Samenvatting: Ergotherapie En Ontwikkelingsproblemen Basisboek Voor Kwaliteitsvolle Hulpverlening | 9789463448604 | Anne Marie Denolf, et al

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Ergotherapie en ontwikkelingsproblemen basisboek voor kwaliteitsvolle hulpverlening | 9789463448604 | Anne-Marie Denolf; Jo Daems

• 5 Zintuigelijk leren

  Dit is een preview. Er zijn 2 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 5
  Laat hier meer flashcards zien

• Welke activiteiten dragen bij aan zintuigelijk leren?

  Gadeslaan, luisteren, tasten, voelen met de mond, ruiken en proeven, vestibulaire en proprioceptieve prikkels verwerken.

• Wat voor invloed heeft Gadeslaan op het handelen?

  Het kind leert zien door te kijken. Dit kan uitnodigen tot bewegen.
  Veel motorische vaardigheden zoals houding, mobiliteit en coördinatie worden beïnvloed door de visus.

• Wat voor invloed heeft luisteren op het handelen/ontwikkeling?

  De foetus ervaart in de baarmoeder het kloppen van het hart van de moeder en muziek. Na de geboorte zijn er motorische reacties op geluid. Het gehoor speelt een rol bij spel, taalontwikkeling, sociale relaties en op een aangepaste en veilige manier op de omgeving

• Wat voor invloed heeft tasten op het handelen/ontwikkeling?

  Levert informatie over ons lichaam en nabije fysieke omgeving. Sensorische stimulatie van de huid beïnvloedt de stemming en alertheid van de betrokken persoon en kan hem of haar ook een beter lichaamsgevoel geven.
  
  Tast heeft een centrale functie: voldoende huidcontact en lichaamswarmte is van belang bij de ontwikkeling van het basisvertrouwen van een kind

• Wat betekend sensorische integratie?

  Het gaat over het neurologische proces van verwerken van prikkels van de verschillende zintuigsystemen.

• Hoe hebben de zintuigen invloed op alertheid?

  • Alertheid word bepaalt door de omgeving prikkels: hoeveelheid, frequentie, tijdsduur, intensiteit van de prikkels.

  
  

  • Ook de waardering van de prikkels: leuk/niet leuk, bekend/onbekend, gevaarlijk/veilig.

• Hoe kan je het alertheidniveau stimuleren?

  Door snelle of onregelmatige bewegingen, afwisseling, veranderingen, nieuwigheden en onverwachte gebeurtenissen. Ook hoofd rechtop houden, rechtop zitten of staan beïnvloeden de alertheid positief.

• 6 Basaal leren en toepassen van kennis

  Dit is een preview. Er zijn 3 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 6
  Laat hier meer flashcards zien

• Waar hangt het effectief gebruik van af in het dagelijks handelen?

  Het hangt af van een complexe interactie tussen de handvaardigheid, picturale of houdingsmechanismen, cognitie en visuele perceptie.

• Hoe word de handvaardigheid mogelijk gemaakt? Uit welke systemen krijgt het kind informatie?

  Tactiele, proprioceptieve en visuele systemen

• Wat zie je in de eerste twee levensjaren?

  De basale vaardigheden na de reflexen zie je dat het kind meer leert reiken, grijpen, dragen en willekeurige voorwerpen loslaat.