Samenvatting: Etnografie Examenvragen
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van etnografie examenvragen
-
1 etnografie examenvragen
Dit is een preview. Er zijn 85 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
Laat hier meer flashcards zien -
Geef verschil in kenmerken van halfbloeden, koudbloeden en volbloeden in functie aan hun gebruik
-Volbloeden
oRasverbeteraar
oRentype: uithoudings- en recuperatievermogen, snelheid, hanteerbaarheid, springvermogenà licht hoofd met een lange en slanke hals, lang kruis
-Halfbloeden
oRenpaarden: laag gelegen voorknie- en spronggewrichten
oNiet-ren paarden: veelzijdigheid en uithoudingsvermogen, cow sense
-Koudbloeden: trekpaarden
oBelgisch trekpaard: massief en geblokt, enorm skelet, laag bij de grond, korte en brede rug, korte brede en zwaar gespierde lenden
oLichtere variant: Ardenner -
Alles over de uier en tepels van de koe
-Bij de uiervenen kan er bloed worden afgenomen
-Uier: Lang, breed, diep, vierkant en goed aangehecht
-Tepels: bezitten een tepelkanaal en eindigen op het slotgat
-Tepels: speenplaatsing, voldoende lang, voldoende groot, loodrecht naar beneden -
Domesticatie van het rund en verspreidingsbewegingen
-Verspreidingsbewegingen: korthoornige Zebu’s naar de Oostkust van Afrika
oLanghoornige met een matige schoftverhevenheid: Sanga’s à Centraal Afrika, voorlopers van de Ankole runderen
oKorthoornige N. Afrikaà W. Europa waar voorkeur aan kleine dieren en à de golf van Guinea: N’Dama
oZO. Europa: wilde oeros= hoogbenig, laatrijp, weinig gespierd, lange liervormige hoornen: Podolisch of grijs (grauw) Steppenvee
oCentraal Europa: turf- en paalrunderen (verkleinde vorm vd oeros)
Domesticatie: 6000-4000j vr Chr. In Indië -
Alle aspecten van de wolproductie bij het schaap
-Wolkwaliteit: lengte, fijnheid, uniformiteit vd vezeldiameter
-Samenhangend wolvlies komt bij het scheren
-Histologisch volwassen bij 4 maanden ouderdom
-Haarfollikels (primaire en secundaire)`
-Pijpkrullen worden soms gevormd (snel weer weg)
-Schuurletsels (huidparasieten veroorzaken letsels die bij het scheren zichtbaar worden) -
Productie parameters bij het varken definiëren
-Bepaling van het % vlees (magervleesaandeel) in een gekoeld karkas:
o2 prikpistolen volgens lichtreflectiemeting (op de rugzijdeà buikholte)
oRugspekdikte (tussen 3de laatste en 4de laatste rib)
oSpierdikte zelfde manier
-Bepaling van het type (de conformatie) van een karkas:
oBeeldanalyse
oDe maximale hambreedte (horizontaal gemeten)
oDe hamhoek (hoek tussen ingebeelde horizontale en de mediale zijvlakte)
oHet % vlees (zie hierboven) -
De verschillen tussen paard en ezel
-Drachtduur van de ezel 1 jaar, paard 11 maanden
-Stadier! bij angst, paard is een vluchtdier
-Ezel balkt, paard hinnikt
-Geen beenbehang
-Geen haarwervels en langere vacht
-Horizontaal gedragen hals
-Kort en zeer schuin kruis
-Rug en kruis zijn dakvormig en nooit dubbelgespierd -
Verschil tussen Bassethound en basset artesian normand
-Bassethound= Bloedhond x Basset Artésien Normand
-Achterhoofdsknobbel, losse hoofdhuid met rimpels, zware hangende lippen -
Verschil tussen norfolk terrier en norwich terrier
-De oren staan rechtop bij de Norwich terriër -
Is er een verschil tussen koekoek en gestreept bij het verenkleed, bij welke dieren van toepassing?
-Ja, gestreept heeft langere banden die meestal nauwe zijn en de neiging vertonen om de omtreklijn vd veders te volgen
-Koekoek= Brakel
-Gestreept= bij Hamburg -
Verschil tussen gewoon tabby en getijgerd tabby, bij welke diersoorten
-Geen echte strepen, maar figuren, brede aalstreep – evenwijdige strepen, meestal cirkelvormig rond de romp, de poten en de staart, naast een smalle aalstreep
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden