Samenvatting: Epidemiologisch Onderzoek Opzet En Interpretatie | 9789031378135 | L M Bouter, et al
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Epidemiologisch onderzoek opzet en interpretatie | 9789031378135 | L.M. Bouter, M.C.J.M. van Dongen, G.A. Zielhuis.
-
1 Week 1 en 3
-
1.1 Confounding & effectmodificatie
Dit is een preview. Er zijn 6 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.1
Laat hier meer flashcards zien -
Wat is de confounder in het volgende verhaal: waarschijnlijk ontstaat door slaapgebrek hoofdpijn, want jongeren die in het weekend uitgaan en weinig slapen hebben hoofdpijn.
De confounder is alcohol.
-
Aan welke voorwaarden moet een confounder voldoen?
1. het is een onafhankelijke determinant van de bestudeerde ziekte.
2. er is een associatie tussen de determinant en de confounder.
3. Het is geen verbindingsschakel tussen determinant en ziekte.
-
Hebben confounders invloed op de populatiegrootte?
Ja, per confounder moet je populatie groter zijn.
-
Wat heb je nodig om over de aan- en afwezigheid van een confounder te kunnen oordelen? Waarom kan dit niet bij patient-controleonderzoek?
Je hebt voorkennis over de basispopulatie nodig. Bij patiëntcontroleonderzoek heb je dit niet, omdat je ze selecteert als ze de ziekte al hebben. Bij grote steekproefomvang neemt het gevaar echter af.
Bij cohort onderzoek speelt het probleem niet, omdat de onderzoekspopulatie gelijk is aan de basispopulatie.
-
Waaraan voldoet een geschikte onderzoekspopulatie?
- maximaal contrast in blootstelling aan de determinant die centraal staat
- minimaal contrast in de blootstelling aan andere risicofactoren van de ziekte (potentiële confounders)
-
Hoe corrigeer je confounders in de analyse bij stratificatie?
Je analyseert iedere laag apart. Daarna vergelijken met het bruto-effect.
-
Hoe ziet confounding er in een grafiek uit tegenover effectmodificatie?
Bij confounding zijn de lijnen evenwijdig, bij effectmodificatie niet, ze hebben verschillende hoeken en kunnen elkaar kruisen.
-
Hebben interne validiteit en effectmofificatoren invloed op elkaar?
Beide opties kunnen meestal niet in één onderzoek verwezenlijkt worden.
-
Zijn effectmodificatie en counfounders een vorm van bias?
Confounders wel, effectmodificatie niet (dat is een feit).
-
Komen confounders en effectmodificatoren samen of apart voor?
Kan allebei voorkomen, allebei niet, of één van beide.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden