Samenvatting: Elementair Belastingrecht | 9789013158762 | L G M Stevens, et al
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Elementair Belastingrecht | 9789013158762 | L.G.M. Stevens, R.C. de Smit
-
1 Economische kenmerken van belastingheffing
-
1.1 Plaatsbepaling belastingleer
Dit is een preview. Er zijn 2 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.1
Laat hier meer flashcards zien -
Wat zijn kenmerken van collectieve goederen?
Zij staan in beginsel ter beschikking van alle personen die deel uitmaken van de gemeenschap. Niemand kan van het gebruik worden uitgesloten en dus is bekostiging van de productie via het marktmechanisme niet mogelijk. Bekostiging verloopt via belastingheffing. -
Wat is liftersgedrag (en hoe gaan we het tegen)?
Randfiguren die welmeeprofiteren van de gemeenschappelijke voorzieningen, maar zelf weinig bijdragen aan detotstandkoming ervan. Burger die zie onttrekt aan het betalen van belasting wordt niet automatisch afgestraft door uitsluiting van het gebruik van publieke voorzieningen,belastingheffing vereist daarom van de overheid een striktnaleving - enhandhavingsbeleid . -
1.3.2 De instrumentele functie
-
Wat is de instrumentele functie van de belastingheffing?
- Allocatieve functie: via de belastingheffing probeert de overheid invloed uit te oefenen op de samenstelling (allocatie) van de productie- en consumptiepatronen.
- Stabilisatiefunctie: via de belastingheffing kan de overheid invloed uitoefenen op een gelijkmatig verloop van de economische bedrijvigheid.
- Verdelingsfunctie: via de belastingheffing kan de overheid trachten de gewenste inkomensverhoudingen te bereiken en zodoende de verdeling van de goederen bijsturen.
- Allocatieve functie: via de belastingheffing probeert de overheid invloed uit te oefenen op de samenstelling (allocatie) van de productie- en consumptiepatronen.
-
1.4 Grondbeginselen van de belastingheffing
Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.4
Laat hier meer flashcards zien -
Wat zijn de criteria voor een goed belastingstelsel?
- Een belastingstelsel moet eerlijk zijn; dat wil zeggen dat het gedragen wordt door de rechtvaardigheidsopvattingen van de samenleving
- Een belastingstelsel moet effectief zijn; dat wil zeggen dat de gestelde doelstellingen van fiscaal beleid ook daadwerkelijk worden gerealiseerd
- Een belastingstelsel moet efficiënt zijn; dat wil zeggen dat de gestelde doelstellingen met zo weinig mogelijk uitvoeringskosten moeten worden verwezenlijkt
- een belastingstelsel moet eenvoudig zijn; dit is niet alleen nodig omdat dit de efficiency in de uitvoering ten goede komt, maar ook omdat een grotere begrijpelijkheid van de regels ervoor zorgt dat de rechten en verplichtingen duidelijker kenbaar zijn
- Een belastingstelsel moet eerlijk zijn; dat wil zeggen dat het gedragen wordt door de rechtvaardigheidsopvattingen van de samenleving
-
1.4.3 Het beginsel van de bevoorrechte verkrijging
-
Wat houdt het beginsel van de bevoorrechte verkrijging in?
Houdt in dat een speciale belasting geheven kan worden indien de verkrijger bij de verkrijging van een bate in een bevoorrechte positie verkeert in vergelijking met anderen. -
1.4.5 Het beginsel van de minste pijn
-
Wat houdt het beginsel van de minste pijn in?
Houdt in dat de wetgever tracht de belastingwetgeving zodanig in te richten dat deze zo weinig mogelijk ergernis veroorzaakt en de administratieve rompslomp voor de belastingplichtige beperkt. -
1.4.6 Het beginsel van de optimale realisatie
-
Wat houdt het beginsel van de optimale realisatie in?
Houdt in dat beginselen nooit ten volle, maar optimaal moeten worden gerealiseerd. -
1.6 Definitie van belasting
Dit is een preview. Er zijn 2 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.6
Laat hier meer flashcards zien -
Retributies (publiekrechtelijk kostenverhaal)
Retributies vallen onder de verzamelnaam => rechten, sec geen belastingen.
art 229 lid 3 Gemw => de bedoeling is voorschriften en procedures rond deze heffingen te vereenvoudigen -
4 Strucuur van de Wet op de inkomstenbelasting
-
4.2 Het belastingsubject
Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 4.2
Laat hier meer flashcards zien -
Wie zijn volgens de subjectieve belastingplicht (art. 2.1 IB) onderworpen aan de heffing van inkomstenbelasting?
Aan de heffing zijn onderworpen alle natuurlijke personen die:- in Nederland wonen (binnenlandse belastingplichtigen). Vangt aan bij iemands geboorte of immigratie, eindigt bij overlijden of door emigratie.
- niet in Nederland wonen, maar wel Nederlands inkomen genieten (buitenlandse belastingplichtigen). Bepalend is het moment waarop iemand aanvangt Nederlands inkomen te genieten of daarmee stopt.
-
Wat houden de binnenlandse en buitenlandse belastingplicht in?
- Binnenlandse belastingplicht: zijn belasting verschuldigd over hun inkomen ongeacht het land waar de inkomsten vandaan komen (wereldinkomen).
- buitenlandse belastingplicht: zij betalen slechts belasting over de inkomsten uit Nederlandse bronnen (broninkomen).
- Binnenlandse belastingplicht: zijn belasting verschuldigd over hun inkomen ongeacht het land waar de inkomsten vandaan komen (wereldinkomen).
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden