HvJ bepaalde dat het Europees recht voorrang heeft boven elk met dat recht strijdig nationaal recht. De grondslag vond het Hof in de omstandigheid dat door sluiting van het EEG-verdrag de lidstaten hun soevereiniteit deels hadden overgedragen en dat hiermee een nieuwe autonome rechtsorde was ontstaan.

Deze twee arresten zeggen dat ook in de afwezigheid van EU-recht m.b.t. procesrecht, moeten de lidstaten procesrechtelijke bepalingen schetsen op een wijze die verenigbaar is met het gelijkheidsbeginsel en het doeltreffendheids-/effectiviteitsbeginsel. Deze beginselen begrenzen de vrijheid van de lidstaten in het kader van procedurele regels.

Richtlijnen hebben in beginsel geen horizontale werking. Volgens het Hof richt een richtlijn zich uitdrukkelijk tot de lidstaten en legt ze uitdrukkelijk daaraan verplichtingen op: als een staat in gebreke blijft een richtlijn in nationaal recht te vervatten, betekent dit niet dat de richtlijn automatisch verplichtingen aan particulieren kan opleggen. Conforme interpretatie staat op gespannen voet met het rechtszekerheidsbeginsel

Startpagina / Samenvattingen / EU recht / deze-uitdrukkelijk-verplichtingen

Directe werking en voorrang - Arresten

4 belangrijke vragen over Directe werking en voorrang - Arresten

Arrest- Van Gend en Loos

HvJ oordeelde dat bepalingen van Europees recht rechtstreeks werking kunnen bezitten.
Het erkende dat het Europees recht onafhankelijk van nationaal recht geschikt is om particulieren het recht te geven een beroep te doen op bepalingen van Unierecht (autonomie).
Deze uitspraak was met name van belang voor staten die m.b.t. doorwerking een dualistisch systeem hanteerden.

Arrest- Costa/ENEL

HvJ bepaalde dat het Europees recht voorrang heeft boven elk met dat recht strijdig nationaal recht.
De grondslag vond het Hof in de omstandigheid dat door sluiting van het EEG-verdrag de lidstaten hun soevereiniteit deels hadden overgedragen en dat hiermee een nieuwe autonome rechtsorde was ontstaan.

Arresten- Rewe/Comet

Deze twee arresten zeggen dat ook in de afwezigheid van EU-recht m.b.t. procesrecht, moeten de lidstaten procesrechtelijke bepalingen schetsen op een wijze die verenigbaar is met het gelijkheidsbeginsel en het doeltreffendheids-/effectiviteitsbeginsel.

Deze beginselen begrenzen de vrijheid van de lidstaten in het kader van procedurele regels.

Arrest- Faccini Dori

Richtlijnen hebben in beginsel geen horizontale werking. Volgens het Hof richt een richtlijn zich uitdrukkelijk tot de lidstaten en legt ze uitdrukkelijk daaraan verplichtingen op: als een staat in gebreke blijft een richtlijn in nationaal recht te vervatten, betekent dit niet dat de richtlijn automatisch verplichtingen aan particulieren kan opleggen.