Samenvatting: Eindassessment

Studiemateriaal generieke omslagafbeelding
  • Deze + 400k samenvattingen
  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Gebruik deze samenvatting
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van eindassessment

  • 1 HC1 wk1 Klinimetrie

  • 1.1 Validiteit en reproduceerbaarheid

    Dit is een preview. Er zijn 15 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.1
    Laat hier meer flashcards zien

  • Welke twee vormen heb je bij contentvaliditeit (inhoudsvaliditeit) en wat betekenen ze?

    1. Face validiteit: een eerste subjectieve indruk van wat je ziet. Meet het instrument echt wat ik wil meten of mis ik iets?
    2. Content validiteit: meer in detail indruk van de inhoud, bijvoorbeeld een expert panel om te kijken of de meting valide is of niet.
  • Waarom zou iemand criterium validiteit meten?

    Als jouw meetinstrument bijvoorbeeld minder tijd of geld kost of minder intensief is voor degene die gemeten moet worden. Als dit instrument dan een valide instrument is, kan die misschien in de praktijk gebruikt worden.
  • Waarom is het bij slechte reproduceerbaarheid (maar wel goede validiteit) nuttig om meerdere metingen te doen?

    Omdat je dan nog steeds wel een valide meting kan krijgen als je de meting meerdere malen uitvoert en het gemiddelde pakt.
  • Waarom is het bij een niet valide meetinstrument (maar wel reproduceerbaar) niet nuttig om meerdere metingen te doen?

    Omdat je dan zo veel metingen kan doen als je wil, maar je altijd op een antwoord uitkomt die niet de werkelijkheid is.
  • Wat betekenen alle schietschijven en waarom?

    Dit.
  • 1.2 Statistische methoden voor toetsen validiteit en reproduceerbaarheid

    Dit is een preview. Er zijn 7 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.2
    Laat hier meer flashcards zien

  • Noem 2 redenen waarom het handig is om een scatterplot te maken als je de correlatiecoefficient in spss uitrekent.

    - Zodat je de outliers kan zien. Dit zijn uitschieters. Je kan ook zien hoe de punten zijn verdeeld.
    - Je kan systematische fouten oppikken.
  • Waarom kan je met een scatterplot systematische fouten oppikken als de correlatiecoefficient (r) 1 is?

    Dan liggen de punten wel helemaal goed op de lijn, maar dan is de lijn dus niet mooi in een hoek van 45 graden. Dan meet het ene instrument dus systematisch hoger/lager dan het andere instrument.
  • Wat zijn 2 andere namen voor de correlatie coefficient?

    - standardized beta 
    - pearsons r
  • Hoe kan je reproduceerbaarheid meten met een scatterplot/correlatie coefficient?

    inter-rater: Door de ene variabele onderzoeker 1 te maken en de andere variabele onderzoeker 2. Dan kan je zien of ze hetzelfde meten.
    intra-rater: door meting 1 van dezelfde onderzoeker variabele 1 te maken. En meting 2 van dezelfde onderzoeker variabele 2.
  • Wat wordt er bij de bland-altmanplot op de x-as en op de y-as gezet?

    X-as: gemiddelde van beide methoden (van 1 meting)
    y-as: verschil tussen beide methoden (van 1 meting)

Om verder te lezen, klik hier:

Lees volledige samenvatting
Deze samenvatting +380.000 andere samenvattingen Een unieke studietool Een oefentool voor deze samenvatting Studiecoaching met filmpjes
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart