Samenvatting: Epidemiologie
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Epidemiologie
-
Epi H1
Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 15/06/2020
Laat hier meer flashcards zien -
De postulaten van Koch (vroeger):
1) Agens aanwezig bij alle dieren die ziekte hebben.
2) Agens komt niet voor bij dieren met een andere ziekte of bij niet-zieke dieren.
3) Agens kan in rein cultuur geïsoleerd worden uit zieke dieren.
4) Agens isoleren uit ziek dier, insluiten in ander dier -> dit dier dat dezelfde symptomen. -
Epi H3
Dit is een preview. Er zijn 4 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 15/06/2020
Laat hier meer flashcards zien -
Factoren die ziektetransmissie beïnvloeden:
De bron van infectie (hoe sterk)
De transmissieroute
De acceptor (hoe gevoelig?) -
Verloop van infectie vs verloop van ziekte:(Infectie is NIET gelijk aan ziekte)
Verloop infectie:
Dier is gevoelig, komt in aanraking met infectieus agens en wordt besmet (geïnfecteerd), hierop volgt de latente periode (besmet, maar nog geen uitscheiding van agens), vervolgens de infectieuze periode (besmet en uitscheiding) en tenslotte dood, verkocht, immuun.
Verloop ziekte:
Dier is gevoelig, wordt besmet. Vervolgens is er een incubatieperiode (reeds besmet, maar nog geen symptomen).
Let op: De incubatie tijd en de infectieuze periode kunnen overlappen waardoor een dier reeds infectie uitscheidt voordat het zelf symptomen heeft...
Na de incubatieperiode volgt de symptomatische periode (ziek en symptomen) en tenslotte dood, verkocht of immuun... -
Epi H4
Dit is een preview. Er zijn 6 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 15/06/2020
Laat hier meer flashcards zien -
Epidemiologisch onderzoek in te delen in 2 vormen:
Dscripties (beschrijvend, geen associaties tussen RF en ziekte)
Analytisch (associaties tussen RF en ziekte indentificeren) -
Epi H5
Dit is een preview. Er zijn 17 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 15/06/2020
Laat hier meer flashcards zien -
De testkarakteristieken van diagnostische testen:
Sensitiviteit
Specificiteit
Voorspellende waarde (neg en pos) -
Epi H8
Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 15/06/2020
Laat hier meer flashcards zien -
Geef een studie die valt onder experimenteel onderzoek:
Klinische veldstudies -
Wat doet men bij een klinische veldstudie?
De populatie wordt ad random ingedeeld in 2 groepen (bv 1 behandelingsgroep en 1 controle groep), zo zijn de groepen zo vergelijkbaar mogelijk behalve voor die ene factor die aan- of afwezig is in de ene of andere populatie. -
Epi H9
Dit is een preview. Er zijn 7 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 15/06/2020
Laat hier meer flashcards zien -
Hoe kan je risicomaten bepalen en welke zijn dit?
Via maatstaven van associatie:
RR
PR
OR -
Maatstaven voor associatie vs maatstaven voor effect:
MvA: Kwantitatief weergeven van de grootte van de asscociatie tussen ziekte en RF.
MvE: Kwantitatief weergeven van bijdrage van een RF op het voorkomen van de ziekte. -
Epi H10
Dit is een preview. Er zijn 8 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 15/06/2020
Laat hier meer flashcards zien -
Dingen waarvan de precissie afhankelijk is zijn:
1) Van het onderzoek => aantal dieren in de steekproef (zijn dit er weinig, dan zal de precissie minder zijn)
2) Van de methodes (reproduceerbaarheid)
3) Van de onderzoeksresultaten (de nauwkeurigheid van de schatting van het resultaat (BI))
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden