Interacties tussen emotie, cognitie en moraliteit - Luo en Yu (2015) - Het interactieve invloedmodel van emotie en cognitie

15 belangrijke vragen over Interacties tussen emotie, cognitie en moraliteit - Luo en Yu (2015) - Het interactieve invloedmodel van emotie en cognitie

Redeneren is een kosten/baten analyse en voor de optie kiest die leidt tot maximale winst. Vaak worden emotie en reden tegenover elkaar gezet. Beiden beïnvloeden beslissingen in grote mate. Beslissingen maken wordt vaak gedefinieerd als het proces waarin een keuze wordt gemaakt na een reflectie over de consequenties van die keuze. Wanneer domineren emoties cognitie in het maken van beslissingen? Waar kunnen cognitie reductie en emotie overdrijving toe leiden en wanneer kan het gebeuren (x3)?

- Vanuit de evolutie zijn emoties geëvolueerd om gedragsresponsen te leiden in zekere contexten. Zo zorgt onmiddellijk gevaar voor angst, en dit zorgt ervoor dat deze situatie vermeden wordt. Een oneerlijke behandeling zorgt voor woede, wat zorgt voor meer afwijzing.
- Cognitie reductie en emotie overdrijving kunnen ertoe leiden dat: emoties de overhand nemen. Bij cognitie reductie is de cognitieve vaardigheid verminderd, zodat het minder controle kan uitoefenen over gerelateerde taken
-----> Dit kan gebeuren als informatie niet compleet is (ambiguïteit), de tijd om beslissingen te nemen beperkt is (tijd beperking) of wanneer de zelfcontrole verslechterd is (ego depletion).

Vanuit de evolutie zijn emoties geëvolueerd om gedragsresponsen te leiden in zekere contexten. Zo zorgt onmiddellijk gevaar voor angst, en dit zorgt ervoor dat deze situatie vermeden wordt. Een oneerlijke behandeling zorgt voor woede, wat zorgt voor meer afwijzing. Cognitie reductie en emotie overdrijving kunnen ertoe leiden dat: emoties de overhand nemen. Dit kan gebeuren als informatie niet compleet is (ambiguïteit), de tijd om beslissingen te nemen beperkt is (tijd beperking) of wanneer de zelfcontrole verslechterd is (ego depletion). Wat gebeurd er eigenlijk bij emotie overdruiving? Wat zijn twee voorbeelden?

- Emotie overdrijving: hierbij wordt een emotionele reactie erg verhoogd, wat interfereert met de cognitie waardoor een gepassioneerde respons duidelijk wordt.
- E.g. Als er dichtbij een bedreiging is, stimuli zelf relevant zijn (sociale afstand) en de bronnen oneerlijk worden verdeeld (sociaal instinct).

Wat stelt het duale procesmodel met betrekking tot emotie en cognitie?

Het duale procesmodel: stelt dat mentale processen verdeeld worden in twee systemen:
- Een hot systeem dat emotioneel en intuitief is
- Cold systeem, dat rationeel en overwegend is.
--> Emoties zijn vaak intuïtief, dus dit wordt gebruikt om het emotionele proces te representeren.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Het nemen van een beslissing vereist cognitieve bronnen en zelfcontrole. Wanneer deze capaciteit zwak is, kunnen emoties de reden overweldigen en meer naar voren komen bij het nemen van beslissingen. Dit gebeurt bijvoorbeeld bij ambiguiteit. Wat houdt dit in en welke hersenregio's betrekt het?

Ambiguïteit: verwijst naar een situatie waarin de beslissingsmaker geen informatie heeft over wiskundige kansen of mogelijke uitkomsten.
- Deze ambiguïteit betrekt hersenregio's als de orbitale frontale cortex (OFC), de amygdala en de dorsomediale PFC. Het activeert een overweging systeem, dorsomediaal, en een intuïtie systeem, amygdala: zowel reden als emotie zijn interactief in dit soort situaties. De neurale responsen hangen namelijk af van een mate van onzekerheid.

Het nemen van een beslissing vereist cognitieve bronnen en zelfcontrole. Wanneer deze capaciteit zwak is, kunnen emoties de reden overweldigen en meer naar voren komen bij het nemen van beslissingen. Dit gebeurt bijvoorbeeld bij tijdsbeperkingen. Meestal moeten beslissingen onder tijdsdruk genomen worden, wat gerelateerd is aan verwerkingssnelheid. Wat houdt dit in? Wat is een ander kenmerk?

- Verwerkingssnelheid: psychologisch kenmerk om intuitie te onderscheiden van reflectie
- Als een individu vanuit het instinct zelf geinteresseerd was, dan zouden de snellere beslissingen minder cooperatief zijn, omdat de prosociale overwegingen meer tijd kosten om een zelfzuchtig impuls te inhiberen. Als een individu vanuit het instinct coöperatief was, dan kan overweging leiden tot meer zelfzuchtigheid

Als we het hebben over tijdsbeperkingen, dan werd de relatie tussen tijdsbeperking en cooperatie geinterpreteerd door de lens van de evolutietheorie, wat stelt dit en waarom?

- Relatie tijdsbeperking + cooperatie vanuit volutietheorie: dit suggereert dat intuïtieve pro-socialiteit een uitkomst is van de culturele evolutie en natuurlijke selectie. Automatische beslissingen waren namelijk meer prosociaal. Deze samenwerkende strategieën worden geïnternaliseerd, omdat ze ons helpen aan te passen in sociale interactie.


Als de emotie erg verhoogd is kan het ingrijpen in cognitieve invloed en een bottom-up invloed uitoefenen op de beslissingen. Dit gebeurt in de volgende situaties, zoals nabijheid. Emotie kan ontwikkeld zijn om proximale problemen op te lossen die onmiddellijke responsen vereisen en onze onmiddellijke overleving beïnvloeden. Het proximale probleem, de onmiddellijke bedreiging en beloning zorgt voor een druk zodat we snel reageren. Wat stelt het diermodel van vechten en vluchten? En hoe gaat dit in zijn werk?

- Het diermodel van vechten vluchten: stelt voor dat dieren reageren op een bedreiging met een ontlading van het sympathische zenuwstelsel.
- De adrenate medulla zorgt voor een hormonale cascade waardoor norepinephrine en epinephrine worden uitgescheiden. Dit lijkt ook bij mensen toepasbaar te zijn als ze iets zien wat bedreigend is. Een instinctieve verdedigingsreactie, zoals bevriezen of ontsnappen, kan geactiveerd worden voor zelfbehoud. Distale bedreiging zorgt voor activiteit in PFC en reflecteert complex plannen en vermijding strategieën. Bij nabije bedreigingen wordt het middenbrein actief (periaqueductal grijs).

Als de emotie erg verhoogd is kan het ingrijpen in cognitieve invloed en een bottom-up invloed uitoefenen op de beslissingen. Dit gebeurt in de volgende situaties, zoals sociale afstand.  Waar kijkt sociale afstand eigenlijk naar? Wanneer zijn we bij sociale interactie emotioneel en analytisch betrokken?

- Sociale afstand: Dit kijkt naar de normen van wie er gezien moet worden als "insider" en wie een "outsider" vormt. Het kijkt naar de afstand tussen de "zelf" en "anderen".
- Bij sociale interactie zijn we emotioneel meer betrokken bij situaties waarin stimuli zelf relevant zijn, maar meer analytisch als ze fysisch en psychologisch afstandelijk zijn van onszelf.

Als de emotie erg verhoogd is kan het ingrijpen in cognitieve invloed en een bottom-up invloed uitoefenen op de beslissingen. Dit gebeurt in de volgende situaties, zoals sociale afstand. Wat gebeurt er bij het kiezen voor jezelf en het keuzes maken voor anderen?

- Voor jezelf kiezen: Bij confrontatie van een kleinere en onmiddellijke, en een latere en grote beloning, kiezen mensen eerder voor de onmiddellijke optie voor henzelf dan voor anderen. Keuzes voor het zelf zorgen voor activiteit in pregenuale anterior cingulate cortex, ventrale striatum en anterior en posterior precuneus. Deze zijn betrokken in emotie en beloning gerelateerde gebieden.
- Keuzes maken voor anderen: Geen neuraal activatieverschil tussen onmiddellijke en verlate trials. Individuen kunnen moeilijk de verleiding weerstaan, maar ze richten zich wel meer op lange termijn beloningen voor anderen.

Wat is het verschil tussen persoonlijke morele beoordelingen versus onpersoonlijke morele beoordelingen?

- Persoonlijke morele beoordelingen: zorgt voor meer activiteit in de gebieden die betrokken zijn bij sociaal-emotionele verwerking, zoals posterior cingulate gyrus en angulaire gyrus (een voorbeeld hiervan is iemand voor de trein duwen, zodat je meerdere mensen redt).
- Onpersoonlijke morele beoordelingen: zorgt voor meer activatie in de pariëtale kwab, wat gecorreleerd is aan cognitieve processen (zoals trein wagen van spoor laten veranderen, zodat je vijf mensen redt en één iemand opoffert)
- Sociale afstand verandert dus het maken van beslissingen. Hoe meer zelfretevanter, hoe meer emoties betrokken zijn

Als intuïtieve reacties niet worden gecontroleerd, dan kunnen ze destructief en suboptimaal worden. Cognitie is een krachtige modulator in vele omstandigheden. Emotie regulatie is een set van gecontroleerde processen die betrokken zijn bij strategieën die het begin, verhoging, behoud of verlaging van het voorkomen, de intensiteit of kwaliteit van ervaarde gevoelsstaten bepalen. Hoe reguleert cognitie emotie? Wat is hierbij expliciete emotieregulatie versus impliciete emotieregulatie? En welke drie bewuste strategieën zijn er voor emotie modulatie?

- Emoties worden niet alleen gereguleerd door cognitieve processen, maar ze reguleren zichzelf door leren en ervaring.
- Expliciete emotieregulatie: is een set van processen die bewuste moeite betrekt voor het begin en het monitoren wanneer het wordt toegepast.
- Impliciete emotieregulatie: wordt automatisch opgewekt door de emotionele stimulus zelf en kan voorkomen zonder bewustzijn.
- Er zijn drie strategieën voor bewuste emotie modulatie: aandacht afleiding, cognitieve verandering en respons modulatie.

Sommige studies laten een verminderde amygdala activiteit zien en een verhoogde laterale PFC wanneer individuen proberen emotie gerelateerde stimuli te evalueren. Waar kan beoordeling of evaluatie voor zorgen hierbij?

Beoordeling of evaluatie kan zorgen voor: een aandacht last, waardoor perceptuele input wordt beperkt en amygdala activatie dus ook wordt beperkt. Als dit het effect is van aandacht wegleiding, dan wordt aangenomen dat cognitie en emotie algemene beperkte bronnen betrekken, omdat minder aandacht geven aan emotie ervoor zorgt dat zowel de processen van cognitieve evaluatie (verhoogde activiteit PFC) en emotie appraisal (minder amygdala activiteit) gemoduleerd worden. Er is dus een wederkerige relatie tussen PFC en amygdala, de een wordt sterker als de ander verzwakt. Cognitieve verandering

Als we het hebben over cognitieve verandering, waar refereert reappraisal dan naar en hoe kunnen mensen dat doen? Welke hersengebieden activeert het?

Reappraisal: refereert naar het veranderen van het inschatten van de situatie en het aanpassen van de emotionele significantie van deze situatie.
- Emotie moduleren = minder negatieve interpretatier eraan vasthouden of het gevoel van objectieve afstand verhogen (decentrering) door het te zien vanuit een derde partij perspectief.
- Reappraisal activeert het dorsale PFC systeem en dit vergemakkelijkt selectie en applicatie van cognitieve verander-strategieën en past activiteit aan van o.a amygdala en insula. De speculatie is dat het PFC de amygdata respons moduleert op de emotionele stimuli, dit laat een interactie zien tussen emotie en cognitie zien in stimuli herinterpretatie.

Het mechanisme waarbij een beredeneerde keuze ontwikkelt tot een intuïtieve en het mechanisme waarbij emotie regulatie een interconnectie van emotie en cognitie betrekken staat niet in deze modellen. In het interactieve invloed model van emotie en cognitie (IIEC) wordt passie en reden in een raamwerk geplaatst. Dit verschilt van de eerdere theorieën hoe emotie of cognitie, cognitie overweldigt of emotie en het verschilt ook in hoe ze met elkaar samenwerken om beslissing nemen te beïnvloeden. Wat kunnen we hierbij zeggen over emotie, cognitie en beslissingen nemen? Noem 3 punten


1. Emotie overtreft cognitie om beslissing nemen te beïnvloeden om zo cognitieve capaciteit te verminderen (cognitieve reductie) en emotie respons verhogen (overdrijven van emotie).
2. Cognitie overweldigt emotie om beslissing nemen te beïnvloeden door expliciet cognitieve controle te implementeren via emotie regulatie; en
3. Beslissing nemen is afhankelijk van de interactie tussen beiden.

Emotie zorgt voor een bottom-up effect onder twee typische contexten, welke zijn dit dan? Hoe kan de cognitie reductie context worden geobsereerd (x3)?

- Emotie zorgt voor een bottom-up effect onder twee typische contexten: cognitie reductie en emotie overdrijving.
- De cognitie reductie context kan geobserveerd worden in beslissing settings waar informatie: incompleet is (ambiguïteit), beslissing tijd beperkt is (tijd beperking) en zelfregulatie verslechterd is (ego depletion).

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo