Mededingingsrecht tussen markt en overheid - Het kartelverbod: Wv - Uitzonderingen op het verbod van lid 1 Wv
3 belangrijke vragen over Mededingingsrecht tussen markt en overheid - Het kartelverbod: Wv - Uitzonderingen op het verbod van lid 1 Wv
Welke criteria worden gehanteerd wanneer je gebruik wil maken van uitzonderingen van het kartelverbod?
- 1e Criterium ziet toe op de eventueel met de afspraak te behalen efficientievoordelen
- De consumer welfare dient te worden aangetoond
- Evenredigheid, de overeengekomen beperkingen dienen proportioneel te zijn
- Controle op de vraag of een niet te grote rechtsmacht ontstaat
Wanneer is een mededingingsbeperking niet nietig? (5)
- Aan de voorwaarde van niet-toepasselijkheid van lid 1 wordt voldaan;
- Het een inherente beperking of nevenrestrictie is;
- Het onder de minimis valt;
- Op grond van positieve economische effecten (lid 3);
- Onderneming belast met dienst van algemeen economisch belang.
Wanneer zijn concurrentiebeperkende maatregelen niet verboden?
- De afspraken moeten bijdragen tot verbetering van de productie of technische of economische vooruitgang (efficiëntievoordelen);
- Een billijk aandeel van de verbetering moet aan de gebruikers ten goede komen (consumer welfare);
- De beperkingen moeten noodzakelijk zijn om het doel te bereiken (evenredigheidsbeginsel);
- De afspraak mag niet leiden tot het uitschakelen van een wezenlijk deel van de betrokken producten (beperken marktmacht).
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden