Online platformen

24 belangrijke vragen over Online platformen

Tussen wie wordt een platform overeenkomst gesloten? Wat is het gevolg hiervan?

- Tussen het platform en de individuele gebruiker en andere gebruikers zijn derden.
- Derdenbeding (art. 6:253 BW): de gebruiker verbindt zich ten opzichte van het platform en de andere gebruikers (meerpartijenovereenkomst).

Informatieplicht; 6:227b lid 1 onder a

Aanbieders moeten een wederpartij op duidelijke, begrijpelijke en ondubbelzinnige wijze informatie verstrekken

Als een particuliere verkoper via bol.com weigert een product terug te nemen en het bedrag te retourneren, wie moet zich tegen wie beroepen op de contractuele verplichting 'voorwaarden kopen bij andere kopers'?

Rechten die voortvloeien uit de bepalingen dienen te worden uitgeoefend ten opzichte van die andere gebruikers, dus niet richten tot bol.com maar koper jegens verkoper.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Opkomst van platformeconomie, traditionele webwinkel en platform

Bij de traditionele webwinkel is de verkoper degene die zorgdraagt voor de totstandkoming en de uitvoering van de overeenkomst. Een platform daarentegen biedt een plaats waar kopers en verkopers elkaar kunnen tegenkomen.

Wat zegt van Neppelenbroek over bedingen waarbij de aanbieder in de hand heeft om te bepalen of een overeenkomst tot stand komt nadat de klant de bestelling heeft geplaatst?

Al snel onredelijk bezwarend is ex 6:233a BW.

Vrijwaring van aansprakelijkheid voor tussenpersonen (art. 6:196c BW), maakt het deel uit van het elektronisch contractenrecht?

Nee, aangezien het gaat om delictuele aansprakelijkheid van tussenpersonen voor illegale inhoud die via de tussenpersoon op het internet worden geplaatst.

Op sommige sites/platformen zijn regels voor het (ver)kopen moeilijk te vinden door de vele doorverwijzingen, is dit toegestaan?

- Beoordeeld worden aan de wilsvertrouwensleer (art. 3:33/35 BW).
- Een consument is niet gebonden aan doorverwezen voorwaarden (Jongeneel).
- De gebondenheid is afhankelijk van de overzichtelijkheid van de presentaties. Doorklikken is niet bezwaarlijk als het duidelijk is dat er aanvullende pagina's zijn.

Oorzaak publiek meer platformen gebruikt om contracten te sluiten? Waardoor is de positie van de marktplaatsen omvangrijker en juridisch interessanter geworden?

Ontwikkelingen in IT

Opkomst van social media en data-economie

Wanneer wordt de goede trouw getoetst bij koop in fysieke winkel?

Het moment van bezitsverschaffing.

Wanneer wordt de goede trouw getoetst bij elektronische verkoop?

Bij elektronische verkoop zal dit moment later zijn dan het moment van het sluiten van de koop. Bij fysieke aankopen kan de verkrijger vertrouwen ontlenen aan het feit dat de wederpartij de schijn van recht opwekt doordat hij de feitelijke macht heeft over de verkochte zaak. Bij internetaankopen is dit niet zichtbaar, dus de schijn kan er ook niet zijn.

Welke factoren beïnvloeden de mogelijkheden van de contractpartijen en de toepassing van het contractenrecht? En welke twee hoofdvormen zijn er?

De technische inrichting en de juridische voorwaarden, ook wel technische en contractuele governance genoemd.

Eigenlijke en hybride bestelplatformen

Wat houdt een hybride bestelplatform in? Noem een voorbeeld

Het bestelplatform speelt een dubbelrol. Deels gaat het hier om klassieke webwinkels die vanuit eigen voorraad verkopen. Deels ook is het hybride platform een plaats waarvan handelaren of consumenten gebruik van kunnen maken om als verkoper zaken aan de man te brengen. Vanwege de dubbelrol als verkoper en platform is er een grote reguleringsbehoefte ontstaan om de verhoudingen tussen platform, verkoper en koper nader te reguleren. Hiervan getuigen met name de bepalingen over onlineverkoopplatformen in allerlei regelingen, waaronder de in dit boek behandelde moderniseringsrichtlijn consumentenrechten.

BOL en Amazon

Financiële diensten en andere digitale diensten via platformen

Door Third Party Providers, de zogenoemde rekeninformatiediensten en betaalinitiatiediensten.

Bij contracteren via platformen is dat anders: daar is een derde als tussenliggende actor aanwezig, geval 1

In de eerste plaats kan het zo zijn dat het platform zelf simpelweg de wederpartij is. Dit geval laat zich voornamelijk denken bij hybride bestelplatformen. In feite handelt het platform dan niet als tussenliggende partij, maar als webwinkel (en levert het bijvoorbeeld een fiets uit eigen voorraad). Dat zal bij hybride platformen als uitgangspunt kunnen worden aangenomen.

Bij contracteren via platformen is dat anders: daar is een derde als tussenliggende actor aanwezig, geval 2


Als in de tweede plaats duidelijk is dat een hybride of eigenlijk platform ook daadwerkelijk als platform functioneert, valt het weg als contractuele wederpartij. Dan wordt bijvoorbeeld een fiets verkocht door partij X via platform Y. Platform Y heeft dan niet meer te maken met de koopovereenkomst dan dat deze worden gesloten met behulp van de infrastructuur (oftewel: de technische en contractuele governance) van platform Y.

Bij contracteren via platformen is dat anders: daar is een derde als tussenliggende actor aanwezig, geval 3

Het derde geval is dan dat het platform in eigen naam voor rekening van de achterliggende partij de overeenkomst via het platform aangaat (middellijke vertegenwoordiging).

Bij contracteren via platformen is dat anders: daar is een derde als tussenliggende actor aanwezig, geval 4

Het vierde geval is dan uiteraard dat het platform namens de achterliggende partij zelf de overeenkomst aangaat (onmiddellijke vertegenwoordiging).

Iets anders ligt het wanneer er contractuele bepalingen door het platform worden gehanteerd die niet per se uit het ontwerp van het platform volgen. Mag een verkoper die van een platform gebruik maakt zich bijvoorbeeld op een exoneratieclausule beroepen die door een platform wordt opgelegd? Mening Schaub

Schaub heeft laten zien dat een dergelijke doorwerking juridisch kan worden gefundeerd door middel van de rechtsfiguur van het derdenbeding (art. 6:253 BW). Het platform stelt de clausule op ten behoeve van de verkopers die van het platform gebruik maken. De koper en verkoper aanvaarden deze clausule door de regels van het platform te accepteren.

Waardoor is het onderscheid tussen consument en handelaar steeds minder eenvoudig valt te maken? En wat is het gevolg?

Door de opkomst van platformen (platformeconomie) zoals Marktplaats en Vinted is de verhandelbaarheid van gebruikte zaken enorm toegenomen. Iedereen kan daar een account aanmaken en de spullen aanbieden, in theorie met de hele wereld als potentiële wederpartij.

Er bestaat een indringende discussie of het naar wenselijk (Europees) recht noodzakelijk is om tussen de handelaar en de consument een tussencategorie te plaatsen: de prosument. Deze categorie zou plaats kunnen bieden aan personen tegen wie ‘echte’ consumenten enige bescherming verdienen, maar voor wie de regels voor ‘echte’ handelaren onbillijk kunnen uitpakken, zeker jegens machtige platformen.

Hoever moet de bemoeienis van het bestelplatform met het sluiten van overeenkomsten tussen achterliggende partijen en consument gaan om hun positie als die van een vertegenwoordiger in de zin van art. 6:230g lid 3 BW te kunnen aanmerken? Veel bemoeienis

Veel bemoeienis (doet gehele marketing, zoals bij Tiketa)
--> kwalificatie als vertegenwoordiger op basis van lastgevingselement --> platform een volmacht om namens de achterliggende partij de overeenkomst aan te gaan.

Hoever moet de bemoeienis van het bestelplatform met het sluiten van overeenkomsten tussen achterliggende partijen en consument gaan om hun positie als die van een vertegenwoordiger in de zin van art. 6:230g lid 3 BW te kunnen aanmerken? Geen bemoeienis

Geen enkele bemoeienis --> geen vertegenwoordigingspositie --> platform enkel een geautomatiseerd instrument waarop partijen elkaar vinden om een contract te sluiten.

Informatieplicht online marktplaatsen? Is een essentiële informatieplicht? Gevolg

Art. 6:230m lid 3 BW


Ja, dus leidt tot een (gedeeltelijk) nietigheid van de achterliggende overeenkomst met de verkoper. De rechter moet art. 6:230m lid 3 BW ambtshalve toetsen. Dit kan ertoe leiden dat de rechter koopprijs voor de overeenkomst tussen de consument en de verkoper gedeeltelijk in mindering brengt.

Wat is niet toegestaan onder art. 6:230m lid 3 onder a BW?


Aangezien gemiddelde consumenten de aangeboden informatie moeten kunnen begrijpen, lijkt het uitgesloten dat onlinemarktplaatsen gebruik mogen maken van ingewikkelde (bijvoorbeeld zelflerende) algoritmen (een zogenoemde black box) die het commercieel meest gunstige aanbod voorspelt en bovenaan de lijst zet.

Schending informatieplicht art. 6:230m lid 3 BW in de contractuele relatie tussen onlinemarktplaats en verkoper

Het falen van de onlinemarktplaats om te voldoen aan de informatieplicht mogelijk gelden als een wanprestatie, waardoor de verkoper diens schade op de onlinemarktplaats kan verhalen. Deze individuele privaatrechtelijke sanctionering staat uiteraard los van de bestuursrechtelijke sanctionering door de ACM, zoals in het gehele consumentenrecht.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo