Overgangsrecht - Aftrekbare kosten bestaande ews

3 belangrijke vragen over Overgangsrecht - Aftrekbare kosten bestaande ews

Welke van de volgende beweringen is waar?

I.  In de nieuwe wetgeving is niet langer een 30-jaarstermijn opgenomen
II. Onder het overgangsrecht blijft de 30-jaarsperiode wel bestaan

A. Beide beweringen zijn juist
B. Alleen bewering I is juist
C. Alleen bewering II is juist
D. Beide beweringen zijn onjuist

A is juist. In de nieuwe wetgeving is de 30-jaarstermijn vervangen door de aflossingstermijn van 360 maanden.

Welke bijzonder beperking geldt er voor de 30-jaarstermijn in het overgangsrecht?

Als een belastingplichtige onder omstandigheden zijn overgangsrecht verliest, valt men met de ews in het nieuwe eigenwoningregime. De belastingplichtige moet dan voldoen aan de aflossingseis van artikel 3.119a, lid 1 Wet IB 2001. Omdat de belastingplichtige onder het overgangsrecht een periode van de 30-jaarstermijn heeft gebruikt, dient dit in mindering te worden gebracht op de 360-maanden periode. 


Waar of niet waar?

Per 1 januari 2013 geldt de economische benadering (zoals beschreven in paragraaf 6.1). Voor 1 januari 2013 gold voor wat betreft de 30-jaarstermijn dat gekeken werd wie daadwerkelijk de eigen woning en de bijbehorende schuld in zijn of haar vermogen had. Voor een bestaande eigenwoningschuld die onder het overgangsrecht valt geldt deze economische benadering dus niet. 

Niet waar.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo