Verwerking van koolhydraat, vet en eiwit na de maaltijd

15 belangrijke vragen over Verwerking van koolhydraat, vet en eiwit na de maaltijd

Wat gebeurt er als je minder dan 150 gram koolhydraten eet?

Dan gaan we eiwitten afbreken, want aminozuren kan je omzetten in glucose, dit helpt om de bloedsuikerspiegel op pijl te houden.

Wat gebeurt er als je koolhydraatarm eet?

Je verbrand spiereiwit en verliest spiermassa. Om dit te voorkomen moet je eiwitrijk eten

Waartussen varieert de bloedsuikerspiegel?

Tussen 4-7 mmol. Dit komt doordat de lever en spierweefsel glucose meteen opneemt uit de bloedbaan en omzetten in glycogeen
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Wat gebeurt er tussen de maaltijden als de bloedsuikerspiegel daalt?

Het glycogeen wordt dan gebruikt. Leverglycogeen is dus een buffer voor de bloedsuiker. In het dagelijkse eetpatroon zorgt de lever voor een goede bloedsuiker tijdens en tussen maaltijden

Waar zorgt de insuline spiegel voor?

Dat de glucosespiegel niet zo sterk stijgt. Tussen maaltijden daalt insuline. Insuline zorgt ervoor dat er meer glycogeen wordt gemaakt.

Hoe komen polymeren zoals eiwitten in de bloedbaan terecht?

Ze worden eerst omgezet in monomeren (glucose, fructose) en daarna opgenomen door de darmen en opgenomen in de bloedbaan

Hoe worden vetten aan het lymfevatensysteem afgegeven?

Vetten worden in 2 monomeren afgebroken, opgenomen in de darmcel, daar wordt er triglyceride van gemaakt. Daarna wordt het gesplitst in vrije vetzuren en glycerol. In de vorm van triglyceriden wordt het aan het lymfevatensysteem afgegeven

Wat gebeurt er bij een te hoge glucose spiegel?

Glucose gaat overal aanzitten, beschadigd eiwitten. Leidt tot vaatfunctie stoornissen; nieren kunnen niet meer goed filteren, retina stoornissen

Uit welke fasen bestaat de storage mode?

- Well-fed state: goed gevoed met korte perioden tussen de maaltijden
- Early refed: Maaltijd na een periode van vasten. Hierbij wordt spierglycogeen eerder opgebouwd dan leverglycogeen

Wat is het hormoon van de storage mode?

Insuline

Wat zijn de production mode hormonen?

- Glucagon (vooral op lever)
- Adrenaline (vooral op vetzuren)
- Cortisol (lever en vooral spieren zodat aminozuren worden gemaakt)
- Groeihormoon
- Schildklierhormoon

Wat zijn de verschillende regulatiemechanismen voor metabole paden?

- (de)fosforylatie (snel)
- Allosterie (snel)
- Inductie/repressie (langzaam)
- Rekrutering transporteiwit (snel)
- Substraataanbod (aanbod=snel)

Wat is rekrutering van een transporteiwit ?

Transporters voor glucose die niet in het plasmamembraan zitten maar in intracellulaire membrane waardoor glucose transport ontstaat

Hoe gaan vet en cholesterol door het lichaam?

Via lipoproteine, via het lymfatisch systeem naar vet en spierweefsel. Voedingsvet komt met name in spieren en voornamelijk in vetweefsel

Hoe werkt het exogene pad van lipide transport?

Chylomicronen gaan via lymfevaten systeem. LPL haalt glyceride eraf en splitst het in vetzuren. Werkt hetzelfde in spieren. Vet wordt daar geoxideerd. Chylomicronen zijn zo groot dat het vastgehouden wordt totdat LDL-vetzuren verwijderd. Dan kan het door capillairen. Zit nog wel cholesterol in, dit komt in lever terecht.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo