Samenvatting: Europees Recht - Deel 2

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Europees Recht - Deel 2

• 1 week 4: vrij verkeer goederen

  Dit is een preview. Er zijn 20 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
  Laat hier meer flashcards zien

• Welke stellingen zijn waar?I) Nationale regels die ‘verkoopmodaliteiten’ vaststellen zijn in beginsel niet verboden door Artikel 34 VWEU.II) Het is onzeker of de regel uit de zaak Keck aangaande verkoopmodaliteiten ook van toepassing is op het vrij verkeer van diensten.

  
  Beide stellingen zijn waar. Verkoopmodaliteiten vallen in beginsel buiten de reikwijdte van het verbod van artikel 34 VWEU, mits deze regels op alle marktdeelnemers van toepassing zijn en rechtens en feitelijk gelijke invloed hebben op binnenlandse en buitenlandse producten. Zie Keck, r.o. 16 

• Het vrije verkeer van goederen heeft in principe betrekking op alle producten die voorwerp (kunnen) zijn van een handelstransactie. Op welke producten heeft het vrije verkeer van goederen echter geen betrekking?

  
  Soft- en/of harddrugs

• Wat is kenmerkend voor de zogenaamde 'Rule of Reason'-doctrine?

  De 'Rule of Reason'-doctrine is nooit door de EU Lidstaten gecodificeerd in het EU Werkingsverdrag.

• Wat volgde uit het arrest Cassis de Dijon?

  Meerdere, nog nader te definiëren, publieke belangen konden in de toekomst worden erkend als ‘Rule of Reason’-belangen. (niet-limitatieve lijst)

• Welk uitspraak over 'binnenlandse belastingen' in de zin van artikel 110 VWEU is waar?

  Binnenlandse belastingen worden op zowel ingevoerde als binnenlands geproduceerde goederen geheven.

• Welke stellingen zijn waar?I) Het verbod op ‘heffingen van gelijke werking’ is van toepassing op binnenlandse belastingen.II) Binnenlandse belastingen mogen nooit een verschillend tarief opleggen aan binnenlands opgewekte energie en in het buitenland opgewekte energie, ongeacht mogelijke verschillen in het productieproces.

  Stelling I is inderdaad onjuist, omdat een ‘HGW’ en een binnenlandse belasting elkaar wederzijds uitsluitende categorieën van geldelijke lasten zijn, zie ERAD, p. 121.
  Stelling II is eveneens onjuist, omdat een binnenlandse belasting (artikel 110 VWEU) een gedifferentieerd tarief op zich wel mogelijk maakt, mits op objectieve gronden en zonder buitenlandse energie te discrimineren, zie Outokumpu, r.o. 31 en 34. Het is dus wel mogelijk dat het gedifferentieerde tarief nadelig is voor binnenlands geproduceerde energie.

• Het is gebruikelijk voor lidstaten om bepaalde eisen te stellen aan producten die binnen die lidstaat worden verhandeld. Denk bijvoorbeeld aan voedselveiligheidseisen of verpakkingsvoorschriften. Vallen dergelijke ‘productregels’ van lidstaten in beginsel ook onder het verbod Artikel 34 VWEU, zelfs wanneer zulke productregels geen onderscheid maken tussen ingevoerde goederen en binnenlandse goederen?

  
  Ja, dit valt in beginsel onder art. 34 VWEU. Zelfs wanneer zulke regels geen onderscheid maken tussen ingevoerde en binnenlandse goederen valt het onder art. 34 VWEU. Het maakt niet uit of er een onderscheid wordt gemaakt omdat je het voor zowel je eigen staat als voor lidstaten moeilijker maakt. Het gaat erom dat het een nadelig effect kan hebben op de handel tussen lidstaten

• Heeft het HvJ in Keck en/of Dassonville de reikwijdte van artikel 34 VWEU verkleind?

  Alleen in het Keck-arrest.n Keck werden verkoopmodaliteiten die op alle marktdeelnemers van toepassing zijn en die rechtens en feitelijk dezelfde invloed hebben op de verhandeling van binnen- en buitenlandse goederen uitgezonderd van het verbod in artikel 34 VWEU. In Dassonville gaf het HvJ juist een zeer ruime interpretatie aan het verbod in artikel 34 VWEU. Zie ERAD, p. 121 en 125

• Nederland besluit systematisch alle houten bouwmaterialen te controleren die worden ingevoerd vanuit Polen omdat er recentelijk opvallend veel klachten van consumenten over houtrot in deze Poolse bouwmaterialen zijn. EU-rechtelijk valt deze Nederlandse controlemaatregel te kwalificeren als:

  een maatregel van gelijke werking (artikel 34 Wv);

• In het arrest Keck gaf het Hof van Justitie van de EU (HvJEU):

  een engere uitleg aan het begrip maatregelen van gelijke werking dan het in zijn eerdere rechtspraak had gedaan;