Nederland in de 19e eeuw - Politieke en sociale strijd
9 belangrijke vragen over Nederland in de 19e eeuw - Politieke en sociale strijd
Welk 3 vraagstukken beheerste in 1850 en 1918 in de politiek?
-kiesrechtstrijd
-de sociale kwestie
Met wat werd de strijd gevoerd?
Wie waren voor en tegenstanders van goed onderwijs voor iedereen?
Socialisten: waren ook voorstander vooral voor arbeidskinderen.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Waarom waren de Katholieken en protestanten tegen openbaar onderwijs?
Wat was het doel van Abraham Kuyper en zijn Anti-revolutionaire partij (de ARP)?
Wanneer en waarmee kwam er een einde aan de kiesrechtstrijd
Wie waren het niet eens wat betreft het kiesrecht
- De liberalen: die vonden dat de armen en laagopgeleiden niet geschikt waren
- De katholieken en protestanten; ze vonden dat de regering moest handelen volgens de bijbel
- De socialisten wilden dat iedereen, ook alle arbeiders mochten stemmen want dan zouden hun omstandigheden verbeteren
- De vrouwen
Hoe werd de kiesrechtstrijd opgelost?
- de gelovigen gaven toe omdat hun scholen betaald werden
- álle mannen kregen passief en actief kiesrecht (jezlef kandidaat stemmen en stemmen op een ander
- vrouwen kregen passief kiesrecht (zlef stemmen niet kandidaat stellen). Vanaf 1919 ook actief kiesrecht
Vanaf wanneer kon echt iedereen (man/ vrouw/ arm/ rijk +23 jaar) stemmen?
Vanaf dat moment een écht parlementaire democratie (in 1848 begonnen met grondwet, nu helemaal)
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden