Samenvatting: Europees Recht

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Europees recht

• 1 De evolutie van een Europees experiment

• 1.2 Soorten internationale samenwerking

  Dit is een preview. Er zijn 2 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.2
  Laat hier meer flashcards zien

• Welke kenmerken hebben de zuiver intergouvernementele samenwerkingen?

  • Besluiten kunnen alleen worden genomen als iedereen het er mee eens is
    
  • De organisatie heeft meestal geen eigen financiën
  • Er zijn geen instellingen die van de staten onafhankelijk zijn
  • Besluiten brengen alleen verplichtingen mee voor de overheden van de staten
  • Er is geen eigen systeem van rechtsbescherming

• Wat is een internationale intergouvernementele organisatie?

  • Een samenwerking tussen drie of meer soevereine staten en eventueel ander transnationale organisaties
    
  • die is geformaliseerd in een internationaalrechtelijke overeenkomst
  • waarin doelstellingen en gemeenschappelijke belangen verwoord zijn
  • Hiertoe worden een of meer duurzame organen met een permanente institutionele structuur opgericht
  • die duidelijk omschreven taken en bevoegdheden krijgen om de gemeenschappelijke doelen te bereiken

• 1.3 De Europese Unie in het kort

  Dit is een preview. Er zijn 2 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.3
  Laat hier meer flashcards zien

• Wat is de werking van de EU?

  Onafhankelijke en soevereine lidstaten bundelen hun soevereiniteit om macht in de wereld te verwerven die geen van lidstaten afzonderlijk zou hebben.

• Wat betekent de bundeling van soevereiniteit in de praktijk?

  Lidstaten hebben bepaalde bevoegdheden aan de door hen gecreëerde gemeenschappelijk instelling overgedragen. Besluiten inzake specifieke onderwerpen van gemeenschappelijk belang worden op Europees niveau genomen.

• Wat zijn de doelstellingen van de Europese Unie?

  • Bevordering van economische en sociale vooruitgang
    
  • Bevestiging van de identiteit van de Unie op internationaal vlak
  • Versterking van de bescherming van de rechten en belangen van de onderdanen van de lidstaten in de Unie.
  • Handhaving en ontwikkeling van de Unie als een ruimte van vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid.
  • Volledige handhaving en verdere ontwikkeling van het aquis communautaire.

• Aan welke 7 instellingen hebben de landen van de EU een deel van hun bevoegdheden overgedragen?

  1. Europees Parlement
     
  2. Europese Raad van regeringsleiders en staatshoofden (Europese Raad)
  3. Raad van ministers (Raad)
  4. Europese Commissie (de Commissie)
  5. Europese Hof van Justitie
  6. Europese Centrale Bank (ECB)
  7. Europese Rekenkamer

• 1.4 Lidmaatschap van de Europese Unie

  Dit is een preview. Er zijn 12 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.4
  Laat hier meer flashcards zien

• Welke vijf integratiegolven zijn er?

  1. Het Europa van zes (1957): Frankrijk, Italië, Duitse Bondsrepubliek, Nederland, België, Luxemburg.
  2. Het Europa van negen (1973): Denemarken, Ierland en Groot Brittannië
  3. Het Europa van twaalf (jaren 80): Griekenland, Spanje en Portugal
  4. Het Europa van vijftien (1995): Oostenrijk, Finland en Zweden
  5. Het Europa van achtentwintig (2004): Cyprus, Estland, Hongarije, Letland, Litouwen, Malta, Polen, Tsjechië, Slowakije en Slovenië. Bulgarije en Roemenië (2007). Kroatië (2013)

• Wat is een volwaardig lidmaatschap?

  Leden hebben alle rechten en plichten die met het lidmaatschap verbonden zijn.

• Wat is een geassocieerd lidmaatschap?

  Er bestaat een bijzondere band tussen de internationale organisatie en het desbetreffende land. Het geassocieerde lid voldoet aan vrijwel alle lidmaatschapseisen, maar de toetreding moet bijvoorbeeld nog goedgekeurd worden door andere leden. Ook kan het zijn dat twee organisaties samen willen gaan en als eerste stap geassocieerde leden van elkaar worden.

• Wat zijn waarnemers of observerende leden?

  Dit zijn  landen of een verzameling landen die bij  bepaalde  vergaderingen aanwezig mogen zijn. Dit zijn vaak landen die (nog) niet in aanmerking komen om lid te worden, bijvoorbeeld omdat zij niet aan de voorwaarden voldoen of kunnen voldoen.