Mededingingsrecht tussen markt en overheid - Het kartelverbod: Wv - Uitzonderingen op het verbod van lid 1 Wv

3 belangrijke vragen over Mededingingsrecht tussen markt en overheid - Het kartelverbod: Wv - Uitzonderingen op het verbod van lid 1 Wv

Welke criteria worden gehanteerd wanneer je gebruik wil maken van uitzonderingen van het kartelverbod?

  1. 1e Criterium ziet toe op de eventueel met de afspraak te behalen efficientievoordelen
  2. De consumer welfare dient te worden aangetoond
  3. Evenredigheid, de overeengekomen beperkingen dienen proportioneel te zijn
  4. Controle op de vraag of een niet te grote rechtsmacht ontstaat
-> Art. 101 lid 3 Wv

Wanneer is een mededingingsbeperking niet nietig? (5)

  1.  Aan de voorwaarde van niet-toepasselijkheid van lid 1 wordt voldaan;
  2. Het een inherente beperking of nevenrestrictie is;
  3. Het onder de minimis valt;
  4. Op grond van positieve economische effecten (lid 3);
  5. Onderneming belast met dienst van algemeen economisch belang.

Wanneer zijn concurrentiebeperkende maatregelen niet verboden? 

  1. De afspraken moeten bijdragen tot verbetering van de productie of technische of economische vooruitgang (efficiëntievoordelen);
  2. Een billijk aandeel van de verbetering moet aan de gebruikers ten goede komen (consumer welfare);
  3. De beperkingen moeten noodzakelijk zijn om het doel te bereiken (evenredigheidsbeginsel);
  4. De afspraak mag niet leiden tot het uitschakelen van een wezenlijk deel van de betrokken producten (beperken marktmacht).

 

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo