Depressie, zorg op de universiteit en angst - Gross: Emotieregulatie bij stemmingsstoornissen
5 belangrijke vragen over Depressie, zorg op de universiteit en angst - Gross: Emotieregulatie bij stemmingsstoornissen
Situaties met de potentie om een blijvende negatieve invloed te hebben, maken deel uit van het dagelijks leven. Onderzoekers hebben ontdekt dat mensen passief negatieve effecten niet verdragen: ze gebruiken actief strategieën om hun negatieve gemoedstoestand en emoties te reguleren. Sommige mensen kunnen hun negatieve invloed succesvol reguleren, anderen kunnen dit niet en reageren op hun emoties op een manier die hun negatieve invloed verder verergert. Waar hebben mensen met een stemmingsstoornis moeite mee als het gaat om reguleren? Licht tevens het verschil toe tussen major depressieve stoornis en bipolaire stoornis
- Major depressieve stoornis (MDD): wordt gedefinieerd als een aanhoudende negatieve invloed en het hebben van moeilijkheden om positief affect te ervaren.
- Bipolaire stoornis (BD): gaat gepaard met episodes van een depressieve maar ook een verhoogde en/of prikkelbare stemming. Theorieën van de initiatie, het behoud, en de herhaling van deze stoornissen hebben zich gericht op de cognitie en het gedrag en niet zozeer op het effect, ondanks dat de belangrijkste eigenschap het ongeordende affect is.
Modellen van zowel unipolaire depressie als BD hebben inderdaad de rol van emotieregulatie benadrukt, op welke manier? En hoe gaat het proces in zijn werk bij depressie en BD?
- Depressie = onvermogen hun emoties te herstellen ofte reguleren, wat resulteert in langere periodes van verdriet en een depressieve stemming. Ze verschillen niet in de mate waarin ze verdrietig worden. Ongezonde strategieen verklaren hierbij waarom negatieve emoties op een gebeurtenis snel omslaan in een aanhoudende negatieve stemming.
- Bipolar disorder: hierbij zijn er vergelijkbare problemen met het reguleren van negatieve affecten, maar daarnaast is er ook sprake van ongezonde reacties op positieve affecten en gebeurtenissen, die verklaren hoe verhoogde stemmingen leiden tot manische episodes.
Er zijn enkele strategieën die eerder extra kosten met zich meebrengen (cognitieve belasting of opwinding) en die minder snel effect hebben bij het reguleren van emotie. Wat is hierbij onderdrukking, waarmee wordt het geassocieerd? Wanneer is het effectief? Wanneer wordt er meer gebruik gemaakt van spontane expressieve onderdrukking?
- Expressieve onderdrukking wordt geassocieerd met verhoogde depressieve symptomen, verhoogd gebruik van piekeren en verminderde inhiberende controle.
- Het gebruik van expressieve onderdrukking in reactie op negatieve prikkels kan echter effectief zijn in het verminderen van acute emotionele reacties bij depressieve mensen.
- Er wordt meer gebruik gemaakt van spontane expressieve onderdrukking als reactie op zowel positieve als negatieve stemmingsinducties in vergelijking met gezonde controles hoewel. er vrijwel geen experimenteel onderzoek werd gedaan naar het gebruik van emotie-onderdrukking bij BD-patiënten.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Er zijn enkele strategieën die eerder extra kosten met zich meebrengen (cognitieve belasting of opwinding) en die minder snel effect hebben bij het reguleren van emotie. Wat is er onderzocht naar het gebruik van meerdere strategieën? Wat lieten hierbij adaptieve ER strategieen zien? En wat liet de BD groep zien?
- Adaptieve ER-strategieën: lieten een zwakkere associatie met psychopathologie zien dan ongezonde ER-strategieën. Het gebruik van adaptieve strategieën voorspelde geen psychopathologie in een follow-up beoordeling, terwijl het gebruik van ongezonde strategieën de psychopathologie 6 maanden later significant voorspelde.
- De BD groep: rapporteerde als reactie op negatieve levensgebeurtenissen in vergelijking met familieleden zonder psychopathologie vaker gebruik van piekeren en minder vaak gebruik van herwaardering.
Andere studies hebben het terughalen van stemmings-incongruent materiaal bij depressie onderzocht: deelnemers werd gevraagd om stemmings-incongruente herinneringen (d.w.z. het terughalen van een positief autobiografisch geheugen) direct na een negatieve stemmingsinductie terug te halen. Dit werd vergeleken met een afleidingsmanoeuvre. Welke twee dingen kwamen eruit?
- Afleiding was echter wet in staat om in alle groepen negatief affect te herstellen.
--> Dit suggereert dat depressie wordt geassocieerd met onvermogen om zich te concentreren op positief materiaal om negatief effect te compenseren, een belangrijk stemmingsherstelmechanisme. Dit is in lijn met het feit dat depressie wordt geassocieerd met verminderde waardering na het ervaren van positieve gebeurtenissen.
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden