De overeenkomst op afstand

68 belangrijke vragen over De overeenkomst op afstand

Art. 6:230i lid 4

Alle informatieplichten hebben cumulatieve gelding

Ratio regeling overeenkomst op afstand; tweeledig:

  • Zoveel mogelijk eenvormige regelingen  realiseren in de EU lidstaten; algemene Europese markt > Rechtszekerheid
  • Noodzaak om consument in bescherming te nemen
    • Agressieve handelsvorm
    • Geven van informatie is noodzakelijk
    • Moet overeenkomst kunnen herroepen

Welke drie redenen zijn er volgens de Europese wetgever om consumenten in bescherming te nemen?

1. De overeenkomst op afstand wordt als agressieve handelsvorm gezien.
2. De consument op afstand heeft ten opzichte van een consument in een fysieke winkel een informatie achterstand.
3. De consument moet de overeenkomst kunnen herroepen, omdat de consument het product of dienst voor de aanschaf niet heeft kunnen zien of uitproberen.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

DVI en ovk op afstand overlappen elkaar gedeeltelijk

  • DVI betreft ook andere commerciële activiteiten dan enkel de overeenkomst
  • Ovk op afstand hoeft niet op individueel verzoek + moet gaan om een georganiseerd systeem

Ooa: Wat valt onder het begrip handelaar?

1. Natuurlijk persoon of rechtspersoon
2. Volmacht en lastgeving

Ooa: Hoe moet het begrip consument worden uitgelegd volgens Hijma? En volgens van Neppelenbroek?

- Hijma: meer objectieve benadering (hoe partijen de omstandigheden redelijkerwijs mochten opvatten) in plaats van subjectief (partijbedoeling).
- Van Neppelenbroek: het strookt met de gedachte van consumentenbescherming dat een wederpartij die zich hierop wenst te beroepen niet hoeft aan te tonen dat zij werkelijk als particulier handelde, maar dat de handelaar dat zo heeft moeten opvatten.

Soms hebben overeenkomsten trekken van zowel koop als een dienst; begrippen die van belang zijn:

  • Aanvullende overeenkomst (art. 6:230g lid 1 sub 1 BW) = als de overeenkomsten op een zodanige wijze met elkaar samenhangen, dat de ene met het oog op de andere overeenkomst is gesloten
  • Gemengde overeenkomst (art. 6:230g lid 2 BW) = bijvoorbeeld de koop op afstand van een cv-ketel met daaraan gekoppeld een voortdurende onderhoudsovereenkomst

Ooa: Wanneer is er sprake van een georganiseerd systeem? En wie moet dat bewijzen?

- Als de handelaar een systeem gebruikt dat geschikt is voor contracteren op afstand.
- Handelaar moet bewijzen dat er geen georganiseerd systeem is (geen omkeer bewijslast).

Ooa: Wat houdt zonder gelijktijdige persoonlijke aanwezigheid in?

- Met behulp van telecommunicatietechniek
- Voor informatie consument fysieke winkel en online kopen --> ooa
- Overeenkomst via website gesloten en ophalen winkel --> ooa

Onderscheid consumentenkoop op afstand en overeenkomst tot verrichten diensten, soms zowel koop als dienst voorbeelden:

1. Aanvullende overeenkomsten (art. 6:230g lid 1 sub L BW).
- Overeenkomsten samenhangen dat de ene met het oog op het andere wordt gesloten (bijvoorbeeld aanvullende dienst - cv).
2. Gemengde overeenkomst (art. 6:230g lid 2 BW).
- 1 of 2 overeenkomsten?
  - Haviltex? Wat mochten partijen verwachten?
  - Van Neck en van der Veen: dubbele kwalificatie, een enkel gemende overeenkomst met koop- en dienstaspect.

Welke mening heeft Schaub over overeenkomsten zonder kernbedingen? En van Neppelenbroek?

- Schaub: indien de informatie geen onderdeel vormt van het aanbod kan het geen onderdeel worden van de overeenkomst
- Van Neppelenbroek: voorop staan de   gerechtvaardigde verwachtingen van partijen, zoals voortvloeit uit art. 7:17 BW en Haviltex

Wat zijn sancties bij niet-nakoming van art. 6:230 m lid 1 BW volgens de Europese wetgever? En Nederlandse wetgever?

- Europese wetgever: sanctie moet passend, doeltreffend en afschrikwekkend zijn.
- Nederlandse wetgever: vordering tot nakoming, schadevergoeding tot verschillende varianten van aantasting van de overeenkomst door vernietiging.

Wat zijn sancties bij niet-nakoming van art. 6:230m lid 1 BW volgens Tigelaar? En Schaub? En van Neppelenbroek?

- Tigelaar: uitgaan sanctie van art. 6:193f jo. art. 6:193j lid 3 BW. Consument moet causaal verband tussen aangaan overeenkomst en schending informatieplicht bewijzen. Volgens Tigelaar wenselijk dat bewijslast bij handelaar zou liggen.
- Schaub: gaat uit van de optie 3:40 lid 2 BW en beoogt dat schending van de informatieplicht zonder meer leidt tot vernietigbaarheid.
- Van Neppelenbroek: volgt Tigelaar, maar verdedigt dat bewijzen causale verband niet ligt bij de consument, maar bij de handelaar. Oplossing: art. 6:227 lid 4 BW.

In welk artikel staat de postcontractuele informatieplicht gecodificeerd?

Art. 6:240v lid 7 BW

Sanctionering niet-nakomen precontractuele informatieplicht volgens de wetshistorische en teleologische overwegingen? Tigelaar? Neppelenbroek?

- Wetshistorische en teleologische overweging: overeenkomst ontbinden als de informatie niet is verstrekt (aansluiting art. 6:227b lid 2 en lid 5 BW).
- Tigelaar: vordering in nakoming (art. 3:296 BW). Wie na een korte tijd na aanmaning alsnog de beschikking krijgt over het complete dossier, wordt niet meer dan nodig in zijn belangen aangetast.
- van Neppelenbroek: beveelt aan om bij de aanmaning tot nakoming direct een korte termijn te noemen, na ommekomst waarvan de overeenkomst zal zijn ontbonden. Deze termijn kan kort zijn: eerder een week dan een maand.

Wat is de mening van Hijma over herroepingsrechten?

Het wijst erop dat aanvankelijk tussen   handelaar en consument wel degelijk een   bindende overeenkomst is gesloten. Het bijzondere aan het herroepingsrecht van art. 6:230o BW is dat de consument voor het effectief inroepen van de grond geen reden hoeft te geven en in het bijzonder niet hoeft te stellen dat er iets mis is met het product of de dienst.

Voorwaardelijke uitzondering; 6:230p sub d

Vereisten:
  • Ovk kan gedurende de herroepingstermijn volledig worden nagekomen
  • Bij kortlopende diensten of diensten die onmiddellijk kunnen worden uitgevoerd, geldt als eerste eis voor het laten eindigen van het herroepingsrecht bij aanvang van de overeenkomst dat de consument voorafgaand aan het sluiten van de dienst er uitdrukkelijk mee instemt dat de dienst begint

Wat is de reikwijdte van het consumenten herroepingsrecht (art. 6:230o BW)?

- Overeenkomsten op afstand (art. 6:230g lid 1 sub g BW)
- Relevante uitzonderingen (art. 6:230h BW)
- Uitzonderingen (art. 6:230p a-g BW - wel informatieplicht)

Wat zijn de verschillen tussen ontbindingsrecht door herroeping (art. 6:230o BW) en ontbinding (art. 6:265 BW)?

- Art. 6:265 BW = iedere schuldeiser en art. 6:230o BW = consument bij de overeenkomst op afstand
- Art. 6:265 BW = tekortkoming en verzuim en art. 6:230o BW = geen tekortkoming bij de handelaar vereist.
- Art. 6:265 BW = niet gebonden aan een termijn en art. 6:230o lid 2 BW = 14 dagen.
- Vormvoorschrift art. 6:267 BW geldt niet bij art. 6:230o BW.

Wat is de mening van Schaub over de term 'op verzoek' en instemming? En waarop duidt dat? En wat is de mening van de Europese commissie hierover?

- Art. 6:230v lid 8 BW: De consument initiatief neemt om de dienst te laten beginnen --> verzoek
- Art. 6:230p sub d onder 1 BW: het initiatief kan zowel bij de handelaar als bij de consument liggen (mogelijkheid bieden om diensten te laten aanvangen) --> instemming
- Europese commissie: express request (uitdrukkelijk verzoek) en prior express consent (uitdrukkelijk voorafgaande toestemming) verschillen niet van elkaar.

Kunnen de consumenten afstand doen van hun herroepingsrecht bij levering van gas, water en elektriciteit?

Nee

Hoe wordt digitale inhoud gekwalificeerd? En wat is de consequentie van de kwalificatie?

- Afstand te kopen zaak
- HR van toepassing

Dienst op afstand; onderscheid 3 situaties:

  • De uitvoering van de dienst vangt aan meer dan 14 dagen na het sluiten van de overeenkomst
    • consument mag zich nog 14 dagen bedenken; eventuele vooruitbetaalde bedragen krijgt hij terug
  • Dienst vangt eerder aan; niet op verzoek consument
    • diensten op afstand mogen alleen om uitdrukkelijk verzoek (6:230v lid 8), mogen geen kosten in rekening gebracht worden
  • Dienst vangt eerder aan; wel op verzoek
    • consument moet betalen voor hetgeen is verricht; 6:230s lid 4

Wat valt onder de functionaliteit bedoeld in art. 6:230m lid 1 sub r BW?

1. Beperkingen die aan het gebruik van de digitale inhoud zijn verbonden (bijvoorbeeld kopieerbeveiliging - DRM).
2. Bij gebruikersbeperking kan men denken aan regionale coderingen (bijvoorbeeld alleen functioneel in bepaald land/stad).
3. Mogelijkheid om het gedrag van de consument in kaart te brengen (bijvoorbeeld tracking cookie - art. 11.7a Tw, instemming).

Informatieplicht digitale inhoud

  • Art. 6:230m lid 1 sub r BW (functionaliteit):
    • Beperkingen die aan het gebruik van digitale inhoud verbonden zijn
    • Regionale coderingen
    • De mogelijkheid om het gedrag van de consument in kaart te brengen
  • Art. 6:230m lid 1 sub s (interoperabiliteit) = de mogelijkheid om daadwerkelijk via hardware en software van de digitale inhoud gebruik te maken
  • De herroepingstermijn vangt aan op het moment van het sluiten van de overeenkomst (art. 6:230o lid 1 sub c BW)
    • Kan uitgesloten zijn als consument vooraf uitdrukkelijk heeft ingestemd
    • Kosteloze verlenging nvt

Kan het HR worden uitgesloten bij digitale inhoud die niet wordt verschaft op een stoffelijke drager? Kosten? Heeft digitale inhoud de kosteloze verlening van art. 6:230o lid 2 BW?

- Ja, mits voldaan aan art. 6:230p onder g BW.
- Nee, art. 6:230s lid 5 sub b BW.
- Ja, mits op een drager (art. 6:230o lid 2 BW + art. 6:230s lis 3 BW) en bij download niet (art. 6:230s lid 5 onder b BW).

Wat voor soort informatie vind je op een website? Wanneer is sneller sprake van schending van de informatieplicht?

1.Objectief
2. Subjectief

Als over meer objectieve informatie geen of onjuiste informatie wordt gegeven (de hoeveelheid versnellingen op de fiets of de maten van het bed), dan is sneller aan te nemen dat niet aan de informatieplicht is voldaan.

Hoe ruim moet begrip e-mail worden uitgelegd (art. 6:230m lid 1 sub c BW)? Waar gaat het om?  Wat is nooit voldoende?

Ruim, want hieronder vallen ook een chatfunctie of een terugbeldienst.

Het gaat erom dat rechtstreekse en efficiënte communicatie moet kunnen plaatsvinden.

Het enkele feit dat er contactgegevens zijn.

Wat wordt bedoeld met andere vormen van online communicatie in art. 6:230m lid 1 sub c BW?

Het gebruik van een account met een berichtenbox.

Wat zijn manieren om aan de informatieplicht te voldoen (art. 6:230v lid 3 BW)?

- Hyperlink (een verwijzing naar een soortgelijke functie) kan, mist ondubbelzinnig duidelijk
- Ook wordt de praktijk aanvaard waarbij de online overeenkomst eerst tot stand komt bij het betalen

Term bestellen op de bestelknop, een verwijzing naar een betalingsverplichting?

Een bestelknop met de tekst ‘aanvraag versturen’ of alleen ‘versturen’ is in elk geval te onduidelijk. ‘Bestellen en betalen’ is dan weer wel voldoende duidelijk.

Omvang art. 6:230n lid 3 BW meerkosten?

Nee mag niet, alleen de totaalprijs in beginsel

Noem een voorbeeld waar rt. 6:230m lid 1 sub u BW ziet?

Tracking cookies waarbij de prijs wordt verhoogd naarmate de consument meer op een site belangstelling toont voor een bepaald product/dienst.

Wat kan niet uit art. 6:230m lid 1 sub u BW?

Dat de aanbieder inhoudelijk moet aangeven waarom een prijs hoger of lager uitvalt. Het ware wenselijk dat op dit punt een breed gedragen gedragscode wordt opgesteld. Een dergelijke gedragscode zou een normatief richtsnoer kunnen vormen voor de inhoudelijke bescherming van de consument

Wat is de mening van van Neppelenbroek over het begrip betaalmiddelen?

Moet ruimt opgevat worden, niet vereist gangbaar geld in de zin van art. 6:112 BW (meer dan giraal en chartaal geld).
- Elektronisch geld, niet gekwalificeerd als elektronisch geld (voucher bij een bepaalde verkooporganisatie wordt uitgegeven) of cryptocurrency
- Alle moet aanvaardt worden

Moeten de wettelijke termijnen ook worden opgenomen in het contract (art. 6:230m lid 1 sub g BW)?

Nee
- Bijvoorbeeld art. 7:9 lid 4 BW

WEL art. 7:17 BW (art. 6:230m lid 1 sub 1 BW)

Commerciële en producenten garanties (art. 6:230m lid 1 sub m BW)

Over commerciële garanties van de handelaar moet altijd informatie worden verstrekt, over die van producenten enkel wanneer, kort gezegd, deze een belangrijk onderdeel uitmaken van het aanbod van de handelaar.

Schenden informatieplicht nieuw (art. 6:230o lid 2 BW)
Koop op afstand

Zolang de consument niet over dit recht wordt voorgelicht, mag deze laatste, tot maar liefst een jaar lang, de overeenkomst op basis van dit herroepingsrecht ontbinden na de veertien dagen die hij toch al heeft. Dus maximaal 1 jaar + 14 dagen gratis gebruiken en terugsturen zonder andere kosten dan die van terugzending.


Koop op afstand: art. 6:230s lid 3, tweede zin, BW
Dienst op afstand: art. 6:230 lid 5 onder a 1 BW

Wat is het verband tussen art. 6:230m lid 1 BW en art. 6:233b BW?

Als de informatie ex art. 6:230m lid 1 BW op een juiste wijze en op het juiste moment is verschaft, dan zal ook aan de informatieplicht van art. 6:233b zijn voldaan.

Wat valt volgens Schaub onder de kernbedingen?

We denken dan direct aan de prijs en het product of de dienst, waarover op grond van art. 6:230m lid 1 onder a en e BW informatie moet worden verschaft. Is die informatie automatisch deel van de overeenkomst? Schaub vindt van wel. Volgens haar vloeit dat ook al uit het algemene contractenrecht voort. Ze stelt: ‘Indien de informatie geen onderdeel vormt van het aanbod kan het geen onderdeel worden van de overeenkomst'.

Wat behelst het contract? Van Neppelenbroek

Mag naar zijn mening de documentatie niet voorop staan, maar moeten, zoals voortvloeit uit art. 7:17 BW en het Haviltex-criterium, de gerechtvaardigde verwachtingen van partijen vooropstaan. Daarvan afwijkende informatie in het superdocument (dat voorafgaand aan de overeenkomst toch al nauwelijks gelezen zal worden) legt het daartegen af.

Als de gemiddelde consument een bepaalde functionaliteit mag verwachten en de wasmachine biedt deze functionaliteit niet, dan is sprake van non-conformiteit. De handelaar mag zich dan niet achter het superdocument verschuilen.

Waarin moet de betekenis van rt. 6:230n lid 2 BW in connectie met de conformiteitsvraag gezocht worden? En wat levert het doorslaggevende argument op?

Ratio van de regeling: consumentenbescherming


Het superdocument levert een doorslaggevend argument op voor de consument die zich op non-conformiteit beroept.

Als de consument kan laten zien dat de wasmachine maar 1400 toeren draait in plaats van de beloofde 1600 toeren, is er dan sprake van non-conformiteit?

Ja en hoeft volgens art. 6:230n lid 2 BW niet te bewijzen dat bepaalde functies niet kunnen bij 1400 toeren.

Als de wasmachine precies het beloofde toerental kan halen? En bij hoger toerental?

Dan zal de consument moeten betogen dat ondanks de kloppende documentatie de wasmachine niettemin niet voldoet aan de overeenkomst, omdat de bruikbaarheid van de wasmachine achterblijft bij diens redelijke verwachtingen.

Dan geldt hetzelfde.


Het betoog dat het ‘superdocument’ niet spoort met het contract, moet ook dan mogelijk blijven.

Welke vier adders zitten er onder het gras na Tiketa waarin is bepaald dat 'De bepalingen uit de richtlijn consumentenrechten (art. 6 lid 1 en 8 lid 1), die in het Nederlandse recht zijn terechtgekomen in art. 6:230m lid 1 en art. 6:230v lid 1 BW, verzetten zich er niet tegen dat de informatie als bedoeld in art. 6:230m lid 1 sub a en verder in de algemene voorwaarden wordt geplaatst. Daar moet dan wel via een clickwraplicentie worden verwezen'?

Behandel de eerste adder onder het gras:

1. Het feit dat art. 6:230m lid 1 en art. 6:230v lid 1 BW niet aan plaatsing in de algemene voorwaarden in de weg staat, wil niet zeggen dat er geen andere regelgeving kan zijn die dat doet.
- Bijvoorbeeld art. 3:15d lid 1 BW (ook bij voortduring naar verwijzen), dan volstaat click-wrap niet

Welke vier adders zitten er onder het gras na Tiketa waarin is bepaald dat 'De bepalingen uit de richtlijn consumentenrechten (art. 6 lid 1 en 8 lid 1), die in het Nederlandse recht zijn terechtgekomen in art. 6:230m lid 1 en art. 6:230v lid 1 BW, verzetten zich er niet tegen dat de informatie als bedoeld in art. 6:230m lid 1 sub a en verder in de algemene voorwaarden wordt geplaatst. Daar moet dan wel via een clickwraplicentie worden verwezen'?

Behandel de tweede adder onder het gras:

2. Tiketa enkel een toepassing betreft van art. 6 lid 1 en 8 lid 1 van de richtlijn consumentenrechten (en dus het daarmee corresponderende art. 6:230m lid 1 en 6:230v lid 1 BW). Waar de uitspraak niet over gaat, zijn de informatieplichten uit art. 6:230v lid 2, 3 en 4, die specifiek zijn gemaakt voor de elektronische bestelomgeving.

Wat is niet voldoende voor uit het oog springen in artikel 6:230v lid 2 BW?

Het is niet voldoende deze vragen te beantwoorden door op een plek op de bestelpagina via een hyperlink te verwijzen naar de algemene voorwaarden of een ander superdocument, ook al zijn de plaats en de benaming van de link en de informatie daarachter duidelijk.

Welke vier adders zitten er onder het gras na Tiketa waarin is bepaald dat 'De bepalingen uit de richtlijn consumentenrechten (art. 6 lid 1 en 8 lid 1), die in het Nederlandse recht zijn terechtgekomen in art. 6:230m lid 1 en art. 6:230v lid 1 BW, verzetten zich er niet tegen dat de informatie als bedoeld in art. 6:230m lid 1 sub a en verder in de algemene voorwaarden wordt geplaatst. Daar moet dan wel via een clickwraplicentie worden verwezen'?


Behandel de vierde adder onder het gras:

In Tiketa bepaald dat de mogelijkheid om naar de algemene voorwaarden te verwijzen om te voldoen aan de precontractuele informatieplicht, niet afdoet aan de postcontractuele informatieplicht uit art. 6:230v lid 7 BW.

Waarom zoveel jurisprudentie over sancties bij niet-nakoming informatieplicht?

Heeft vooral te maken met het feit dat de rechter zich op grond van Europees recht verplicht acht de consumentenbeschermende regels ambtshalve te handhaven, dus ook als de consument er in rechte geen beroep op doet. Dat betekent onder meer dat verstekzaken voor de civiele rechter niet routinematig meer kunnen worden toegewezen.
- Op grond van art. 6:230n lid 4 BW: moet de handelaar aantonen dat hij aan de informatieplichten heeft voldaan.

Stappenplan aan de hand van Arvato/X (hoe de Hoge Raad de sanctionering van informatieplichten voor zich ziet), stap 1:

Kijken naar de schending van informatieplichten bij welke een specifieke sanctie is voorgeschreven.

Stappenplan aan de hand van Arvato/X (hoe de Hoge Raad de sanctionering van informatieplichten voor zich ziet), stap 2:

Vervolgens zijn er informatieplichten waarbij geen specifieke sanctie staat, waarbij valt te onderscheiden naar essentiële en niet-essentiële informatie

Waarom worden vaak vorderingen zoals die bij Arvato/X afgewezen?

Om procesrechtelijke reden
Bij het indienen van de dagvaarding moet de handelaar namelijk aan de stelplicht voldoen (art. 111 lid 2 jo. 21 Rv). Dat betekent in dit verband dat de handelaar uit eigen beweging aan de rechter de aanknopingspunten moet geven voor de beoordeling van de vraag of aan de informatieplichten is voldaan.

De rechter verwacht documenten waar de relevante stukken zijn aangemerkt (niet inzage bij de KvK), zodat hij zich een oordeel kan vormen.

Schending ontbindingsrecht (art. 6:230m lid 1 onder h BW), sanctie

- Verlenging ontbindingstermijn (art. 6:230o lid 2 BW)
- Kosten niet verschuldigd consument niet aansprakelijk voor waardevermindering (art. 6:230o lid 3 en 5 BW)

Schending kosten terugverzending (art. 6:230m lid 1 onder i BW), sanctie

Kosten niet verschuldigd (art. 6:230s lid 2 BW)

Schending betalingsverplichting (art. 6:230v lid 3 BW), sanctie

Vernietiging van de overeenkomst (art. 6:230v lid 3 BW)

Schending afwijken de kosten communicatiemiddel (art. 6:230 lid 1 onder f BW, sanctie

Geen kosten boven basistarief (art. 6:230k lid 3 BW)

Schending bijkomende kosten (art. 6:230m lid 1 onder e/i BW), sanctie

Kosten niet verschuldigd (art. 6:230n lid 3 BW)

Schending verschuldigdheid redelijke kosten in bepaalde gevallen (art. 6:230m lid 1 onder j BW), sanctie

Kosten niet verschuldigd (art. 6:230s lid 5 BW)

Als art. 6:230m lid 1 BW wordt geschonden, bestaan meerdere denkbare mogelijkheden voor de individuele consument om de overeenkomst aan te tasten, mening Europese wetgever?

De Europese wetgever heeft enkel aangegeven dat de sanctie passend, doeltreffend en afschrikwekkend moet zijn.




Als art. 6:230m lid 1 BW wordt geschonden, bestaan meerdere denkbare mogelijkheden voor de individuele consument om de overeenkomst aan te tasten, mening Nederlandse wetgever?

De Nederlandse wetgever heeft in de memorie van toelichting een algemene beschouwing over de sanctionering van de regels afkomstig uit de richtlijn een aantal mogelijke sanctiemiddelen op een rij gezet. Deze variëren van een vordering tot nakoming, schadevergoeding tot verschillende varianten van aantasting van de overeenkomst door vernietiging.

Als art. 6:230m lid 1 BW wordt geschonden, bestaan meerdere denkbare mogelijkheden voor de individuele consument om de overeenkomst aan te tasten, mening literatuur?

Aangezien de precontractuele informatieplicht van art. 6:230m BW ertoe strekt de wilsvorming van de consument te ondersteunen, is in de literatuur vrij breed aangenomen dat bij de sanctionering uitgegaan moet worden van een variant waarbij vernietiging mogelijk is, zoals dat ook bijvoorbeeld bij dwaling het geval is.

HR extra bij gedeeltelijke vernietiging (art. 3:41/53 lid 2/54 lid 2 en 6:230/248 lid 2 bij niet nakomen van informatieplicht

Prijsvermindering
Rechters hanteren de sanctierichtlijn dat bij maximaal drie voldoende ernstige schendingen 25% van de prijs afgehaald wordt, en bij meer dan drie schendingen 50%.

Hoe kunnen de niet-essentiele informatieplichten worden gehandhaafd?

- Consument in rechte beroepen
- ACM kan alle dwingendrechtelijke bepalingen bestuursrechtelijk handhaven op grond van de Wet handhaving Consumentenvescherming

Functie van informatieplicht uit art. 6:230v lid 7 BW

Om de consument een document te laten hebben dat kan dienen als dossier voor alle contractinformatie (dossierfunctie).

Waarom vind van Neppelenbroek de gehanteerde benaming van Schaub 'formeel en dwingendrechtelijk vereist' minder gelukkig?

Omdat deze de indruk wekt dat de geldige totstandkoming van de overeenkomst afhankelijk is van het bevestigen van de informatie. Dat is niet het geval: ook bij het contracteren in de elektronische omgeving komt een overeenkomst niet tot stand door het voldoen aan informatieplichten, maar door aanbod en aanvaarding (art. 6:217 BW). Als wel aan de precontractuele, maar niet aan de postcontractuele informatieplicht is voldaan, dan gaat de precontractuele informatie dan ook op de wijze van art. 6:230n lid 2 BW gewoon deel uitmaken van de overeenkomst.

Kan een shopping account worden gezien als duurzame gegevensdrager in de zin van art. 6:270v lid 7 BW? Overijssel

De rechtbank Overijssel liet zich er vrij eenvoudig van overtuigen dat de account dient als duurzame drager. De rechter constateerde dat alle relevante informatie eenvoudig toegankelijk op de account staat en dat deze ‘ongewijzigd blijft’

Shopping account duurzame gegevensdrager algemeen

In beginsel geen duurzame drager kan zijn, behalve als kan worden aangetoond dat de zich daarin bevindende gegevens toegankelijk en onveranderbaar zijn en blijven

Schending postcontractuele informatieplicht (art. 6:230v lid 7 BW), sanctie

Blijkens het sanctiemodel dat in de rechtspraak wordt gehanteerd, telt het ontbreken van een bevestiging met essentiële informatie als een schending. Het enkele ontbreken van een ontvangstbevestiging zou dan dus kunnen leiden tot een prijskorting van 25% (de gedeeltelijke vernietiging op grond van art. 3:40 lid 2 BW).

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo