Startpagina / Samenvattingen / Elektronisch contractenrecht / inhoud-vertrouwen-vlakken

Authenticatie, Vorm en bewijs - Inleiding

5 belangrijke vragen over Authenticatie, Vorm en bewijs - Inleiding

Partijen hebben behoefte aan vertrouwen in hun communicatie als deze op afstand plaatsvindt. Wat zijn de twee hoofdfuncties hiervan?

Identificatiefunctie (Vertrouwen in wie de afzender is)
Validiteit van de communicatie (betrouwbaarheid van de inhoud)

Wat voor functies heeft een verzegelde brief?

1. Vertrouwen over de afzender van de brief.
2. Niet met de inhoud geknoeid

De ontvanger kan validiteit, oftewel het vertrouwen hebben op verschillende vlakken. Noem de 3 vlakken waarop de ontvanger vertrouwen kan hebben.

Confidentialiteit: tussen afzending en ontvang van de brief heeft niemand kennisgenomen van de inhoud.
Integriteit: de inhoud is ongewijzigd gebleven
Niet-weerlegbaarheid: doordat de verzender de postbezorging in werking heeft gesteld, kan deze niet achteraf eenvoudig ontkennen dat de boodschap van hem afkomstig is.

Behoefte aan vertrouwen in communicatie op afstand, twee hoofdfuncties?

1. Identificatiefunctie = vertrouwen in wie afzender is (brief met naam afzender en ondertekening)
2. Validiteit van de communicatie = betrouwbaarheid van de inhoud (verzegeld, aan postdienst toevertrouwd)

Op welke twee punten moet men de beperkingen van de technische methoden van authenticatie onderkennen?

Het wilsprobleem: Elektronische handtekeningen kunnen volgens Voulon niet de traditionele functie als bezinningsmoment en als bevestiging van de wilsuiting ondersteunen
Juridische bevoegdheid: Authenticatie is anders dan autorisatie: aspect dat brief afkomstig is van A staat los van of A ook bevoegd is om namens bedrijf te handelen.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

Elektronisch contractenrecht | 9789462905337 | Evert Dirk Casimir Neppelenbroek

Bekijk samenvatting