Samenvatting: Enquêterecht Ii

Studiemateriaal generieke omslagafbeelding
  • Deze + 400k samenvattingen
  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
LET OP!!! Er zijn slechts 46 flashcards en notities beschikbaar voor dit materiaal. Deze samenvatting is mogelijk niet volledig. Zoek a.u.b. soortgelijke of andere samenvattingen.
Gebruik deze samenvatting
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Enquêterecht II

  • 1 Eerste fase: Het enquêteverzoek

    Dit is een preview. Er zijn 10 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
    Laat hier meer flashcards zien

  • Hoe zit het met de 10%-grens voor enquetegerechtigde aandeelhouders?

    Daar moet de OK strak aan vast houden, bepaald in arrest Rhodia.
  • Wat is het criterium voor het bevelen van een onderzoek:

    Er moeten gegronde redenen zijn voor twijfel aan een juist beleid of een onjuiste gang van zaken, artikel 2:350 BW.
  • Betreft het toetsen van een juist beleid alleen het beleid van de vennootschap?

    Nee, het betreft het functioneren van de vennootschap, haar organen en alles wat er binnen de onderneming gebeurt.
  • Wat zijn de 6 redenen om te twijfelen aan een juist beleid?

    1. Een handelen in strijd met de wet, de statuten of CGC regels (arrest Versatel). 2. Als er sprake is van een belangenverstrengeling. 3. Bij (gebrekkige) informatieverstrekking. 4. Bij een impasse. 5. Bedrijfseconomisch/sociaal beleid. 6. In geval van overnamegeschillen.
  • Is belangenverstrengeling hetzelfde als tegenstrijdig belang?

    Nee, tegenstrijdig belang is een duidelijk juridische categorie. Belangenverstrengeling in een enquêteprocedure kan ook gaan over belangenverstrengeling tussen aandeelhouders, dit is dus een ruimere categorie.
  • 2 Onmiddellijke voorzieningen

    Dit is een preview. Er zijn 5 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2
    Laat hier meer flashcards zien

  • In welke stand van het geding kan een onmiddellijke voorziening worden getroffen?

    Een onmiddellijke voorziening kan in elke stand van het geding worden getroffen.
  • Wanneer wordt een onmiddellijke voorziening getroffen? Ofwel wat is het criterium?

    Wanneer dit in verband met de toestand van de rechtspersoon of in het belang van het onderzoek is vereist.
  • Op wiens verzoek kan een onmiddellijke voorziening worden toegwezen?

    Op het het verzoek van de indieners, artikel 2:349a lid 2 BW.
  • 3 De Onderzoeksfase

    Dit is een preview. Er zijn 11 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 3
    Laat hier meer flashcards zien

  • Kunnen onderzoekers aansprakelijk worden gesteld?

    Ja, sinds 1 januari 2013 is dit opgenomen in de wet, artikel 2:351 lid 5 BW.
  • In welk artikel staat dat de rechtspersoon de kosten van het onderzoek betaalt en de vergoeding voor de met het onderzoek belaste personen?

    Artikel 2:350 lid 3 BW.
LET OP!!! Er zijn slechts 46 flashcards en notities beschikbaar voor dit materiaal. Deze samenvatting is mogelijk niet volledig. Zoek a.u.b. soortgelijke of andere samenvattingen.

Om verder te lezen, klik hier:

Lees volledige samenvatting
Deze samenvatting +380.000 andere samenvattingen Een unieke studietool Een oefentool voor deze samenvatting Studiecoaching met filmpjes
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Onderwerpen gerelateerd aan Samenvatting: Enquêterecht Ii