Samenvatting: Eva

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van EVA

• Vragen week 2

  Dit is een preview. Er zijn 4 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 02/08/2018
  Laat hier meer flashcards zien

• Case AMultiprojekt (MP), een projectontwikkelaar voor multifunctionele ruimten, is distributeur van producten van de fabrikant ITR. MP ontvangt van ITR op kwartaalbasis een bijdrage in verband met bepaalde marketingactiviteiten. 1. Hoe wordt deze vergoeding voor marketingactiviteiten door MP verantwoord

  
  1. Deze vergoeding wordt gezien als een reductie van de gemaakte marketingkosten. De vergoeding is een tegemoetkoming in de kosten van een onderneming bij de verkoop van de producten van de fabrikant. Er wordt namelijk geen dienst geleverd. Betreffende vergoeding komt in mindering op de gemaakte kosten en er wordt geen opbrengst geboekt van de ontvangen tegenprestatie.

• Case B De onderneming SB vervaardigt, verkoopt en installeert geïntegreerde verwerkingslijnen voor pluimvee en convenience food voor diverse opdrachtgevers. SB komt voor alle opdrachtgevers overeen de verwerkingslijnen zowel te leveren als te installeren voor gebruik. 2)SB verantwoordt de opbrengst van de verkoop van de verwerkingslijn op het moment van het ondertekenen van de overeenkomst door de opdrachtgevers. Is dit juist? Licht uw antwoord toe.

  
  2. Nee, de opdrachtgevers van SB kunnen de verwerkingslijn immers niet gebruiken voor de installatie is voltooid. De wezenlijke risico’s en voordelen heeft SB dan nog niet overgedragen. Zie RJ 270 Bijlage 1 - 2a. De opbrengst van de verwerkingslijnen kan pas verantwoord worden na installatie.

• Onderneming A verkoopt een pand aan onderneming B. De betaling hiervoor is uitgesteld.3. Leg uit hoe onderneming A de opbrengsten uit vervreemding van het pand verantwoordt.

  
  3. De verkoop van het pand wordt in principe verantwoord tegen reële waarde van de vergoeding. Indien echter de betaling wordt uitgesteld, wordt die vergoeding opgenomen tegen de contante waarde. Daarnaast dient te worden vastgesteld of de uitgestelde betaling leidt tot twijfel over de vraag of de belangrijke risico’s reeds zijn overgedragen. Dit zal afhankelijk zijn van de reden voor de uitgestelde betaling

• Een postorderbedrijf (P) verkoopt aan consumenten onder rembours. Een expeditiebedrijf (E) zorgt voor aflevering van de goederen en voor inning van het geld. Indien een consument de goederen niet wil aannemen of niet kan betalen, geeft het expeditiebedrijf deze terug aan het postorderbedrijf P. 4. Wanneer verantwoordt P haar opbrengst verkopen?

  Pas wanneer het expeditiebedrijf geld heeft ontvangen van de consument, kan P de opbrengst verantwoorden.

• 2.5 LANGLOPENDE CONTRACTEN (2) Geef voor ieder van onderstaande 3 situaties de balans en W&V posten die voortvloeien uit deze situatie  Totale aanneemsom 100.000Tot balansdatum gemaakte kosten 48.000Geraamde kosten tot afronding 32.000Termijnfacturen (hiervan is 50.000) ontvangen 58.00Percentage gereed 55%

  Omzet (55% * 100) = 55
  Kostprijs (55% * 80) = 44
  Marge (55% * 20) = 11
  
  Balans
  Onderhanden projecten (48 - 44 = 4; 55-58 = -3; 4-3 = 1) 1
  Debiteuren ( 58-50) = 8
  
  
  Er is tot nu toe besteed (kosten) 48. Daarvan wordt in de wvr maar 44 verantwoord, dat komt overeen met 55% 
  (percentage gereed) van de totale projectkosten ad 80 = 44. Het verschil van 4 wordt als WiP verwerkt.  De waarde van het project is 55, er is reeds gefactureerd 58, dus de “schuld” (vooruitgefactureerd) aan de opdrachtgever bedraagt 3.Dit bedrag wordt met het positieve WiP gesaldeerd.

• 2.5 LANGLOPENDE CONTRACTEN (2) Geef voor ieder van onderstaande 3 situaties de balans en W&V posten die voortvloeien uit deze situatieTotale aanneemsom 100.000Tot balansdatum gemaakte kosten 72.000Geraamde kosten tot de afronding: 48.000Termijnfacturen (hiervan is 50.000 ontvangen) 58.000Percentage gereed 60% 

  P/L
  
  Omzet (60% * 100) = 60
  Kostprijs (60% * 120) = 72
  Marge -12
  Voorziening toekomstige verliezen contracten (-8)
  Totaal verlies (-20)
  
  Balans
  Debiteuren (58-50) = 8
  Onderhanden projecten (60-58) = 2
  Voorziening toekomstige verliezen (-8)              
  
  De voorziening van 8 is berekend door het restant omzet van ad 40 te verminderen met de toekomstige lasten ad 48. Daardoor wordt het totale verlies van 20 nu reeds genomen.

• Vragen week 3

  Dit is een preview. Er zijn 6 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 03/08/2018
  Laat hier meer flashcards zien

• MVA: kostprijs 110.000; gebruiksduur 40 jaar; Herstelkosten: nominaal 70.400, contant (5%) 10.000; contante waarde na 10 jaar 16.300 1. Hoeveel bedraagt de boekwaarde van het materieel vast actief na 10 jaar, bij toepassing van de methode die zowel door IFRS als de RJ is toegestaan voor de verwerking van herstelkosten?Na 10 jaar worden de herstelkosten geschat op 35.900 (ipv 70.400); de contante waarde is dan 8.300. 2. Geef de journaalpost van de schattingswijziging3. Hoe luidt de journaalpost als de onderneming MVA waardeert tegen actuele waarde?

  1. De boekwaarde van het materieel vast actief na 10 jaar is 110.000 (kostprijs) + 10.000 (contante waarde herstelkosten) = 120.000 x 30/40 = 90.000.
  
  
  2. JP (RJ 212.439):
  Voorziening herstelkosten  8.000
  Aan MVA 8000
  
  
  3. JP (RJ 212.440):Voorziening herstelkosten  8.000
  Aan Herwaarderingsreserve 8000

• Stel dat voor de vastgoedbeleggingen inzake 2002 de volgende gegevens van toepassing zijn:  Verkrijgingsprijs: EUR 40.000.000 Boekwaarde 31 december 2002: EUR 25.000.0000 Gemiddelde gebruiksduur: 40 jaar Afschrijvingsmethode: lineair Reële waarde 31 december 2001: EUR 63.0000.000 Reële waarde 31 december 2002: EUR 65.000.0000 In het boekjaar 2002 zijn geen vastgoedbeleggingen gekocht of verkocht. b. Geef alle relevante journaalposten voor 2002 bij toepassing van het kostprijsmodel van RJ 213.c. Geef alle relevante journaalposten voor 2002 bij toepassing van het reële waardemodel van RJ 213.

  
  b. Afschrijvingskosten, aan Materiële vaste activa: € 1.000.000.
  c. Materiële vaste activa, aan Waardestijgingen vastgoedbeleggingen (W&V rek.): € 2.000.000 Overige reserves (of Saldo winst), aan Herwaarderingsreserve: € 2.000.000

• College week 6

  Dit is een preview. Er zijn 5 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 01/11/2018
  Laat hier meer flashcards zien

• Wat zijn de 9 stappen voor belastingen in de jaarrekening?

  1. Bereken de over de verslagperiode de verschuldigde belasting
  2. Bepaal fiscale boekwaarde
  3. Bereken belastbare tijdelijke verschillen
  4. Indentificeer uitzonderingen
  5. Beoordeel verrekenbare TV en fiscale verliezen
  6. Pas juiste belastingtarieven toe
  7. Bepaal de latente belastingen
  8. Presentatie en saldering
  9. Toelichting vereisten

• Wat is de definitie van de belasting?

  Over verslagperiode verschuldigde / verrekenbare belasting over fiscale resultaat (Vpb aangifte boekjaar)
  +
  Aanpassingen uit voorgaande periode
  
  Deze belasting is gewaardeerd op bedrag waartegen naar verwachting zal worden afgewikkeld. Dit leidt tot onzekere belastingposities!