Cnidaria en Ctenophora - Evaluatievragen
9 belangrijke vragen over Cnidaria en Ctenophora - Evaluatievragen
Wat zijn de verschillen tussen het spongocoel bij sponzen en de gastrovasculaire holte bij cnidaria?
- eenrichtingsverkeer
Gastrovasculaire holte:
- tweerichtingsverkeer
Het eten van snelle en grote prooien stelt speciale eisen aan bouw en functioneren. Welke zijn dit en hoe voldoen sessiele poliepen hieraan?
- Holle tentakels die in verbinding staan met de gastrovasculaire holte
- Acontien
Waarom vind je zo weinig Cnidaria in zoet water?
- Geen osmoregulerende cellen
- geen gespecialiseerde weefsels
- Nematocysten werken niet in zoet water
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Wat is bij een poliep een nadeel van het gebruik van de gastrovasculaire holte als onderdeel van het hydrostatisch skelet? En wat is het nadeel van het ontbreken van een anus?
- Kan niet bewegen en eten tegelijkertijd
- Afvalstoffen moeten via dezelfde weg als voedingsstoffen en er is dus kans dat je je eigen afvalstoffen nog een keer opneemt
Heeft een medusa een hydrostatisch skelet? Omschrijf hoe een meduse zich kan voortbewegen.
Wat zouden bij anemonen de functies van de septa en het stomodaeum zijn?
Stomodaeum: aanhechting tentakels
Ga na welke bewegingen een anemoon kan uitvoeren, en welke spieren daarbij gebruikt worden.
parietale spieren: zwalken
circulaire spieren: water uit de farynx pompen
Hoe kan de anemoon zich na totale intrekking weer uitstrekken?
Welke veranderingen in het zenuwstelsel verwacht je bij toename van activiteit (medusen) of grootte (anemonen) bij Cnidaria?
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden