Mededingingsrecht tussen markt en overheid

23 belangrijke vragen over Mededingingsrecht tussen markt en overheid

Waarin verschilt het mededingingsrecht ten opzichte van het overige Europese recht? (2)

  • Het mededingingsrecht is gericht tot het bedrijfsleven in plaats tegenover de overheid. 
  • De uitvoering is in handen van de Europese commissie in plaats van bij nationale instanties. 

Welke soort markten worden onderscheiden?


Zie het United Brands arrest.
- Productmarkt: welke producten concurreren? Alle producenten en/of diensten die op grond van hun kenmerken, prijzen en het gebruik waarvoor zij zijn bestemd, door de consumenten als onderling inwisselbaar of substititueerbaar worden beschouwd.
- Geografische markt: om welke lidstaten gaat het? Gebied waarbinnen de betrokken ondernemingen een rol spelen in de vraag naar en het aanbod van goederen en of diensten, waarbinnen de concurrentievoorwaarden voldoende homogeen zijn en dat van aangrenzende gebieden kan worden onderscheiden doordat daar duidelijke afwijkende concurrentievoorwaarden heersen.

Consumentenvoorkeur, loonkomsten, vervoerskosten, inflatietempo of belastingdruk.
Bekijk de regelgeving en gedragingen van consumenten.

Het EU- mededingingsrecht zijn twee grote normencomplexen.

1. Art 101 en 102 VWEU: gericht tot ondernemers
2. Art 106-109 VWEU: primair gericht aan overheden.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Wat is het verschil tussen ex post en ex ante (toezicht)?

- Ex post: de Commissie legt na inbreuken op art. 101 en 102 VWEU sancties op in de vorm van ruim verhaalbare boetes.
- Ex ante: bepaalde voorgenomen concentraties van bedrijven moet de Commissie vooraf goedkeuren.

Art 101 VWEU, waar ziet het op en wat zijn de cumulatieve eisen



ziet op zowel horizontale (concurrenten) als verticale afspraken (producent –distributeur)

1. Overeenkomsten/besluiten
2.tussen ondernemingen, van ondernemingsverenigingen of onderling afgestemde feitelijke gedragingen;
3.welke de handel tussen lidstaten ongunstig kunnen beïnvloeden; en
4.ertoe strekken of ten gevolge hebben dat de mededinging binnen de interne markt wordt verhinderd, beperkt of vervalst (…)

Doel van de economische efficiëntie?

Evenwicht: niemand betaalt te veel en niemand produceert te veel. Op deze manier creëer je de grootst mogelijke economische welvaart: een efficiënte werking van de markt. Soms werkt de markt niet goed en dan zijn er mededingingsregels nodig: bij te weinig aanbieders of omdat de toetreding te moeilijk is. Dit wordt gezien als marktfalen.

De verbodsbepaling van art 101 lid 1 VWEU treft handelingen die tengevolge hebben dat mededing wordt beperkt. Dit kunnen verschillende beperkingen zijn... Welke zijn dit?

Doelbeperking: Afspraken die de kern van concurrentie tussen ondernemingen bepreken
Effectenbeperking:  beperkingen waarbij het beperken van de mededing niet uitdrukkelijk de bedoeling is geweest van de betrokken ondernemingen.

[Artikel101 VWEU: Uitzonderingen] Art. 101 lid 3 VWEU: indiende positieve effectenvan een afspraak zwaarder wegen dan de negatieve. Wat zijn de voorwaarden?



1.Afspraak draagt bij aan verbetering van een product dan wel aan technische of economische vooruitgang( efficiëntie voordelen)
2.Een billijk aandeel van de verbetering komt gebruikers(consumenten) ten goede
3.De beperkingen zijn evenredig aan het te bereiken doel (noodzakelijk en proportioneel)
4. Afspraken mogen niet een wezenlijk deel van de mededinging t.a.v. dit product uitsluiten (restconcurrentie)

Doel interne markt?

Geen belemmeringen in het leven roepen of handhaven die betrekking hebben tot het vrije verkeer.

Marktmacht is een relatief dynamisch begrip. Om vast te stellen of een onderneming een machtspositie bekleedt, moet allereerst de relevante markt worden gedefineerd.

Relevante productmarkt: alle producten of diensten die op grond van kenmerken/prijzen/gebruik door consumenten als onderling omwisselbaar of substitueerbaar worden beschouwd.
Relevante geografische markt:  het gebied waar de betrokkenen ondernemingen een rol spelen. De concurrentie voorwaarden voldoende homogeen zijn en de aangrenzende gebieden kunnen worden onderscheiden.

Doel niet-economische belangen?

Denk aan het milieu, de cultuur, sociale aspecten, duurzaamheid etc.
Probleem: hoe (meetbaarheid)? Door wie? 

Eisen kartelverbod, art. 101 VWEU.

- Onderneming. Zie Höfner.
- Alle besluiten van ondernemingsverenigingen en alle onderling feitelijke gedragingen.
- Verhindert, beperkt of vervalt interne markt.
- Interstatelijk.

* Zowel horizontaal als verticaal.

Eisen misbruik van machtspositie, art. 102 VWEU.

- Onderneming. Zie Höfner.
- Machtspositie: over welke markt gaat het? Zie United Brands.
- Misbruik.
- Interstatelijk.

Eisen staatssteun, art. 107-109 VWEU.

- Staat moet steunmaatregel nemen.
- Aan bepaalde ondernemingen of producties, dus selectief.
- Handelsverkeer tussen lidstaten moet ongunstig worden beïnvloed.
- Interstatelijk.

Wat zijn de uitzonderingen op het kartelverbod?

Op grond van positieve economische effecten, art. 101 lid 3 VWEU:
- Efficiëntievoordelen.
- Consumer welfare.
- Evenredigheid.
- Controle op een niet te grote marktmacht.

* Objectief interpreteren. De hard core inbreuken - prijs afspraken, marktverdelingen en afscherming van de markt- zullen zelden een objectieve rechtvaardiging opleveren.
** Feitelijke en economische analyse.

Wat is een aanvaardbare nevenrestrictie?

Een beperkende clausule in een overeenkomst of besluit van een ondernemingsvereniging die zo verweven is met het doel van de overeenkomst of het besluit, dat deze overeenkomst of dat besluit zonder die clausule niet tot stand zou zijn gekomen. Dit valt buiten het verbod van art. 101 VWEU. Het is een species van het genus 'inherente beperking'. Dit laatste is niet aan tijd gebonden en geeft de mogelijkheid om beperkende maatregelen van allerlei aard toch het laten passeren op grond van een zeker algemeen belang.

Wat is predatory pricing?

Roofdierachtig prijsgedrag: het aanbieden van producent op de markt tegen een zodanig verliesgevend laag bedrag, dat de laatst overgebleven concurrenten van de markt worden verdreven.

Wat is fore closure?

Getrouwheidskortingen waardoor het toetreden door nieuwkomers tot de relevante markt wordt bemoeilijkt.

Wat is de nuttig-effect regel?

Uit de samenhang van artt. 101 en 102 VWEU met art. 4 lid 3 VEU volgt dat de lidstaten geen maatregelen, zelfs niet van wettelijke of bestuursrechtelijke aard, mogen nemen of handhaven die tot het nuttig effect van de op de ondernemingen toepasselijke mededingingsregels ongedaan kunnen maken.

Doel (neo)liberalen?

Willen geeningrijpen van de overheid in vrijehandelingspositie. Zij willen het liefst geen overheid.

Wat houdt de extraterritorialiteitsbeginsel (of effect-doctrine) in?

Waar de ondernemingen zijn gevestigd is niet van belang. Het verbod gaat op als de handel tussen lidstaten wordt beïnvloed.

Welke 2 zaken vallen niet onder het kartelverbod?

  1. inherente beperking
  2. nevenrestricties

Op welke manieren kan marktmacht ontstaan?

  1. Internet of organische groei (=een onderneming doet het goed op een markt en ziet kans om door kwaliteits- en prijsinspanningen en door investeringen een technologische innovatie de concurrentie zodanig voor te zijn, dat haar marktaandeel doorgroeit totdat van marktmacht gesproken kan worden)
  2. Externe groei (=een onderneming koopt marktaandeel bij door het doen van een of meer overnames totdat de onderneming zoveel sterker is geworden dan de nog (weinige) overgebleven concurrenten, dat er sprake is van marktmacht)

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo