Emotionele Ontwikkeling en zelfbewustzijn

29 belangrijke vragen over Emotionele Ontwikkeling en zelfbewustzijn

Als we het hebben over ER vanaf een ontwikkelingsperspectief, dan is er focus op veranderingen in de tijd met betrekking tot... (x5)

- Biologische rijping
- Sociale invloeden
- Cognitieve ontwikkeling
- Groei van zelfbewustzijn
- Andere ontwikkelingsdomeinen (E.g. motorische vaardigheden, taal enz.).

Wat is temperament? Er is focus op drie fundamentele eigenschap-achtige categorieen, welke zijn dit?

Temperament = individuele verschillen in de neigingen om bepaalde emoties en gedragingen te laten zien in specifieke situaties
- Focus op drie fundamentele eigenschap-achtige categorieën:
o Emotionaliteit  emotie
o Activiteitsniveau  gedrag
o Gezelligheid  (sociale) cognitie

Er zijn meerdere studies gedaan over temperament: Thomas & Chess gaven aan dat er drie soorten kinderen zijn: welke drie zijn dit?

1. Thomas & Chess = Interviews met moeders over dagelijkse routines  9 dimensies van temperament  3 groepen van kinderen
- Makkelijk (40%)
- Moeilijk (10%)
- Langzaam op te warmen (15%)
- +35% zijn gemiddelde baby’s (ze kunnen makkelijk, moeilijk en langzaam op te warmen zijn afhankelijk van de situatie).
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Er zijn meerdere studies gedaan over temperament: wat kwam uit onderzoek van Buss & Plomin (3 dimnensies) en Kagan (twee gedragsmatige neigingen?

1. Buss & Plomin = Questionnaire (IBQ-R) met specifieke, gedetailleerde vragen over gedrag  3 dimensies
- Urgentie/extraversie
- Negatieve effactiviteit
- Oriënteren/regulatie van moeiteloze controle (effortful control)
2. Kagan = Experiment met vreemde mensen en situaties  2 gedragsmatige neigingen:
- Ongeremd
- Geremd/verlegenheid

Als we het hebben over temperament en persoonlijkheid, wat kunnen we dan zeggen met betrekking tot emotionaliteit, activiteit en gezelligheid?

- Emotionaliteit:  positief affect EN negatief affect
- Activiteitsniveau:  activiteit (energieniveau)
- Gezelligheid:  remming EN persistentie

Als we het hebben over temperament, dan zijn er er verschillen met betrekking tot kinderen en adolescenten. Er zijn twee trends, licht ze toe en beschrijf de drie punten die eronder vallen

In vergelijking met kinderen, zijn de emotieregulatie strategieën van adolescenten…
Ingewikkelder
- Planmatige probleemoplossing in plaats van onmiddellijke, instrumentele acties
- Diverse afleidingsstartegies in plaats van gedragsafleiding
- Beter in staat zijn om aandacht te besteden aan en te reflecteren op emotionele toestanden
- Nuttiger van positieve zelfbespreking en herwaardering


Meer afgestemd op situaties
- Meer probleemoplossing om met aanpasbare problemen om te gaan
- Afleiding om met oncontroleerbare stressoren om te gaan
- Minder confrontatie, schade en zelfbeschuldiging in situaties waarin sprake is van woede jegens een vriend

Er zijn drie verschillen tussen adolescenten en kinderen en volwassenen met betrekking tot temperament, welke zijn dit (x3) en wat zijn vier relevante factoren (x4).

Adolescenten...
- Reageer sterker op emotie-uitlokkende situaties
- Ervaar vaker negatieve en gemengde emoties
- Sneller fluctueren in hun emotionele toestand

Relevante factoren:
- Fysieke veranderingen en volwassenheid
- Cognitieve groei (e.g. geheugen)
- Sociale veranderingen (e.g. school, werk)
- Emotionele veranderingen (e.g. affectieve activiteit)

Temperament is onderzocht op gebied van neurofysiologie, familie contexten, emotionele coaching, goedkeuring van depressief gedrag en restrictieve of niet acceptabele positieve uitingen. Wat kwam daaruit en beschrijf waar familiecontect door wordt beinvloed (x4)

- Neurofysiologie = Onbalans in rijping van emotie versus cognitieve controleprocessen, verschillende timing in rijping
- Familie contexten = hindert of faciliteert ontwikkeling van emotieregulatie vaardigheden. Beïnvloed door:
1. observationeel leren;
2. opvoedingspraktijken
3. expliciete instructie;
4. emotioneel klimaat in het gezin.
- Emotionele coaching = meer coaching  minder internaliserende problemen en beter woede controle
- Goedkeuring van depressief gedrag  minder vermogen om negatieve effecten te reguleren
- Restrictieve of niet-acceptabele positieve uitingen  meer woede, negatief affect
- Balans tussen monitoring en de behoefte aan autonomie

Wat is het verschl tussen prehedonisch en contrahedonisch? En wat houden het instrumenteel en mixed affect perspectief in?

- Prohedonisch: gericht op het optimaliseren van het welzijn.
- Contrahedonisch: stilstaan of versterken van negatieve emotionele ervaringen of verminderen van positieve tonen.
- Instrumenteel perspectief: negatief affect is bruikbaar
- Mixed-affect perspectief: negatieve emoties zijn gemixed met positieve ervaringen of aspecten
- Andere verhouding tijdens de adolescentie vergeleken met volwassenen en kinderen: Alle leeftijdsgroepen meer prohedonisch dan contrahedonisch! Tijdens adolescentie, contrahedonische motivatie beïnvloeden hun emotionele ervaringen in 25% van de situaties

Er zijn specifieke processen van onderzoek naar BHV strategieen, namelijk antecedentegerichte strategieen en responsgerichte strategieen. Wat is het verschil?

- Antecedentgerichte strategieën (verandering vooraf)  herbeoordeling/probleemgericht/engagement coping
- Responsgerichte strategieën (aanpassen achteraf) onderdrukking/terugtrekking/emotiegericht

Vergeleken met oudere adolescenten zijn jongere strategieen... (x5)

- Minder hulp zoeken
- Meer cognitieve ontsnapping, herkauwen
- Meer verbale agressie, luchten
- Minder positieve herwaardering
- Minder herfocussen op planning

Wat kunnen we zeggen over het fysiologische systeem met ouder worden op gebied van de hersenstructuur, cardiovasculair en neuro-endocrien?

- Hersenstructuur: meer activiteit bij PFC
- Cardiovasculair: kleinere stijging van de hartslag als reactie op stressoren, grotere stijging van de bloeddruk
- Neuro-endocrine werking: er is meer tijd nodig om terug te keren naar de basislijn (HPA-as)

Wat is een emotiedoel? Leg het verschil uit tussen affect doelen en niet-affectieve doelen

Emotiedoelen: de cognitieve representatie van een bepaalde emotionele toestand die het gewenste eindpunt is.

streven naar specifieke emotionele toestanden als het gewenste eindpunt (e.g. moedig zijn)
- Affect-doelen: streven naar algemene affectieve toestanden (plezier of pijn) als gewenst eindpunt
- Niet-affectieve doelen: niet-affectieve toestanden als eindpunt (e.g. winnen game)

Wat is het doel van emotieregulatie?

Doelstelling van emotieregulatie: vermindering van waargenomen discrepanties tussen huidige en gewenste emotionele toestanden.
- Feedback/evaluatie van het verschil tussen de huidige staat en het doel (p. 369):
- Contentment/tevredenheid met minder discrepantie
- Distress met meer discrepantie

Wat zijn de hedonische en niet hedonische voordelen van emotiedoelen?

- Hedonische voordelen: meer plezier, minder pijn
- Niet-hedonische voordelen (P): gemotiveerd om aangename of onaangename emoties te ervaren, afhankelijk van hun instrumentele implicaties:
* Prestatievoordelen (om aan situationele eisen te voldoen)
* Epistemische voordelen (informatie over het zelfbeeld in de wereld )
* Culturele voordelen (in lijn met culturele waarden, verwachtingen)

Wat houdt emotionele acceptatie in? Waar leiden buitengewoon positieve emotiedoelen toe en omgaan met negatieve emotiedoelen?

- Emotionele acceptatie: niet-oordelende omgang met negatieve emoties
* Buitengewoon positieve emotiedoelen kunnen leiden tot minder positieve emoties = onrealistisch doel
* Omgaan met negatieve emoties wordt geassocieerd met minder negatieve emoties = meer zelfbewustzijn en zelfrelevante gedachten

Wat houdt zelfbewustzijn in? Het beinvloed emotionele ervaringen op vier manieren

- Zelfbewustzijn: denken (bewust en onbewust) over jezelf op abstracte en symbolische manieren.

Het beïnvloedt emotionele ervaringen op vier manieren door…

- Jezelf te vergelijken met je persoonlijke normen
- Na te denken over jezelf in het verleden en de toekomst
- Het evalueren van persoonlijke kenmerken
- Nadenken over hoe je door andere mensen wordt gezien

Waar leidt discrepantie tussen werkelijke en ideale zelf toe? En discrepantie tussen ought en gevreesde zelf? Wat zijn twee oplossingen voor meer interne attributen. En dus sterkere negatieve emoties?

- Werkelijke en ideale zelven = meer teleurstelling, verdriet en depressie
- Werkelijke en ought/gevreesde zelven = meer schuld, angst en angst (+ depressief affect)
- Meer interne attributen, sterkere negatieve emoties.

Oplossingen hiervoor:
- Meer externe attributies, externaliserend
- Verminderen van zelfbewustzijn = afleiding op verschillende manieren (e.g. alcohol en drugs, meditatie).

Er zijn 7 emotie regulatie vaardigheden, welke zijn dit?

Adaptieve emotie: 7 emotie regulatie vaardigheden
Het vermogen:
1. Bewust te zijn van emoties
2. Emoties te identificeren en correct te benoemen
3. Te identificeren wat een emotie veroorzaakt en in stand houdt
- Venster van tolerantie (Siegel) 
4. Emoties actief aanpassen op een adaptieve manier
5. Negatieve emoties accepteren en tolereren wanneer dat nodig is
6. Situaties benaderen en confronteren die negatieve emoties kunnen uitlokken
7. Om effectieve zelfondersteuning te bieden in moeilijke situaties  a. zelfcompassie; b. zelfverzachtend en zelfaanmoedigend; en c. actieve zelfcoaching

Als we het hebben over affect/emotie regulatie, wat houdt dit dan in en welke drie dingen vallen eronder?

- Affect/emotieregulatie: allerlei regulerende pogingen om valide reacties te beinvloeden (e.g. maximaliseren plezier en minimaliseren pijn)
- Specifieke processen om emoties te reguleren: focust zich op het hier en nu, emotie begint met evaluatie van cues, welke vervolgens een reactie neiging triggert
- Omgaan met stress: focust zich op het verminderen van negatief affect en strekt zich uit over langere perioden
- Emotionele competentie: includeert een groot aantal processen, vaardigheden en competenties (e.g. helderheid over gevoelens, inspanningen om de stemming te verbeteren

Wat zijn drie kenmerken met betrekking tot emotieregulatie?

Kernkenmerken van emotieregulatie:
- De activatie van een goal: intrinsiek (e.g. herwaardering) of extrinsiek (e.g. het troosten van een partner)
- Betrokkenheid van processen/strategieën die verantwoordelijk zijn voor het veranderen van het emotie traject
- Impact op emotiedynamiek (e.g. intensiteit, duur)

Als we het hebben over onderdrukking van vrouwen en mannen in vier culturen. Wat zijn de resultaten met betrekking tot geslacht, cultuur en gender?

- Mannen hebben een hogere onderdrukking
- Japan: het hoogste
- Geen gender verschillen met betrekking tot herwaardering

Als we het hebben over culturele effecten op onderdrukking bij panel A en B??

- Panel A: effecten op onderdrukking worden gemedieerd door onafhankelijke zelfopbouw (niet onderling afhankelijk)
- Panel B: Lengte van de residentie (acculturatie effect) binnen de Aziatische groep is ook gemedieerd door onafhankelijke zelfopbouw (niet onderling afhankelijk)

Wat doet TMMS? Wat is het doel? Welke 3 constructen bevat het?

TMMS = emotionele competentie meten. meta-stemmingsprocessen- Specifiek doel: de reflectieve (of meta) processen begrijpen die gepaard gaan met veel noodtoestanden, d.w.z hoe individuen reflecteren op eigen gevoelens
- 3 constructen/factoren: aandacht, helderheid en reparatie
--> Voorbeelditem aandacht: ’’ik denk niet dat het de moeite waard is om aandacht te schenken aan emoties of stemmingen’’ (omgekeerd gescoord)

Wat doet de MSCEIT? Wat is het doel? Hoeveel competenties heeft het?

- DMSCEIT: Emotionele intelligentie test. Het is een meting van emotionele competentie.
- Specifieke doel: om vaardigheden te meten in het proces van emotie relevante informatie d.w.z kennis en capaciteit om te redeneren over emoties en emotionele situaties
- 4 competenties, waaronder ‘’emotie management vermogen’’
- Reacties op hypothetische vignetten

Als we het hebben over overtuigingen en motivaties over emoties, hoe kunnen we het habitueel gebruik van herwaardering en onderdrukking dan voorspellen? Licht toe aan de han van 2 punten bij ieder

Overtuigingen en motivaties over emoties
Het voorspellen van habitueel gebruik van herwaardering:
- Incrementele theorie van emoties (d.w.z het kan worden veranderd versus fixed
- Globale emotieregulatie van zelfeffectiviteit (d.w.z overtuigingen om emoties te veranderen)

Het voorspellen van habitueel gebruik van onderdrukking:

- Subjectieve authenticiteit (negatief: inautheticiteit)
- Angst voor negatieve gevolgen
- Lage zelfeffectiviteit van zelfexpressie

Als we het hebben over emotieregulatie strategieen en culturele verschillen, dan zijn er vier uitkomsten. Licht toe waar hoge activatie/hoge aangenaamheid, lage activatie/hoge aangenaamheid, lage activatie/lage aangenaamheid, hoge activatie/lage aangenaamheid toe leidt

Emotieregulatie strategieën en culturele verschillen
o Hoge activatie en hoge aangenaamheid: opwinding, opgetogenheid  trots
o Lage activatie en hoge aangenaamheid: vredig, sereen  verbondenheid
o Lage activatie en lage aangenaamheid: teruggetrokken, beschaamd, in de schulden
o Hoge activatie en lage aangenaamheid: rusteloos  boosheid, irritatie

Welke verschillen versterken het gevoel van verbondenheid met betrekking tot situationele selectie en focus op aandacht? Licht toe met betrekking tot individualiteit en sociaal

Situationele selectie (west versus oost)

o Individueel: het bereiken van positieve resultaten versus het vermijden van het niet voldoen aan sociale verwachtingen
o Sociaal: praktijken je belangrijk en speciaal te voelen versus focus op tekortkomingen

Focus op aandacht
o Individueel: emoties op hoofdpersonage versus emoties van omringende mensen
o Sociaal: het bevorderen van geluk en trots voor onafhankelijke prestaties versus schaamte en focus op overtredingen

Welke verschillen versterken het gevoel van verbondenheid? Licht toe met betrekking tot regulatie van beoordeling en gedragsregulatie bij individueel en sociaal

Regulatie van beoordeling

o Individueel: positieve gevoelens over controle en agentschap versus uitkomst van een event buiten onze persoonlijke span of controle
o Sociaal: valideren van persoonlijke emoties (confronterend) versus het beoordelen van reacties van anderen in geval van emoties (perspectief nemen)

Gedragsregulatie (respons modulatie)
o Individueel: Onderdrukken van negatieve emoties versus onderdrukken van positieve emoties
o Sociaal: Rituelen voor individuele prestaties versus rituelen voor verbondenheid

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo