Samenvatting: Ethiek
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van ethiek
-
Ethiek hoofdstuk 1
Dit is een preview. Er zijn 3 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 24/03/2015
Laat hier meer flashcards zien -
Betekenis Ethiek - moreel - moraal - waarden - normen
Ethiek: kritische bezinning op het juiste handelen (altijd op jezelf reflecteren).
Moreel: datgene wat verband houdt met ideeen over wat goed of slecht is.
Moraal: de handelingen en gedragingen die door de maatschappij als correct en wenselijk worden gezien (dingen die wij normaal vinden).
Waarden: overkoepelende principes die wij nastreven, zoals respect en trouw.
Normen: concrete regels, afspraken -
Betekenis Normatieve proffesionaliteit
we zijn in staat om moreel relevante situaties te herkennen en er van te leren. -
Betekenis 3 werelden model.
om morele (normatieve) aspecten te herkennen in een praktijksituatie -
3 perspectieven van het 3 werelden model. - cognitief - normatief(moreel/sociaal) - subjectief
Cognitief - feiten - feitelijke beweringen -waarheid.
je hebt alleen toegang tot de zintuigelijke waarneembare wereld, datgene wat je hoort en ziet enz. Bevat geen oordeel en kan gedeeld worden met anderen.
Normatief - normen en waarden - normatieve beweringen - juistheid
we betrekken normen en waarden op de werkelijkheid zoals we die ervaren. Jij vind bijvoorbeeld dat jongens niet mogen huilen. Kun je delen met anderen, maar je kan er wel andere over denken.
Subjectief - gevoelens - expressieve beweringen - waarachtigheid
oe heeft iemand de situatie beleefd? de beleving van het geobserveerde.
je kan het met niemand gedeeld worden, niemand heeft toegang tot jouw innerlijk. -
Moreel subjectivisme (emotivisme)
Emoties zijn de uitdrukkingen van morele waarden waarover je met anderen van gedachten kunt wisselen. -
Morele stadia van KOHLBERG(ontwikkeling van het geweten) - Pre-conventioneel - Conventioneel - Post - conventioneel
Pre-conventioneel: voor de afspraak. Belonen en straffen staat centraal.
Conventioneel: groep staat centraal. Ik doe dit zo, omdat andere het ook doen. Voldoen aan andermans verwachtingen.
Post-conventioneel: gevoelens van rechtvaardigheid en eerbied voor de ander staat centraal. Zelfrespect en respect voor de ander. Het is je eigen keuze van normen en waarden, de ontwikkeling van het geweten is voltooid. -
Moreel dilemma - probleem - kwestie
Moreel dilemma: zeer complex. Je moet kiezen uit twee kwaden, keuze voor de minst kwade.
Moreel probleem: complex, maar je weet al hoe je gaat handelen. Er is maar één manier van doen.
Morele kwestie: zonder handelingsdruk. Wel interessant, maar je hoeft niet gelijk te handelen. -
Betekenis vier morele kwesties
Kan je helpen om een moreel dilemma te herkennen of te plaatsen -
vier morele kwesties - individuele rechten en welzijn van de client - algemeen welzijn voor de samenleving - gelijkheid, diversiteit en onderdrukking - beroepsrol
Individuele rechte en welzijn van de client: waar de client zelf het recht heeft om te kiezen, botst met het eigen welzijn.
Algemeen welzijn voor de samenleving: de belangen en de rechten van de client versus die van de samenleving.
Gelijkheid, divsersiteit en onderdrukking: individuele rechten van minderheden versus van de groep.
Beroepsrol: gaat over de rol van de sociaal werker -
Ontsnappingsstategieen - restauratie en relativisme
Restauratie: het dilemma wordt afgedicht met kant en klare antwoorden.
Relativisme: het dilemma wordt wel geboren, maar vervolgens verwaarloosd.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden