Samenvatting: Eiwitkristallografie
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van eiwitkristallografie
-
1 Inleiding
Dit is een preview. Er zijn 2 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
Laat hier meer flashcards zien -
Waarom moet er eerst een kristal gemaakt worden, voor röntgendiffractie kan worden uitgevoerd?
De elektronen van één atoom geven onvoldoende verstrooiing voor het maken van een goede röntgenopname > de eiwitmoleculen moeten netjes naar elkaar gestapeld liggen. Vanuit de natuur vormen de moleculen in de vaste fase een kristal: de netjes naast elkaar gestapelde atomen geven voldoende interactie met röntgenstraling om de driedimensionale structuur van een eiwit te kunnen vaststellen. -
Waarom kan de plaats van atomen wel met röntgenstraling worden bepaald, maar niet met licht?
De atomen zijn te klein om met ze met een lichtmicroscoop te kunnen waarnemen, maar ze kunnen wel röntgenstraling verstrooien. Een elektron dat op de juiste manier geraakt wordt door röntgenstraling gaat ook straling uitzenden > plaats elektron en dus plaats atoom kan worden vastgesteld. -
2 Kristallen maken
Dit is een preview. Er zijn 25 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2
Laat hier meer flashcards zien -
Waardoor gaat een gas naar een vaste stof?
De deeltjes bewegen minder snel door een temperatuurdaling. De aantrekkingskracht tussen de deeltjes wordt groter waardoor de deeltjes op een vaste plek blijven zitten. -
Wat is een amorfe stof?
Een stof waarbij de ordening van de deeltjes niet regelmatig is zoals bij glas. -
Wat is een kristallijne stof?
Een stof waarvan de deeltjes netjes ten opzichte van elkaar gerangschikt zijn. Zoals kristallen. -
Wat is een polykristallijne stof en hoe ontstaat deze?
Een polykristallijne stof is een stof die is opgebouwd uit veel verschillende kristalletjes.
Wanneer een vloeibare stof afkoelt en gaat stollen ontstaan er tegelijkertijd op verschillende plaatsen kristalletjes. Binnen deze kristalletjes zijn de deeltjes netjes gerangschikt ten opzichte van elkaar, maar de kristalletjes zelf zijn willekeurig georiënteerd ten opzichte van elkaar. -
Onder welke omstandigheden kan een kristal goed groeien?
- omgeving waarin de temperatuur weinig veranderd
- genoeg grondstoffen om te blijven groeien
- gebied waar veel metalen in de vorm van sulfiden zijn (gips) -
Welke twee methoden zijn er om uit een verzadigde oplossing zoutkristallen te laten groeien?
- Langzaam laten afkoelen
- Langzaam water laten verdampen
In een verzadigde oplossing heerst evenwicht tussen het vaste zout en de opgeloste ionen. - Langzaam laten afkoelen
-
Hoe kun je eiwittenkristallen het beste laten groeien?
Oplossen in water omdat ze anders denatureren. -
Wat gebeurt er in het metastabiele gebied?
Bij een kleine oververzadiging is de kans klein dat de juiste ionen elkaar treffen waardoor de kans op nucleatie klein is. De deeltjes blijven dan in oplossing en is er dus geen evenwicht.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden