Samenvatting: Ethologie 3
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Ethologie 3
-
1 Functionele verklaringen van gedrag
-
1.1 De speltheorie
Dit is een preview. Er zijn 4 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.1
Laat hier meer flashcards zien -
Hoe evolueert gedrag en hoe blijft het bestaan?
Door te kijken naar fitness voor-en nadelen kunnen we dit beter begrijpen. -
Waarom bestaan er ≠ variaties of ≠ gedragsstrategieën?
- Door te kijken naar fitness voor -en nadelen kunnen we dit ook beter begrijpen.
-
1.1.1 Variatie in gedragsstrategieën
-
Zowel diersoorten als individuen kunnen kiezen om een bepaalde gedraging te stellen.
Ze kunnenkiezen :- om te leiden
- om te volgen
- om te
dreigen - om aan te vallen
Er is dus een enorme variatie aan gedragsstrategieën. -
Voorbeelden van bepaald dreig -of aanvalsgedrag door dieren:
- Burrowing owl of konijnenuil of Athene culicunaria: (Californië) Gaat op konijnholen broeden met gespreide vleugels = dreighouding.
- Devil's coach horse of vuilnisbakmonster of Ocypus olens of stinkende kortschildkever: dreiggedrag = kaken opensperren, tasters steken recht vooruit, start nr voren gekromd (zoals bij schorpioen). Niet onder de indruk? Stinkende, witte vloeistof afgescheiden (= olens). Aanval = een beet vd stevige bovenkaken.
- Hamster: mond open bij dreiging
- Rhesusapen: dreighouding: wenkbrauwen nr boven, mond open, hand op grond slaan, nr voor leunen, hoofd nr vr geknikt
- Olifanten(jong): frontaal vr opponent, oren spreiden, zich groot maken, slurf slingeren, hoofd opgooien = dreiggedrag
- Burrowing owl of konijnenuil of Athene culicunaria: (Californië) Gaat op konijnholen broeden met gespreide vleugels = dreighouding.
-
Vervolg voorbeelden van bepaald dreig -of aanvalsgedrag door dieren:
- Witte zwaan:
dreiggedrag = sterk buigenvd hals, het over de rug bollenvd vleugels, traag verder zwemmen. Aanval = vleugels spreiden, nr je toe komen, sissen, trompetgeroep - Neushoorn: aanval= staart recht omhoog en komt in een drafje naar je toe.
- Witte zwaan:
-
Een diersoort die ≠ variaties van gedrag kent qua reproductie: mannelijke oerang - oetang (Borneo).
(slide 11) Gedrag en uiterlijk hangt hier samen. Het zijn twee dezelfde soorten maar stellen ≠ gedrag/strategie.
Re:wangflappen & ˃keelzak - luidruchtig dr het bos
- komt dominant over
- vrouwtjes willen graag paren met een dominante man
Li: geenwangflappen , geenkeelzak - in stilte door het bos
- verkrachtingsstrategie
-
Een diersoort die ≠ variaties van gedrag kent qua reproductie: mannetjes kemphanen
(slide 12)
bovenaan: vrouwtje
onderaan: 3 ≠ varianten van de mannetjes: komen samen op destoeiplaats independant of territoriaal: verdedigen een bepaald stuk grond van een m in destoeiplaats . Meestvrkomend .satellietmannetjes : w geduld binnen het stukje vd territoriale; kn daar af en toe een vrouwtje parenFaeder's = vrouwelijkenabootsers : hetverenkleed vrouw, geslachtsdelen man met extra ˃ testikels. Komen weinig voor.
gn paren met een man nr keuze.
-
Voorbeeld diersoort die ≠ variaties van gedrag kent qua reproductie: schreeuwkikker of Rana clamitans
(slide 13)satelietmannetjes : zijvocaliseren niet, wachten eerder naast ander roepend mannetje om zo vrouwtje, die aangetrokken w dr dat mannetje, te onderscheppeninterfering males (hinderen): gn het vrouwtjeclaimen zodat ze niet met andere mannetjes kn paren
salamanders , slangen, hagedissen. -
1.1.2 Speltheorie
Dit is een preview. Er zijn 4 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.1.2
Laat hier meer flashcards zien -
Basismodel John Maynard Smith:
- heeft een theorie ontwikkeld om uit te leggen waarom bepaalde gedragsstrategieën in een populatie kunnen blijven bestaan
- ≠ strategieën kn gespeeld w: elk v hen zal bep vrdelen opleveren vr een bep ind
- elke gedragsstrategie/gedragsuiting is als een spel met kosten en baten. Niet de sterksten hebben altijd het evolutionaire voordeel aan hun zijde bv. 2 mannetjesdieren die heel hevig vechten, kn beide sterven of riskeren dat het andere mannetje er met het wijfje vandoor gaat.
- evolutie = de uitkomst van die spelen → gedrag dat op termijn of ie bep context het meeste winst oplevert, zal blijven voortbestaan.
- heeft een theorie ontwikkeld om uit te leggen waarom bepaalde gedragsstrategieën in een populatie kunnen blijven bestaan
-
1.1.3 Het havik - duif model
-
Het havik - duif model:
Menformuleert hierin simpele voorwaarden of spelregels en kijkt dan naar de winst en het verliesvr de fitness bij ≠strategieën .
Twee bestaande alternatieve strategieën: dreigen en vechten.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden