Samenvatting: Elitecultuur 28 | Steffelaar
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Elitecultuur 28 | Steffelaar
-
1 Adel en regenten
Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
Laat hier meer flashcards zien -
Het geloof zorgde dat de mensen dat er een hierarchische maatschappijopbouw was. Hoe zag de onderlinge verhouding tussen de traditionele adel en de stedelijke regenten eruit?
De regenten maakten een proces van 'aristocratisering ' door. Dat betekende dat de oude adel en de neiuwe elite in een aantal opzichten als het ware samensmolten. -
Geef aan waarom de adel op het platteland toch nog een belangrijke factor van gewicht was?
In de steden hadden de regenten onmiskenbaar de leiding genomen. De adel had op het platteland door het bezit van hun heerlijkheden nog een sterke positie. -
Wat legden de staten van Holland in 1581 de steden op?
Ze mochten voortaan geen schutterijen, gilden meer raadplegen bij de vaststelling van hun beleid. -
De adel bleef door levensstijl en huwelijkskeuze een van het koopmanspatriciaat duidelijk onderscheiden groep. Welke standsopvatting hield de adel erop na?
De begrippen virtus (Deugd) en gloria (eer) , voorheen militair bepaald, kregen nu een ethische lading. Geestesbeschaving was nodig om een 'honnete homme' te zijn en het land te dienen. -
Van welke 2 beroepen onthield de adel zich?
De handenarbeid en de handel. -
2 Macht en geloof
-
Onder de regenten tref je overtuigde calvinisten en meer eramiaans georienteerde personen aan. Van welke kerk moest een regent lid zijn om voor een staatsambt in aanmerking te komen?
Je moest lid zijn van de gereformeerde kerk of je moest sympathiserend zijn of te wel 'liefheeber' zijn. -
Liepen regenten aan de leiband van de predikanten?
Nee, een gevoel van status en van eigen politieke verantwoordelijkheid beletten de regenten aan de leiband te lopen. -
3 Vorming
Dit is een preview. Er zijn 2 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 3
Laat hier meer flashcards zien -
Zowel de regenten als de adel waren overtuigd van de noodzaak van onderwijs. Wie zat als Groninger eigenerfde boer ook in de collegebanken en bij welke universiteiten?
Dat was Abel Eppens. Hij ging naar de universteiten van Leuven, Keulen en Wittenberg. -
Vanuit welke wenselijkheid werd besloten tot oprichting van de eerste universiteit in de Nederlanden?
Dat was de wenselijkheid in eigen land ook de opleiding van het hogere kader - predikanten, juristen, medici - ter hand te nemen. Dit leidde tot de stichting van de universiteit van Leiden in 1575. -
Wat moest iemand uit het hogere kader nog meer hebben dan alleen kennis van zaken?
Hij moest ook een persoonlijkheid zijn, met een savoir vivre, die zich aan buitenlandse vorstenhoven met gemak en gratie kon bewegen.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden