Wk 6: mededingingsrecht

16 belangrijke vragen over Wk 6: mededingingsrecht

Wat verstaat het Europees mededingingsrecht onder de term ‘horizontale overeenkomst’?

Een overeenkomst tussen twee bedrijven in dezelfde fase van de bedrijfskolom.

Hoe kwalificeert het EU mededingingsrecht een afspraak tussen concurrenten in een bepaalde sector om zich te allen tijde te houden aan de eisen van redelijkheid en billijkheid?


Deze afspraak is niet in strijd met het EU mededingingsrecht.

Wat is geen vereiste om de ‘relevante markt’ af te bakenen?

De afbakening van de relevante markt is een voorvereiste om te kunnen bepalen of een onderneming een dominante positie heeft. De machtspositie zelf kan dus geen vereiste zijn om de relevante markt af te bakenen.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Welke rechtspersonen vallen onder het begrip ‘onderneming’ in de zin van artikel 101 VWEU?


Iedere eenheid die een economische activiteit uitoefent, ongeacht rechtsvorm en financieringswijze. (Höfner ro21)

Is het mededingingsrecht van bestuurlijke of strafrechtelijke aard?

Bestuursrechtelijk. het EU mededingingsrecht wordt toegepast door de Europese Commissie of door nationale mededingingsautoriteiten, beide bestuursorganen. Zie de artikelen 4 en 5 van Verordening 1/2003

Welke uitspraak over het kartelverbod van artikel 101 lid 1 VWEU is waar?

Inherente beperkingen zijn mogelijk indien ze door een algemeen belang worden gerechtvaardigd.. Mededingingsbeperkende afspraken kunnen toelaatbaar zijn als deze inherent verbonden zijn aan het waarborgen van een zeker algemeen belang.

Wat geldt voor een vrijstelling van het kartelverbod in artikel 101 lid 1 VWEU?

Er moet altijd voldoende ‘restconcurrentie’ overblijven na inwerkingtreding van een bepaalde overeenkomst. Er mag geen te grote marktmacht ontstaan na inwerkingtreding van een overeenkomst,

Welke stellingen over Verordening 1/2003 zijn waar?
I) De Commissie is niet langer exclusief bevoegd om sancties op te leggen voor schendingen van het EU mededingingsrecht.
II) Artikel 101 lid 3 VWEU kent nu rechtstreekse werking.

Beide stellingen zijn waar.
Ook nationale mededingingsautoriteiten kunnen sancties opleggen voor schendingen van het EU mededingingsrecht, zie artikel 5 van Verordening 1/2003. Tevens kent Verordening 1/2003 in artikel 1 lid 2 inderdaad rechtstreekse werking toe aan artikel 101 lid 3 VWEU.

Med recht ondernemingen

Art 101 + 102, uitz lid 3 of objectieve rechtv gronden Hof

In de context van het Europese mededingingsrecht, wat wordt verstaan onder een horizontale overeenkomst?

Een overeenkomst tussen twee of meer bedrijven die zich bezighouden met een zelfde soort bedrijfsactiviteit, zoals de distributie van televisies.

Welke van de onderstaande afspraken in een overeenkomst tussen ondernemingen is geen zogenoemde hardcore restrictie?
  1. Prijsafspraken.
  2. Marktverdelingsafspraken.
  3. Afspraken om de productie van goederen te beperken, om zo de prijs van deze goederen op te drijven.
  4. Een exclusieve dealerafspraak tussen de producent en een distributeur van hetzelfde merk auto.

4

Wie mag heden ten dage de uitzondering van artikel 101, lid 3, Wv op het kartelverbod van artikel 101, lid 1, Wv toepassen?

De Europese Commissie, de nationale kartelautoriteiten en ook de nationale rechters belast met de toepassing van het Europese mededingingsrecht.

Vader Ruiz Zambrano had volgens het HvJEU in het gelijknamige arrest een recht op verblijf en een recht op arbeid in België omdat:

anders zijn kinderen het effectieve genot van de belangrijkste aan hun status van burger van de Unie ontleende rechten zou worden ontzegd;

Over de vraag of nationaal recht van een lidstaat strijdig is met EU-recht, kan een uitspraak van het HvJEU worden verkregen via:

een inbreukprocedure (artikel 258 Wv);

In het arrest in de zaak Cilfit (283/81) bepaalde het HvJEU dat:

hoogste rechters in de lidstaten onder bepaalde omstandigheden niet verplicht prejudiciële vragen te stellen.

De eis van het ‘individueel raken’ speelt een rol in een beroep tot nietigverklaring, ingesteld door een particulier bedrijf, tegen:

een tot (vermeende) mededeelnemers in een kartel gericht besluit van de Europese Commissie waarin deze mededeelnemers schending van het kartelverbod van artikel 101, lid 1, Wv wordt verweten;

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo