Samenvatting: Endocrien Systeem, Modelvorming En Regeltechniek

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Endocrien systeem, modelvorming en regeltechniek

• eVO Glucose homeostase: 5 fasen beschrijving

  Dit is een preview. Er zijn 3 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 21/10/2020
  Laat hier meer flashcards zien

• Uit welke substraten kan de lever glucose maken bij de gluconeogenese in de early fasting state 14 tot 36 uur na de maaltijd? En waar komen deze substraten vandaan?

  - lactaat uit rode bloedcellen en spiercellen als afbraakproduct van anaerobe verbranding van glucose
  - aminozuren, voornamelijk alanine en glutamine uit de lever zelf en uit de spieren deels via het darmkanaal.
  - vetzuren uit het vetweefsel 

• Waarom is de vetzuuroxidatie (beta-oxidatie) in de mitochondriën van de levercellen belangrijk voor het op gang brengen van de glyconeogenese van vooral lactaat en alanine tijdens de early fasting state 12 tot 16 uur na de maaltijd?

  Voor het produceren van NADH en ATP die nodig zijn tijdens de glyconeogenese voor bepaalde reacties en om de concentratie Acetyl CoA te verhogen die vrijkomt bij vetzuuroxidatie om het enzym pyruvaatcarboxylase te activeren die nodig is om pyruvaat om te zetten in oxaalacetaat in de gluconeogenese van vooral lactaat en alanine.

• Waarom is het co-enzym A nodig voor de vetzuuroxidatie in de mitochondriën van de levercellen tijdens langdurig vasten?

  De vetzuren die aangeleverd worden voor verbranding moeten eerst geactiveerd worden door middel van CoA. Er ontstaat dan een vetzuur met daaraan vast een Co-A-estergroep en deze kan door middel van de CPT-1-transporter de mitocondrien in worden getransporteerd voor de beta oxidatie.

• Wat verandert er op het gebied van de metabole stofwisseling als er langer dan 3 tot 4 weken gevast wordt?

  De ketonlichamen werden al geproduceerd maar vooral gebruikt bij de energievoorziening van de spieren. Na 3 tot 4 weken vasten worden de ketonlichamen gebruikt als energievoorziening van de hersenen waardoor er minder glucose nodig is en de gluconeogenese daalt waardoor de eiwitten van spieren gespaard worden.

• Wat bepaald de lengte dat er gevast kan worden?

  De voorraad vet in het vetweefsel. Vetzuren zijn de belangrijkste bron van energie voor de spieren en door de ketogenese worden ook de hersenen van energie voorzien door het vetweefsel. Als het vet opraakt zal er veel meer eiwit moeten worden afgebroken en dit is al snel niet verenigbaar met het leven omdat functionele eiwitten zullen worden afgebroken zoals de eiwitten van spieren met vitale functies of enzymen.

• Een vrouw wordt na enkele dagen lusteloos en misselijk en valt na een week flauw. Bij opname op de spoedeisende hulp wordt een moeilijk te wekken vrouw gezien met een snelle en diepe uitademing die naar aceton ruikt. Bij laboratorium onderzoek wordt een verhoogde concentratie ketonzuren in het bloed en de urine gevonden. Wat heeft deze vrouw?

  Fasting ketoacidose

• HC fysiologie van het bot

  Dit is een preview. Er zijn 13 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 27/10/2020
  Laat hier meer flashcards zien

• Noem 6 functies van het menselijk skelet

  - beweging/steun
  - bescherming van organen
  - bescherming van beenmerg
  - bloedaanmaak
  - calcium en fosfaat huishouding
  - productie van groeifactor waarbij het skelet functioneert als een endocrien orgaan

• Beschrijf de macroscopische organisatie van het bot van een lang pijpbeen

  De buitenste laag van het bot is corticaal bot. De buitenste laag van het corticale bot is het periosteum en de binnenste laag van het corticale bot is het endosteum. Midden in het bot ligt het beenmerg en tussen het beenmerg en het corticale bot ligt trabeculair bot. 
  
  het midden van het bot wordt de dialyse genoemd en aan de uiteinden van het bot waar meer trabeculair bot komt dan beenmerg is de metafyse vervolgens en groeischijf van kraakbeen en tot slot de epifyse met trabeculair bot. 

• Welke eigenschappen heeft trabeculair bot en welke functies worden daarmee volbracht?

  Trabeculair bot bestaat uit een sponsachtig netwerk van fijne bosbalkjes en platen (trabecels). Dit zorgt voor een efficiënte verdeling van belastingkrachten en draagt daardoor bij aan de sterke en elasticiteit van het bot. Doordat trabeculair bot veel holtes heeft is het makkelijk toegankelijk voor bloed en daardoor vindt er mineraal metabolisme plaats en heeft het een hoge ombouw snelheid.

• Welke eigenschappen heeft corticaal bot en welke functies worden daarmee volbracht?

  Corticaal bot heeft een hoge dichtheid en verzorgt daardoor de biomechanische sterkte van het bot en de bescherming van het beenmerg. Corticaal bot bepaald de vorm van de botten en is de aanhechtingsplaats voor pezen.