Vb vragen Eco Ufora
15 belangrijke vragen over Vb vragen Eco Ufora
Welk van onderstaande uitspraken is (zijn) correct? Ziekte kan de productiviteit van dieren beïnvloeden door:
a) een verhoging van de outputs
b) een verminderde waarde van de producten
c) efficiënter worden van het metabolisme
d) een verkorte duur van het productieve leven
Veronderstel dat een nieuwe influenza opduikt en dit ernstige problemen veroorzaak in de kalkoenensector. Om deze problemen tegen te gaan wordt overwogen om de kalkoenen te vaccineren. Er wordt gevraagd om na te gaan of een dergelijke vaccinatiecampagne economisch rendabel zou zijn (rekeninghoudende met alle mogelijke gevolgen van vacccinatie voor zowel dierengezondheid als mogelijke consumentengedrag). Welk van de onderstaande methode zou u hiervoor gebruiken.
A) Bij voorkeur kosten-batenanalyse
B) Bij voorkeur beslissingsboomanalyse
C) Bij voorkeur partiële budgetering
D) De economische efficiëntie van de nieuwe strategie moet steeds vergelijken met de reeds bestaande non-vaccinatiestrategie
Welk van de onderstaande uitspraken zijn correct?
A) De ecomische impact van ziekten zijn voornamelijk te meten op dierniveau en minder op populatieniveau
B) De economische gevolgen van sub-klinische ziekten zijn vaak groter dan die van klinische infecties
C) De economische gevolgen van ziekten op bedrijfsniveau zijn onderandere gevolg van de vermindering van een mogelijk afzetmarkt
D) De economische impact van infectie ziekten zijn meestal groter dan die van metabole stoornissen
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Welke van onderstaande stellingen zijn correct? Afrikaanse varkenspest:
A) Komt momenteel voor in Nederland en Duitsland
B) Is een zoönose
C) Is een virale ziekte waarvoor geen vaccin beschikbaar is
D) Wordt in Europa voornamelijk verspreidt via everzwijnen
Zoönoses zijn:
A) Ziektes die overdraagbaar zijn van dier op mens
B) Zijn een manier waarop het welzijn van de mens kan geschaad worden als gevolg van voorkomen van ziekte bij dieren
C) Zijn steeds epidemische ziektes
D) Hebben meestal slechts een beperkte economische impact
Welke van onderstaande stellingen zijn correct? One health:
A) Het basisconcept waarbij de gezondheid van dier, mens en omgeving als 1 geheel wordt beschouwt
B) Houdt rekening met het feit dat vele infectieziektes bij de mens uit origine afkomstig zijn van bij de dieren
C) Is het concept waarbij zowel het welzijn als de gezondheid als de productiecapaciteit van de dieren als geheel wordt beschouwt
D) Wordt voornamelijk gepropageerd door EFSA
Welke van de onderstaande stellingen is/zijn correct?
A Een veehouder is vaak risico-avers.
B Een rundveehouder verdient gemiddeld meer dan een varkenshouder.
C De veehouderij is een kapitaalintensieve sector.
D Een veehouder heeft gemiddeld gezien een stabiel maar laag arbeidsinkomen.
Welke van de onderstaande uitspraken is/zijn correct?
A De prijzen van landbouwproducten (vlees, melk, eieren) worden gekenmerkt door hun stabiliteit doorheen de tijd.
B De prijzen van het varkensvlees (betaald aan de veehouder) zijn in België momenteel relatief hoog als gevolg van de hoge voederkost.
C De melkprijs (betaald aan de veehouder) was in 2017 relatief hoog.
D De prijzen voor rundvlees (betaald aan de veehouder) zijn de afgelopen4 jaar in dalende lijn.
Welke van de onderstaande uitspraken is/zijn correct? Het voorkomen van een endemische ziekte in een land …
A Betekent steeds een verlies voor de individuele veehouder door een verminderde productie.
B Is positief voor de consument aangezien de prijzen zullen dalen.
C Heeft enkel economische consequenties als er ook vruchtbaarheidsstoornissen optreden als gevolg van de ziekte.
D betekent een verlies voor de nationale economie als gevolg van een sub-optimaal gebruik van de beschikbare grondstoffen.
Welke van de onderstaande uitspraken is/zijn correct? Kosten
Melkveebedrijf …
A Zijn de voornaamste kost voortvloeiend uit de ziekte.
B Worden niet opgenomen in de kostenstructuur omdat het gaat om niet vermijdbare kosten.
C Nemen tussen de 6% en de 8% in van de totale kostenstructuur.
D Kunnen gereduceerd worden indien meer wordt geïnvesteerd in diergeneeskundige preventie.
Welke van de onderstaande uitspraken is/zijn correct? Op een melkveebedrijf…
A Is het normale vervangingspercentage rond de 60-65%.
B Kost de verlenging van de tussenkalftijd ongeveer €10 per koe per dag.
C Bedraagt de optimale tussenkalftijd op bedrijfsniveau 395 dagen.
D Kost een klinisch mastitis geval tussen de €250 en €350.
Welke van de onderstaande uitspraken is/zijn correct?
A De economische impact van ziekte is groter bij een ziekte met een gelijkblijvende voederopname en gedaalde voederconversie dan bij een ziekte met een dalende voederopname en gelijkblijvende voederconversie.
B De economisch belangrijkste ziektes zijn deze die het meeste mortaliteit veroorzaken.
C Ziekte heeft vaak een negatief effect op de bedrijfsproductiviteit door de verkorte levensduur van de dieren.
D De verminderde voedselopname bij ziekte is een fysiologisch gevolg van de verminderde behoefte.
Welke van onderstaande stellingen is (zijn) correct?
A. De prijs voor varkensvlees (betaald aan de veehouder) neemt de afgelopen jaren systematisch af.
B. De prijs voor braadkippen schommelt de laatste jaren rond de €0,6-€0,7 per kg levend gewicht.
C. De prijs van de grondstoffen voor diervoeders heeft een grote invloed op de rendabiliteit van een varkens- of braadkippenbedrijf.
D. De prijs voor varkensvlees wordt in grote mate bepaald door een beperkt aantal aankopers van grootwarenhuizen.
Welke van onderstaande uitspraken is (zijn) correct? Endemische ziekten…:
A. zijn economisch enkel belangrijk vanuit het standpunt van de individuele veehouder.
B. zijn nadelig voor de consument omdat de prijzen stijgen als gevolg van een gestegen productiekost.
C. zijn economisch veel belangrijker dan epidemische ziekten.
D. zijn ziekten met een beperkte variatie in de frequentie van voorkomen.
Welke van onderstaande uitspraken is (zijn) correct?
A. Risico-analyse wordt enkel gebruikt voor het inschatten van het risico op introductie van exotische ziekten via de handel van levende dieren.
B. Voor het uitvoeren van risico-analyses werden richtlijnen opgesteld door internationale organisaties (OIE en WHO).
C. Bij de risicocommunicatie moet rekening gehouden worden met het feit dat risicoperceptie vaak subjectief is.
D. Bij een kwantitatieve risico-analyse kan men de uitkomst met zekerheid voorspellen.
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden