Samenvatting: Enzymen En Eiwitten
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Enzymen en Eiwitten
-
1 Hoorcollege 1 & 2
-
1.1 Aminozuren
Dit is een preview. Er zijn 8 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.1
Laat hier meer flashcards zien -
Welke aminozuren zitten in de basische groep? En wat voor kenmerkende groep hebben zij?
Lysine, arginine, histidine. Allemaal/Respectiefelijk een NH3+, NH2+, NH+ -
Welke aminozuren zijn de zure aminozuren? Welke kenmerkende groep hebben zij?
Asparaginezuur en glutaminezuur. Ze hebben een COOH/COO- groep -
Welke aminozuren hebben een negatieve lading?
De zuren; asparaginezuur en glutaminezuur -
Welke aminozuren hebben een positieve lading?
De basen: arginine, lysine en histidine -
Geef de 3 letter en 1 letter code voor de aminozuren asparginezuur, glutaminezuur, arginine en lysine
Ala, DGlu E
Arg R
Lys K -
Geef de 3 letter en 1 letter code voor de aminozuren histidine, asparagine, glutamine en serine
His H
Asn N
Gln Q
Ser S -
Geef de 3 letter en 1 letter code voor de aminozuren threonine, tyrosine, alanine en glycine
Thr T
Tyr Y
Ala A
Gly G -
Geef de 3 letter en 1 letter code voor de aminozuren fenylalanine, methionine, tryptofaan en cysteine
Phe F
Met M
Trp W
Cys C -
Welke aminozuren zijn hydrofoob?
Meestal de niet-polaire aminozuren -
Wat gebeurt er bij een pH lager dan het iso-elektrisch punt en wat bij een hogere?
Bij een lagere wordt een H+ opgenomen en bij een hogere wordt deze afgestaan. Dus respectievelijk heb je NH3+-----COOH en NH2---COO-. Ook bij de zijgroepen komt dit voor en afhankelijk van de zijgroep wordt het eiwit dan negatief of positief
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden