Samenvatting: Encyclopedie Der Rw
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Encyclopedie der RW
-
1 Week 1 (grotverkenners)
Dit is een preview. Er zijn 7 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
Laat hier meer flashcards zien -
1.1 Rechter Truepenny
Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.1
Laat hier meer flashcards zien -
Is dit Juridisch zuiver (vraag 1) W1
nee het recht gaat te buiten, er wordt namelijk gekeken naar de geest van de wet. (Truepenny) De visie van Truepenny is gericht op -
1.1.1 Rechter Foster
Dit is een preview. Er zijn 2 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.1.1
Laat hier meer flashcards zien -
Hoe beschrijft Foster het natuurrecht?
- (intelligentie trouw aan de wet vs niet intelligente trouw aan de wet)
- Altijd kijken naar doel v/d wet.
- Positief recht nvt er was sprake van overleven en geen samenleven.
- Natuurtoestand is een toestand zonder positief recht.
- Er was geen sprake van positief recht (Fosters argument) Er was een nieuwe sociaal contract, de dobbel overeenkomst. (Begin nieuwe rechtsorde)
- Recht van Newgarph is wel van toepassing, maar van belang is intellectuel naar kijken.
- Doel v/d wet (redelijke interpretatie is van belang, teleologische interpretatie) Sprake van strafuitsluitingsgrond.
- 2e redenering (constructivisme) → de waarde van rechtvaardigheid.
-
Verder stelt Foster: “het positieve recht berust op de mogelijkheid van samenleven van mensen in de maatschappij. Wanneer zich een situatie voordoet waarin dat onmogelijk is geworden, dan is de voorwaarde voor de gelding van al onze wetten opgehouden te bestaan”. Leg uit naar welke rechtsfilosofische theorie Foster in het citaat verwijst.
Het Natuurrecht.
Foster stelt dat de gelding van het positieve recht afhankelijk is van de morele inhoud: in casu het samenleven van mensen in de maatschappij -
1.1.1.1 Rechter Tatting
Dit is een preview. Er zijn 2 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.1.1.1
Laat hier meer flashcards zien -
Hoe beschrijft rechter Tatting het rechtsrealisme?
- rechtsrealisme→ nadruk op het recht is niet rationeel, veel emotie
- Kritische vragen aan Foster gesteld→
- Handelen niet opzettelijk (wilfully) dan kunnen die handelingen worden teruggeroepen.
- Sprake van radiocontact etc in de casus.
-
2 Week 2
Dit is een preview. Er zijn 4 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2
Laat hier meer flashcards zien -
2.1.1 Modern positivisme (Hart)
Dit is een preview. Er zijn 4 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2.1.1
Laat hier meer flashcards zien -
Kritiek van Hart op Austin
Hart heeft kritiek op de gedachte van Austin dat recht niets anders is dan gedragsvoorschriften van de hoogste machthebber (soeverein) die deze zo nodig door sancties afdwingt. Waarbij die soeverein een persoon of groep personen is die gewoonlijk gehoorzaamd wordt binnen de betreffende politieke gemeenschap. (Austin)
Austin maakt volgens Hart onvoldoende onderscheid tussen gewoontes en regels. -
Hart: stabiliteit v/d rechtsorde
Hoe meer rechtsgenoten een intern perspectief hebben des te stabieler de betreffende rechtsorde is. Hoe meer rechtsgenoten een extern perspectief hebben, des te instabieler de betreffende rechtsorde is. (denk aan de rellen). In ieder geval is vrees voor sancties niet het enige motief voor norm conform gedrag.
Voortbestaan van de samenleving is afhankelijk van de minimum inhoud en de stabiliteit is het percentage mensen met intern perspectief/vrijwillige aanvaarding. -
3 Week 3
Dit is een preview. Er zijn 7 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 3
Laat hier meer flashcards zien -
Onbepaaldheid van (recht)sbeginselen
- Rechtsbeginselen zijn onbepaald, waardoor de status quo in stand blijft. Dit ligt ten voordeel aan mensen van de hogere klasse.
- Rechtsbeginselen zijn onbepaald, waardoor de status quo in stand blijft. Dit ligt ten voordeel aan mensen van de hogere klasse.
-
3.1 Drie typen rechtsvinding montesquieu
Dit is een preview. Er zijn 9 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 3.1
Laat hier meer flashcards zien -
Hart en Dworkin over politiek en rechtsvinding
Rechtspositivisme (Hart )Scheiding tussen recht en politiek en tussen recht en moraal.- Recht is wat in de
rechtsbronnen staat: positief recht. Gematigd extern perspectief.- Primair:
heteronome rechtsvinding (bijv.grammaticaal ).
Constructivisme (Dworkin )- Wel scheiding tussen recht en politiek, niet tussen recht en moraal.
- Recht is positief recht, plus
achterliggende waarden enbeginselen . Intern perspectief.- Niet alleen
heteronome , maar ookautonomere vormen van
rechtsvinding (bijv. teleologisch naar de bedoeling v/d regel kijken). -
Welke overeenkomsten hebben Hart en Dworkin?
- Beiden zijn het eens over het feit dat er een scheiding is tussen recht en politiek.
- Rechter is gebonden aan het recht.
- Rechtsstaat/rule of law: recht valt te onderscheiden van politiek en opereert als begrenzing v/d politieke macht.
-
Critical Legal Studies
CLS een stroming in de Amerikaanse rechtstheorie die elementen van scepticisme en ideologiekritiek combineert.
Recht is meerduidig/onbepaald, dus de heersende klasse kan het gemakkelijk naar haar hand zetten. Politieke karakter van rechtsvinding
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden