De rol van mindset - Burnette et al. (2013) - Mindsets: impliciete theorieen en zelfregulatie

4 belangrijke vragen over De rol van mindset - Burnette et al. (2013) - Mindsets: impliciete theorieen en zelfregulatie

Wat zijn impliciete theorieen en wat is hierbij de incrementele en entiteitstheorie?? En wat is een mindset?

- Impliciete theorieën: proberen de onderliggende processen te voorspellen die bepalen hoe mindsets van mensen worden gevormd.
- Een mindset: is hoe iemand zijn eigen capaciteiten evalueert. Zo kan iemand bijvoorbeeld zelfverzekerd zijn of zich hopeloos voelen over eigen competenties en de omgang met tegenslagen.

Onder de impliciete theorieën vallen:
- incrementele theorieën: het idee dat de eigenschappen van mensen verbeterd kunnen worden en zich ontwikkelen met tijd.
- Entiteitstheorieën: het idee dat de eigenschappen van mensen vast staan en niet variëren.

Impliciete theorieën: proberen de onderliggende processen te voorspellen die bepalen hoe mindsets van mensen worden gevormd. Deze impliciete theorieën zijn gelinkt aan zelfregulatie, het proces van hoe iemand de eigen emoties, cognities en gedragingen stuurt om bepaalde doelen te behalen. Carver and Scheier's (1998) model van zelfcontrote identificeert drie onderliggende hoofdprocessen van zelfregulatie, licht ze toe

1. Goal setting: prestatie- en leerdoelen.
2. Goal operating: hopeloosheid georiënteerde en mastery georiënteerde strategieën.
3. Goal monitoring: negatieve emoties en verwachtingen.

Het setting/operating/monitoring/achievement (SOMA) model combineert de impliciete theorieen met Carver and Scheier's (1998) model van zelfcontrole. Wat houdt het verder in? Licht toe aan de hand van twe epunten

- Er zijn associaties tussen de impliciete theorieën [incrementeel en entiteit) en de zelfregulerende processen (goal setting, goal operating en goal monitoring]. Incrementele theoretici maken vaker leerdoelen dan prestatiedoelen, gebruiken vaker mastery georiënteerde dan hopeloosheid georiënteerde strategieën, en vermijden negatieve emoties en behouden positieve verwachtingen.
- Er is een (kleine) associatie tussen zowel de impliciete theorieën als de zelfregulerende processen en prestatie [goal achievement). De sterkste mediatoren van dit verband waren het hebben van mastery georiënteerde strategieën en het vermijden van negatieve emoties
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Een moderator voor goal setting is het verschil tussen approach doelen en avoidance doelen. Licht het verschil toe en wat voor kenmerk een moderator heeft

- Bij approach doelen; wordt een bepaalde uitkomst nagejaagd
- Bij avoidance doelen: wordt een bepaalde uitkomst vermeden.
- Een moderator voor de zelfregulerende processen is: ego threat, een situatie of communicatie die een bedreiging vormt voor het zelfvertrouwen. Dit kan komen doordat de werkelijke situatie (zoals negatieve feedback of tegenslag) niet overeenkomt met de perceptie van de eigen competentie.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo