventie in de praktijk wordt niet alleen bepaald door de mate van effectiviteit gemeten tijdens een evaluatieonderzoek.

Ook de mate waarin de doelgroep wordt bereikt met de interventie en gebruikmaakt van deze interventie spelen een belangrijke rol.

Wat is een bij gezondheidsbevordering veel gebruikt raamwerk om de verschillende onderdelen van een interventie te evalueren?

Een bij gezondheidsbevordering veel gebruikt raamwerk om de verschillende onderdelen van een interventie te evalueren is RE-AIM (Glasgow et al., 2006)

Net als bij de reguliere zorg, is therapietrouw (adherence) een aandachtspunt bij de meeste eHealth-interventies.

Wat zijn volgens u de belangrijkste verschillen in therapietrouw tussen reguliere, face-to-face-interventies en eHealth-interventies?

  • bij reguliere interventies gaat het bij therapietrouw om het opvolgen van de adviezen van de zorgverlener in het algemeen


Bij eHealth spelen nog meer aspecten een rol: wanneer spreek je bij eHealth-interventies van adherence?

  • Als de mensen uit de doelgroep alles doorlopen hebben, of als ze ingelogd hebben?
  • Of is er pas sprake van therapietrouw als het gedrag daadwerkelijk veranderd is?


In het algemeen lijkt therapietrouw lager bij eHealth-interventies dan bij reguliere, face-to-face-interventies, met name bij onbegeleide eHealth-interventies is de uitval tijdens behandeling groter dan bij de reguliere interventies.

Welke factoren hebben invloed op de adherence in geval van eHealth-interventies?

  • persoonlijke omstandigheden: drukte op het werk, privéomstandigheden
  • intensiteit van het programma: het programma wordt als te belastend ervaren, bijv. de zelfwerkzaamheid in de vorm van registratie en huiswerk van het programma kunnen een reden zijn om te stoppen
  • sociale druk is minder, doordat er geen persoonlijk 'face-to-face'-contact is met de zorgverlener
  • vermindering van klachten kan ertoe leiden dat de gebruiker stopt met de interventie voordat deze helemaal is afgerond

Uit onderzoek van het College Bescherming Persoonsgegevens (CBP, 2013) naar de beveiliging van persoonsgegevens bij medische instellingen is gebleken dat de onderzochte zorginstellingen (d. d. juni 2013) niet voldeden aan de normen uit de Wbp, de Wgbo en de NEN 7510.

Leg uit:

  • zorginstellingen moeten volgens de wet technologische en organisatorische maatregelen treffen om onbevoegde toegang tot medische gegevens door medewerkers binnen een zorginstelling te voorkomen
  • daarnaast moeten zij bijhouden (loggen) en controleren wie welke dossiers raadpleegt


Hiermee kan onbevoegde toegang worden opgespoord en kan een zorginstelling hier tegen optreden.

Naast informatiebeveiliging zijn er nog andere juridische en ethische haken en ogen aan het gebruik van eHealth-toepassingen.

Zo kan het gebruik van eHealth gevolgen hebben voor het recht op toegang tot gezondheidszorgvoorzieningen (een sociaal grondrecht);

Leg uit:

  • door gebruik van DigiD's oor patiëntenidentificatie, valt en deel van de mensen (bijv. illegalen) buiten de boot
  • ook zal een deel van de mensen niet goed uit de voeten kunnen met ICT-technologie
  • hierdoor kan geen gelijke toegang tot gezondheidszorg voor iedereen worden gegarandeerd

Een belangrijk aspect bij de wetgeving rondom eHealth betreft informatiebeveiliging, zoals de uitwisseling van gegevens uit elektronische patiëntendossiers (EPD's).

Benoem enkele belangrijke regels waaraan de verwerking van medische gegevens (zoals in het EPD) aan dient te voldoen en leg uit wat dit voor de zorginstellingen betekent:

De verwerking van medische gegevens in een EPD dient, onder meer, te voldoen aan
  • de Wet geneeskundige behandelingsovereenkomst (Wgbo)
  • de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp)
  • toepasselijke NEN-normen (bijv. NEN 7510)

Zorginstellingen moeten volgens de wet technologische en organisatorische maatregelen treffen om onbevoegde toegang tot medische gegevens door medewerkers binnen een zorginstelling te voorkomen.

Daarnaast moeten zij bijhouden (loggen) en controleren wie welke dossiers raadplegen.

Naast het meer benutten van de mogelijkheden van eHealth moet er ook rekening gehouden worden met mogelijke negatieve effecten van eHealth.

Welke?

  • zo zou de opkomst van eHealth kunnen leiden tot meer ongelijkheid in de zorg, omdat sommige mensen niet vaardig zijn in het gebruik van (mobiele) apparatuur en/of het kritisch kunnen beoordelen van informatie die op het internet gevonden wordt - hierbij speelt de eerder besproken health literacy een belangrijke rol
  • ook kan het gebruik van technieken de mogelijkheid om lichaamsfuncties continu te monitoren leiden tot meer angst bij de gebruikers
  • bij chronisch zieken kan eHealth weerstand oproepen doordat deze patiënten het gevoel kunnen hebben dat ze te veel met hun ziekte bezig moeten zijn (Drossaert & Van Gemert Pijnen, 2010)

Welke mogelijkheden lijken op korte termijn vooral haalbaar?

Op korte termijn lijken vooral mogelijkheden haalbaar om
  • online een afspraak te maken,
  • online vragen te stellen aan de behandelaar,
  • online aanmelden en
  • eventueel een online patiëntenportaal voor zorginstellingen

Een andere belangrijke uitdaging is het vormgeven aan de financiering van eHealth.

Leg kort uit:

  • omdat het nog onduidelijk is wat investeren in eHealth-interventies oplevert en wie daar uiteindelijk winst mee behaalt, is de animo om te investeren in dergelijke projecten nog beperkt


Kortom: eHealth biedt vele kansen, maar er zijn oog nog vele uitdagingen te gaan voor eHealth een vaste plek in de zorg heeft verworven

Ondanks de kansen die eHealth kan bieden voor de zorg blijkt de invoering van ICT-toepassingen in de patiëntenzorg te stagneren.

Welke beperkingen hebben eHealth-toepassingen binnen de gezondheidszorg waardoor de grootschalige invoering bemoeilijkt wordt?

Met welke barrières moet rekening gehouden worden bij de implementatie van eHealth-interventies? (7)

  • ongelijke toegang
  • onbekendheid en te weinig vaardigheden
  • weerstanden bij patiënten
  • weerstanden bij zorgverleners
  • technische beperkingen (onder andere bescherming privacy, fouten)
  • onduidelijke regulering
  • financiering van eHealth onduidelijk

Formuleer op basis van de in de bron 'eHealth: effectiviteit, implementatie, beperkingen en uitdagingen' besproken uitdagingen een aantal oplossingen om met de problemen en barrières van eHealth om te gaan: (6)

  • duidelijke regulatie (duidelijkheid in financiering en juridische aspecten en aansprakelijkheid bij eHealth-toepassingen)
  • technologische oplossingen voor praktische implementatie van eHealth-toepassingen
  • betrokkenheid zorgverleners en patiënten bij ontwikkeling eHealth-interventies om optimale afstemming te krijgen
  • educatie en training om ervoor te zorgen dat eindgebruikers de techniek ook (op de goede manier) gaan gebruiken
  • cultuuromslag: andere manier van denken en werken, zowel voor zorgverleners als voor patiënten
  • onderzoek om toepassing eHealth te evalueren: zowel gericht op inhoud en concrete toepassingen, als op het gebruik van eHealth-applicaties in het algemeen

Welke vorm kent PST?

Het is belangrijk te vermelden dat PST geen vaste structuur of vorm kent.

De stappen kunnen in verschillende vormen gegoten worden, zolang de stappen maar gebruikt worden in het kader van bewezen effectieve gedragsveranderingsstrategieën (zie bijv. Abraham & Michie, 2008).

Zo kan PST gepresenteerd worden in een:

  • didactische vorm
  • coaching
  • modeling
  • shaping...

Uit welke elementen bestaat het definiëren van een probleem?

  • het verzamelen van relevante en feitelijke informatie over het probleem
  • begrijpen van de aard van het probleem
  • het stellen van een realistisch doel
  • herevaluatie van de noodzaak van het probleem

Het uitwerken van de oplossingen bestaat uit welke stappen?

  • het verwijderen van duidelijk ineffectieve oplossingen
  • evalueren van de uitkomsten van een oplossing
  • achterhalen van effectieve oplossingen en uitwerkingen van een oplossingsplan

Welke aspecten komen bij de evaluatie aan bod?

  • het achterhalen van barrières
  • monitoren van gedrag
  • evaluatie en beloning van gedrag

Problem Solving en ADAPT is toegepast in de KNW.

Op basis van de screening van problemen/aandachtsgebieden voor patiënten, kiest de patiënt welke module of modulen hij of zij volgt.

Eenmaal in de modulen zelf, volgt de patiënt de volgende stappen:

  1. Wat is het probleem precies (specificering van het probleem)?
  2. Stel uw doel.
  3. Kies een oplossing (psycho-educatie met verschillende oplossingen).
  4. Maak een plan.
  5. Voer de oplossing uit.
  6. Evalueer het resultaat en pas zo nodig het plan aan.


Elk module bestaat uit twee sessies.

De patiënt doorloopt de stappen 1 - 4 in sessie 1.

Het plan dat hier uit voortvloeit gaat de patiënt vervolgens een maand uitproberen (stap 5).

Na een maand komt de patiënt terug in de module en wordt door stap 6 geleid.

Welke woorden duiden op een subjectieve toestand die het uitvoeren van activiteiten belemmert?

  • moe
  • futloos
  • gebrek aan energie
  • geen zin
  • malaise
  • uitgeput

Welke dimensies kunnen worden onderscheiden bij vermoeidheid?

  • de kwaliteit van vermoeidheid als vooral fysiek of vooral psychisch
  • de duur van de vermoeidheid
  • het verschil tussen acute vermoeidheid en chronische vermoeidheid
  • de intensiteit van vermoeidheid

(De Ridder et al., 2000)

Welke klachten bestaan bij acute vermoeidheid?

Acute vermoeidheid is functioneel en reversibel:
  • vermoeidheid volgt op fysieke of psychische inspanning en dwingt tot rust, zodat lichaam en geest kunnen herstellen

Welke klachten bestaan bij chronische vermoeidheid?

  • chronische vermoeidheid is dikwijls irreversibel en er is vaak geen direct verband tussen de geleverde inspanning en vermoeidheidsgevoelen
  • een belangrijke implicatie hiervan is dat rusten de chronische vermoeidheidsgevoelens niet opheft
  • van chronische vermoeidheid wordt doorgaans gesproken als de moeheid langer dan zes maanden aanhoudt
  • chronische vermoeidheid dient onderscheiden te worden van het chronisch vermoeidheidssyndroom (CVS), waarvan chronische vermoeidheid weliswaar de kern vormt, maar waarbij ook andere symptomen voorkomen zoals spierpijn, concentratie- of geheugenproblemen of een zere keel


De intensiteit van vermoeidheid kan lopen van licht ongemak of weerstand tegen lichamelijke of psychische inspanning tot het zich totaal uitgeput voelen.

Welke rol speelt motivatie bij vermoeidheid?

  • er blijkt niet altijd een directe relatie tussen de intensiteit van vermoeidheid en het kunnen leveren van inspanning: zo is een winnaar ven de wedstrijd nog in staat tot het ererondje, terwijl degene met de tweede plaats dodelijk vermoeid neervalt
  • bij vermoeidheid gaat het dus niet uitsluitend om het niet kunnen leveren van inspanning; maar ook om motivatie
  • deze motivatie is het resultaat van een afwegingsproces waarbij de fysieke en psychische gesteldheid worden beoordeelt in het licht van de taken en activiteiten die wachten
  • in hoeverre deze motivatietheorie van vermoeidheid geldt voor alle vermoeidheidsvormen van chronisch zieken, is vooralsnog onduidelijk

Vermoeidheid is bij chronisch zieken geassocieerd met verschillende factoren, die in combinatie kunnen optreden en waarvan de onderliggende mechanismen nog lang niet altijd bekend zijn.

Veel vermoeidheidsklachten kunnen uit de ziekte of de behandeling daarvan verklaard worden.

Bijv:

  • uitputting door kanker, anorexie, infecties en koorts kunnen ontstaan door veranderingen in de energieproductie en energiesubstraten
  • factoren die de zuurstofopname beïnvloeden, zoals anemie, kunnen ook vermoeidheid veroorzaken
  • vermoeidheid kan verder het gevolg zijn van een opstapeling van afvalproducten, zoals ureum bij nierziekten
  • aantasting van de zenuwen of van de neurotransmissie kan eveneens leiden tot vermoeidheid en afname van spierkracht

Tot wat kunnen beperkingen door moeheid leiden?

  • frustratie
  • snelle irritatie en ongeduld
  • somberheid
  • depressiviteit
  • rouw


En het gevoel de vermoeidheid niet de baas te kunnen kan een algeheel gevoel van hulpeloosheid, gebrek aan controle en lage zelfwaardering met zich meebrengen.

Assessment en diagnostiek bij vermoeidheid en chronische ziekte:

  • CISS
  • MVI
  • SF/Rand 36
  • vermoeidheidsdagboek
  • BDI-PC
  • HADS

Behandelrationale bij vermoeidheid en chronische ziekte:

Gedragstherapie en cognitieve therapie

Hulpvraag bij vermoeidheid en chronische ziekte:

Vermoeidheid, tot niets meer komen

Doelstelling bij vermoeidheid en chronische ziekte:

  • omgaan met vermoeidheid bij een zo hoog mogelijke kwaliteit van leven
  • de regie over het eigen leven in handen houden of krijgen

Contra-indicaties bij interventies bij vermoeidheid en chronische ziekte:

Grotendeels onbekend, een eventuele depressie dient gediagnosticeerd en eerste behandeld te worden

Interventies bij vermoeidheid en chronische ziekte:

  • leefstijlinterventies
  • cognitieve technieken
  • graduele activatie
  • proactieve coping

Frequentie interventies per maand bij vermoeidheid en chronische ziekte:

een- of tweewekelijks

Verwacht aantal zittingen bij vermoeidheid en chronische ziekte:

tussen de twaalf en zestien, periode van drie tot zes maanden

Valkuilen bij interventies bij vermoeidheid en chronische ziekte:

te hoge verwachtingen

Wat wordt in de Checklist Individual Strength (CIS) in kaart gebracht?

In de CIS (Checklist Individual Strength) worden
  • subjectieve vermoeidheid,
  • lichamelijke activiteit,
  • motivatie en
  • concentratie
onderscheiden.

Wat bevat de Multidimensionele Vermoeidheids Index (MVI)?

Naast een schaal voor algemene vermoeidheidsgevoelens bevat de MVI subschalen voor het vaststellen van psychische mentale vermoeidheid en de gevolgen van vermoeidheid: reductie in activiteiten en reductie in motivatie.

Voor de inschatting van het algeheel functioneren kan gebruik gemaakt worden van wat?

Voor de inschatting van het algeheel functioneren kan gebruik gemaakt worden van de SF/Rand-36, die schalen bevat voor
  • fysiek functioneren
  • mentale gezondheid
  • rolbeperkingen door fysieke en emotionele problemen
  • sociaal functioneren
  • pijn
  • vitaliteit
  • gezondheidsverandering in het laatste jaar
  • de algemene gezondheidsbeleving

Welk probleem is er bij het vaststellen van depressiviteit bij chronisch zieken en welke vragenlijst zijn hier geschikt?

  • een probleem bij het vaststellen van depressiviteit bij chronisch zieken is dat somatische factoren de depressiviteitsscores ten onrechte kunnen verhogen, dus leiden tot overschatting van de depressie
  • de Hospital Anxiety and Depression Scale (HADS) is relatief ongevoelig voor deze overlap met somatische factoren
  • ook kan men opteren voor de Primary Care versie van de Beck Depression Inventory (BDI-PC)

Welke interventies zijn er om de cliënt te leren omgaan met vermoeidheid?

  • leefstijlinterventies
  • cognitieve therapie
  • graduele activering
  • proactieve coping

Wat wordt verstaan onder vermoeidheid en welke aspecten zitten eraan?

Vermoeidheid is een subjectieve toestand waarbij de persoon een gebrek aan energie heeft, moe en futloos is.

Er zijn meerdere termen voor maar centraal staat dat vermoeidheid het uitvoeren van activiteiten belemmert.

Er wordt een aantal dimensies aan vermoeidheid onderscheiden:

  • kwaliteit (psychisch versus lichamelijk)
  • duur (acuut versus chronisch)
  • intensiteit (sterkte)   

Wat zijn mogelijke manieren om in een online interventie vermoeidheid in kaart te brengen?
(eerder in deze studietaak hebt u immers kunnen lezen dat het belangrijk is om eerst te achterhalen op welke gebieden voormalige kankerpatiënten problemen hebben alvorens ze te adviseren om een bepaalde module te volgen)

In het hoofdstuk worden verschillende meetinstrumenten genoemd om vermoeidheid in kaart te brengen:
  • de Checklist Individual Strength (CIS)
  • de Multidimensionele vermoeidheidsindex (MVI)

De vragen zouden online afgenomen kunnen worden.

Ook de berekening van de scores en de omzetting in rapportage van aard en intensiteit van vermoeidheid kan met software geprogrammeerd worden en zo opgenomen in een online interventie.

Voormalig kankerpatiënten kan ook online worden aangeraden om een vermoeidheidsdagboek in te vullen.

Wellicht kan men een dergelijk dagboek in de vorm van een app bijhouden zodat hierover gemakkelijk online terug gerapporteerd kan worden.

Beschrijf hoe u de module het advies-op-maat vermoeidheid zou structureren.

Probeer ook uw voorstel te verantwoorden.

  • belangrijk aspecten in de interventie zijn de diagnose/screening van het vermoeidheidsprobleem (ernst vermoeidheid, domein van vermoeidheid (lichamelijk of psychisch))
  • met andere woorden: hoe groot is het probleem en waarin zit het probleem?
  • vervolgens kan op de specifieke onderdelen geïntervenieerd worden met behulp van de stappen van Problem Solving Therapy en daarbinnen technieken te integreren die specifiek voor het behandelen van vermoeidheid zijn

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo