Samenvatting: Eindtermen Week 5
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Eindtermen week 5
-
1 -
Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
Laat hier meer flashcards zien -
Van wat voor soort stimuli zijn veel ionkanalen afhankelijk om te kunnen openen of sluiten?
- Spanningsafhankelijke kanalen: veranderingen in het membraanpotentieel.
- Ligand-afhankelijke ionkanalen: worden gereguleerd dor het binden van een bepaald ligand aan het kanaal.
- Mechanische stimuli zoals druk.
-
Wat zijn de belangrijkste functies van ionkanalen?
- Geleiden van ionen
- Herkennen en selecteren van specifieke ionen
- Reageren op elektrische, mechanische of chemische signalen door te openen of sluiten.
-
3 -
-
Wat is de myelineschede en waar is het voor?
Myelinschede zit om zenuwcellen als bescherming. Ook wordt de snelheid waarmee de impuls langs de zenuwcel geleidt wordt hierdoor groter en kost het minder energie omdat de Na/K pomp minder ionen terug hoeft te pompen om het rustpotentiaal te bewaren omdat er alleen AP is bij insoering van Ranvier. -
4 -
Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 4
Laat hier meer flashcards zien -
Leg uit hoe impuls overdracht in de synaptische spleet werkt.
- Door AP gaan Ca kanalen open en stroomt Ca in het synaptisch eindplaatje.
- Ca bindt zich aan de vesikels met neurotransmitter en hierdoor fuseert de vesikel met het plasmamembraan.
- Neurotransmitter bindt aan de receptor op het postsynaptisch membraan en kan dan een remmende of een stimulerende werking hebben.
- a) Na kanalen gaan open en de doorlaatbaarheid voor Na wordt verhoogd --> stimulering impuls.
b) K kanalen gaan open en de doorlaatbaarheid van K verhoogt --> remming impuls. - Neurotransmitter wordt afgebroken door bv een enzym, wordt op een andere manier de synaptische spleet uitgewerkt of wordt weer opgenomen door de presynapt.
-
5 -
-
Welke 4 verschillende manieren van signaal overdracht zijn er?
- Endocriene signaaloverdracht: algemene verspreiding van informatie over het hele lichaam, verspreiding via hormonen in het bloed.
- Paracriene signaaloverdracht: lokale verspreiding van informatie. Gaat via lokale mediatoren door het extracellulaire milieu.
- Neuronale signaaloverdracht: betreft grote afstanden, maar niet voor heel het lichaam. Het is specifiek voor een bepaalde cel. Gaat via het axon van de cel, naar de hersenen en van de hersenen naar de doelcel.
- Cel-cel contacten: meest lokale en hierbij is geen transport van transmitters nodig, maar is er gewoon direct ligand/receptor contact tussen 2 cellen.
-
6 -
-
Wat is een second messenger en wat zijn de meest voorkomende??
- Een second messenger is een klein molecuul dat in het cytosol gesynthetiseerd is of in het cytosol is losgelaten als reactie op een extracellulair signaal.
- Het helpt om het signaal door te geven binnen de cel.
- Second messenger genoemd omdat de "first messengers" de liganden zijn die aan de receptoren binden.
- Meest voorkomende zijn cAMP, IP3, en Ca.
- Een second messenger is een klein molecuul dat in het cytosol gesynthetiseerd is of in het cytosol is losgelaten als reactie op een extracellulair signaal.
-
7 -
-
Wat gebeurt er met adrenaline die wordt vrijgelaten als we bang of opgewonden zijn en waar komt het vandaan?
- Wordt vrijgelaten door de bijnier.
- Adrenaline komt in de bloedbaan terecht en bindt zich aan een groep G-protein-coupled receptors (GPCRs) van B-adrenerge receptoren.
- Dit zorgt voor allemaal cel reacties die het lichaam voorbereiden op plotselinge actie.
- Wordt vrijgelaten door de bijnier.
-
Hoe wordt het signaal van een B-adrenerge receptor vertaald naar een cellulaire response?
- Adrenaline bindt aan een B-adrenerge receptor en deze wordt geactiveerd.
- De receptor activeert vervolgens een G-protein die weer het enzym adenyl cyclase activeert.
- Adenyl cyclase maakt dan cAMP van ATP en cAMP activeert protein kinase (PKA).
- Hierdoor kan PKA het enzym fosforylase kinase activeren, wat op zijn beurt weer glycogeen fosforylase activeert.
Glycogeen fosforylase is het enzym dat glycogeen afbreekt en hierdoor komt er glucose vrij die nodig is om het lichaam klaar te maken voor actie! -
8 -
Dit is een preview. Er zijn 3 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 8
Laat hier meer flashcards zien -
Hoe wordt geur gedetecteerd?
Geur wordt gedetecteerd door 7TM receptoren die zich in de epitheel cellen aan de bovenkant van de neusholte bevinden. Deze receptoren sturen een signaal naar de hersenen en het zijn er ongeveer 350. -
Hoe wordt smaak gedetecteerd?
Ook door 7TM receptoren die zich in de smaakpapillen op de tong bevinden.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden