Samenvatting: Element Bedrijfseconomie 2 | 9789006640885 | edward van balen
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van element bedrijfseconomie 2 | 9789006640885 | edward van balen
-
1 Ondernemingsvormen
-
1.2 Natuurlijke personen
-
Welke ondernemingen kunnen gerekend worden tot natuurlijke personen?
- Eenmanszaak
- De Zelfstandige zonder personeel (ZZP'er) en freelancer
- De maatschap
- De commanditaire vennootschap (cv)
- De vennootschap onder firma (vof)
-
Hoe bereken je de nettowinst na belastingen bij een eenmanszaak?
Omzet
Inkoopwaarde omzet -/-
Brutowinst =
Bedrijfskosten -/-
Nettowinst voor belasting =
Inkomstenbelasting -/-
Nettowinst na belastingen = Netto inkomen voor de ondernemer -
1.4 Publicatierecht
Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.4
Laat hier meer flashcards zien -
Wat valt onder de jaarstukken van een onderneming?
- De jaarrekening met balans, toelichting en eventueel winst-en-verliesrekening
- Het jaarverslag van het bestuur. dit is een verantwoording van de directie over het afgelopen jaar en een planning voor de komende jaren
- Overige informatie, zoals de accountantsverklaring en de winstverdeling
- De jaarrekening met balans, toelichting en eventueel winst-en-verliesrekening
-
Aan welke voorwaarden moet een rechtspersoon voldoen, om onder de kleine onderneming te vallen?
- De activa niet hoger zijn dan € 4,4 miljoen
- De jaaromzet niet hoger is dan € 8,8 miljoen
- Er minder dan 50 werknemers in dienst zijn
-
Welke ondernemingen hoeven niets te deponeren in het Handelsregister bij de KvK?
- Eenmansbedrijven en ZZP'ers
- Vof's en Cv's met alleen maar binnenlandse investeerders
- Maatschappen
- Verenigingen en stichtingen zonder winstdoelstelling met minder dan € 4,4 miljoen omzet
-
2 Vermogensbehoefte en financieringsplan
-
2.1 Financieel plan
Dit is een preview. Er zijn 4 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2.1
Laat hier meer flashcards zien -
Waar moet je allemaal rekening mee houden bij een financieel plan?
- Investeringsplan
- Financieringsplan
- Oprichtingsbalans
- Liquiditeitsbalans
- Winstgevendheid
- Liquiditeit
-
Hoe bereken je het vermogen bij een onderneming?
Eigen vermogen + Vreemd vermogen -
Geef de berekening van het economisch resultaat schematisch weer
Omzet
Inkoopwaarde omzet -/-
Brutowinst =
Bedrijfskosten -/-
Nettowinst =
Gewaardeerd loon -/-
Economisch resultaat = -
2.4 Financieringsplan - eigen vermogen
Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2.4
Laat hier meer flashcards zien -
Op welke drie manieren kunnen reserves ontstaan?
Uitgifte van aandelen (agioreserve)
Winst inhouding (winst- of algemene reserve)
Waardestijging van de activa (herwaarderingsreserve) -
2.5 Financieringsplan - vreemd vermogen
Dit is een preview. Er zijn 2 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2.5
Laat hier meer flashcards zien -
Wat valt er onder kortstondige tijdelijk vermogen?
Ontvangen leverancierskrediet
Rekening-courant krediet
Te betalen bedragen
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden