Bacterial structure and taxonomy

22 belangrijke vragen over Bacterial structure and taxonomy

Waaruit bestaan de filamenten van flagella?

Uit flagellin

Waar bevinden flagella zich op de celwand?

Aan een eind van de bacterie (een flaglla = monotrichous of meerdere flagella = lophotirchous).
Over het gehele buiten oppervlak (peritrichous).

Welke groep bacteriën bevat meestal flagella? En wat is hiervan het gevolg?

De meeste bacilli (staaf), hierdoor zijn zij beweegbaar. De meeste cocci (rond) bevatten ze niet en zijn dus niet beweegbaar.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Wat zijn fimbriae en pili?

Fijne, haarachtige filamenten die uitsteken op het celoop.

Waarvoor zorgt de sex pili?

Deze vormt hechting tussen man en vrouw bacterie tijdens conjugatie.

Wat bepaalt het serologische type binnen een soort?

De suikercomponenten van polysachariden van een bacteriesoort.

Voor welke 4 dingen is een capsule belangrijk?

1. Adhesie –helpt bij adhesie van bacterien aan menselijke cel. (op gebit, voorwaarde voor kolonisatie en infectie)
2.Phagocytose–hindert of remt de fagocytose, vandaar aanwezigheid capsule hangt samen met giftigheid.
3.Identificatie–helpt bij indentificeren van organismen (bij de aanwezigheid van antiserum tegen capsulair polusacharide, zal de capsule zwellen = quelling reactie)
4.Antigenen: de polysachariden worden gebruikt als antigenen in bepaalde vaccins omdat ze beschermde antilichamen oproepen. (bv vaccin van s. pneumoniae)

Hoeveel nagig is een celwand?

Meerlagig. Binnenste laag bestaat uit peptidoglycans (= mucopeptide) en is omgeven door een buitenmembraan dat verschilt in dikt en chemische compositie, hangt af van grampositieve uiterlijk van een bacterie.

Geef de verschillen tussen gram-positieve (roze) en gram-negatieve (paars) bacteriën. (peptideglycaan-laag, stoffen in buitenmembraan, LPS,

1- Beiden hebben een peptideglycaanlaag, maar die van gram-positieve is dikker.
2- Gramnegatieven hebben in het buitenmembraan liposachariden (LPS), lipoproteïne en fosfolipiden, deze vormen porins.
3- Gramnegatieven hebben tussen hun buitenmembraan en cytoplasmamembraan een periplasmatische ruimte.
4- Gramnegatieven bevatten de heel toxische LPS endtoxine. LPS is gebonden aan celopp. en wordt alleen vrijgelaten wanneer het wordt gelysolyseerd.
5- Sommige bacteriën bevatten celwanden met bacterie lipiden genaamd mycolic zuren, deze zijn niet gram-stained en zijn dus zuur-vast.

Welke bacteriën kunnen overleven zonder een intacte celwand?

Mycoplasmas, L-forms, spheroplasten en protoplasten

Geef de karakteristieken van spheroplasten en protoplasten

Spheroplasten (gram-negatieve bacteriën) en protoplasten (gram-positieve bacteriën) hebben geen celwand en kunnen niet delen in laboratoria. Ze hebben hypersonische omgeving nodig voor het behoud en productie in het lab door de actie van enzymen of antibiotica.

Waar bevindt het cytoplasma membraan zich?

In de peptidoglycaan laag van de celwand. Bestaat uit een fosfolipide dubbellaag.

Wat zijn de functies van het cytoplasma membraan?

Actief transport + selectieve diffusie van moleculen en oplossingen in de cel
Elektronen transport en oxidatieve fosforylatie, in aerobe soorten
Synthese van cel wand deeltjes
Secretie van enzymen en toxinen
Ondersteunen receptoren en andere eiwitten van chemotactic en sensorische overdachtsysteem.

Waaruit bestaat bacterieel DNA?

Een enkelvoudige, gewikkeld, circulair chromosoom met zo'n 2000 genen. Ongevouwen zo'n 1 mm lang. De replicatie verloopt bidirectioneel vanaf 1 vast punt.

Wat zijn de ribosomen en in wat voor een eenheden zijn ze georganiseerd?

De plekken voor eiwitsynthese. Ze zijn georganiseerd in eenheden van 70S.

Waarvoor dienen cytoplasmatsiche inclusions?

Zij dienen als bron voor opgeslagen energie. Zoals polymetafosfaat en polysacharide.

Wanneer worden bacteriële sporen gevormd?

Als reactie op ongunstige condities door het bacteriegeslacht: Bacillus en clostirdium. Zij vormen sporen wanneer voedingsstoffen als CO2 en stikstof, arm zijn.

Hoe kun je sporen verwijderen?

Door te stomen onder druk

Hoe kun je bacteriën indelen op basis van fenotype?

Morfologie (cocci, bacilli, spirochaetes)
Staining eigenschappen(grampositief of negatief)
Cultural voorwaarden (aerobisch, facultatief anaerobisch, anaerobisch)
Biochemische reacties (saccharolytisch en asaccharolytisch, betreffend suiker vorming)
Antigenische structuur (serotypen)

Hoe kunnen unculturabele soorten gedetecteerd worden?

Door metagenomic techniek

Wat is de core microbiome?

De cultural en uncultured organismen samen

Door welke techniek wordt het microbiome bekeken?

Pysroseque techniek

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo