Europese Rechtsgeschiedenis - ERG - Codificatie in Duitsland, Historische school en pandektenwetenschap

24 belangrijke vragen over Europese Rechtsgeschiedenis - ERG - Codificatie in Duitsland, Historische school en pandektenwetenschap

Karel, koning der Franken (768) en Langobarden (774) gaf bevel om alle ongeschreven rechtsregels op te tekenen, om eenheid te krijgen in zijn Romeins Rijk. Kan dit gezien worden als codificatie, en waarom wel/niet?

Nee. Het miste het kenmerk van volledigheid en exclusiviteit.

Keizers Otto I, II en III streefden naar vernieuwing van het Romeinse Rijk. Hier zaten echter ook twee nadelen aan. Wat waren dit?

1) Voor de keizerskroning bleven de koningen lang in Italië, en de Alpen bevorderden een reis terug naar Duitsland niet. Afwezigheid van Duitsland was niet goed voor het centrale gezag.
2) Keizers hadden last van de paus, van wie zij afhankelijk waren.

"Eén rijk, één recht." Van wie is deze uitspraak?

Frederik I (Barbarossa). Hij zag zichzelf als heerser der wereld. Hij voegde zijn verordeningen bij de Codex Justinianus om zo de continuïteit van het keizerschap te benadrukken. Zijn rijk werd heilig, Sacrum, genoemd.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

In Duitsland werd het Reichskammergericht opgericht in 1495. Wat was dit? En waarom was de gang nar deze instantie voor vele onmogelijk?

Dit was bedoeld als de hoogste rechterlijke beroepsinstantie van het rijk. Echter, waren er twee regels waardoor toegang voor velen onmogelijk was:
- privilegia de non evocando: een proces bij een lagere rechtbank, mocht de kamer niet overhevelen naar zichzelf om het af te doen.
- de non appellando: het voorrecht niet in beroep te gaan bij de kamer (veel landen hadden dat privilege)

De oprichting van deze kamer heeft dus niets veranderd aan de status die het Romeinse recht had.

Na de dertigjarige oorlog en de Vrede van Westfalen van 1648 was het Rijk verscheurd en de staatkundige verbrokkeling nam toe. Wat voor gevolg had dit voor het Romeins recht?

Romeins recht (het Rijksrecht) had slecht subsidiaire gelding en omdat het zich voornamelijk alleen binnen universiteiten afspeelde, werd het een professorenrecht.

Wat is het Vernunftrecht en welke invloed heeft dit gehad?

Tot dit recht behoorde de wens een voor iedereen begrijpelijke codificatie te maken die was geschreven in de taal die de bevolking sprak.

Dit recht is op rijksniveau NIET in vervulling gegaan.

Het Romeinse recht had in de Duitse landen (Pruisen) een betekenis die het in veel andere landen niet had. Wat was deze betekenis?

Romeins recht is het recht van het keizerrijk, waartoe Pruisen ook behoorde.
Let op: het werd wel subsidiair toegepast.

Frederik II richte zich op een codificatie. Wat was zijn doel?

Er moest een nieuw wetboek worden gemaakt dat in plaats van het subsidiaire Romeins recht zou gelden. De codificatie moest wetten bevatten die geen nadere interpretatie behoefden (hij had een hekel aan juristen).

Na een mislukte codificatiepoging van Cocceji, in opdracht van Frederik II, heeft Suarez een nieuwe poging gedaan die slaagde. Wat was er speciaal aan dit wetboek?

Het omvatte zowel strafrecht, handelsrecht en het staats- en administratieve recht.
Suarez maakte een systeem dat nauw aansloot bij het moderne Duitse Vernunftrecht-school.

Het Allgemeines Landrecht für die Preussischen Staaten is in 1794 in werking getreden. Hoe keek Suarez tegen interpretatie van de rechter aan?

Hij vond dat de rechter hier zo weinig mogelijk ruimte voor moest krijgen. Daarom streefde hij in zijn ontwerp naar een zo groot mogelijke materiële volledigheid.

Noem twee belangrijke verschillen tussen het ALR en het ABGB (Allgemeines Burgerliches Gesetzbuch):

1) Pruisische ALR was een encyclopedische codificatie die ook strafrecht en publiekrecht bevatte. ABGB was een deelcodificatie en bevatte slechts burgerlijk recht.
2`0 ALR was bedoeld als subsidiaire bron. ABGB is opgezet als exclusieve codificatie van het burgerlijke recht (en dus niet subsidiair).

Waarom was de Codex Theresianus ontstaan en welke invloed bevatte deze codificatiepoging?

Maria Theresia zag codificatie als hulpmiddel voor staatkundige eenheid. Je kon dit ontwerp vergelijken met de (mislukte) Codex Fredericianus, aangezien het sterk was beïnvloedt door het Romeins recht.

Keizer Leopold II besloot een nieuwe commissie in te stellen voor codificatie. Deze kwamen met het Oostenrijkse burgerlijk wetboek in 1811. Wat was de afkorting van dit wetboek? En hoe stond dit in verband met natuurrecht?

ABGB. Het is het enige wetboek dat nog steeds geld (in Oostenrijk) en het natuurrecht uitdrukkelijk tot de rechtsbronnen meetelt.
In 1811 kreeg het exclusieve gelding.

Savigny werd als grootste jurist van zijn eeuw gezien. Hij was het denkbeeld van Thibaut. Hoe keek hij aan tegen codificatie? En welk program heeft hij in het leven geroepen?

Hij keerde zich tegen het maken van een codificatie. Hij heeft het program van de Historische School in het leven geroepen. Deze school zou later de strijd tegen het natuurrecht winnen.

"Het recht groeit als culturele onderdeel van het volk mee met het volk." Van wie is deze uitspraak? Wat voor gevolg had dit?

Savigny. Hij was tegen de 3 eerdere wetboeken: ALR, Franse Code en ABGB. Hij vond ze te wetenschappelijk.

Hoe keek Von Savigny tegen het Romeins recht aan?

Hij wilde dat het 'zuiver' Romeins recht werd bestudeerd. Het was geen doel op zichzelf, maar een middel om de 'rechtswetenschappelijke' techniek onder de knie te krijgen.

Hoe werden juridische studenten onder invloed van Von Savigny in aanraking gebracht met het Romeinse verleden?

1) Institutionen: historie van Romeins recht
2) Cursus Pandekten. Eigentijds recht werd in de systematiek van het Pandektensysteem bestudeerd. Daarom werd de Historische School ook wel Pandektisten genoemd.

Welk rijk was de opvolger van het vroegere Heilige Roomse rijk? Door wie is dit in stand gekomen?

Het Tweede Rijk, door Bismarck.

In 1887 werd er een eerste ontwerp van codificatie, gebaseerd op het Pandektensysteem, geïntroduceerd. Hier volgde kritiek op. Noem twee punten:

1) Leerboekachtige (doctrinaire) ontwerp
2) Afwezigheid van behandeling van sociale vraagstukken

In 1900 trad het Burgerliches Gezetsbuch (BGB) in werking. Hoe zat het toen met het Romeins recht?

Het BGB wordt gezien als afsluiting van de receptie van Romeins recht, die in de Duitse landen veel groter is geweest dan de omliggende landen.

Rudolf von Jhering was een trouwe aanhanger van Von Savigny. Echter, ontwikkelde hij later kritiek op de Historische School. Hoe luidde deze kritiek?

Begriffsjuriprudenz: Hij vond dat de Pandektisten veel te wetenschappelijk en abstract waren geworden. Er was te weinig connectie met de praktijk.

Interessenjurisprudenz: het recht is juridisch beschermd belang.

Wat voor gevolg had de kritiek van Jhering op rechtswetenschap?

Hij toonde aan dat de rechtswetenschap niet als sleutel tot de rechtspraktijk kon dienen. Hiermee zette hij een ontwikkeling in stand: de maatschappelijke of sociologische opvatting van het van van een jurist.

Het BGB ging zelfs tijdens de Eerste Wereldoorlog niet te gronden. Het heeft een aantal aanvallen overleefd, waarvan twee belangrijk zijn:

1) De School van het Vrije Recht: zag rechter als koning. Rechter zou in geval van leemte kunnen verwijzen naar zijn vonnis. BGB bleef zich echter in volledigheid bewijzen.
2) Adolf Hitler: hij streefde naar vervanging van Romeins recht door Duits gemeen recht (BGB moest volgens hem dus wijken).

Welk wetboek gold er in de DDR en welke in BDR?

In DDR: ZGB, alles draaide om communisme.
In BDR: nog steeds BGB.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo