Samenvatting: Evolutie
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Evolutie
-
Mastering Biology Evolution 2019
Dit is een preview. Er zijn 127 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 01/02/2019
Laat hier meer flashcards zien -
1.Welke van de volgende zijn oorzaken van evolutionaire verandering?A.genstroomB.natuurlijke selectieC.genetische driftD.mutatie
Alles is van toepassing! -
Heterozygote verwijst naar de neiging van heterozygote individuen om een betere fitheid te hebben dan homozygote individuen. Deze hogere fitheid resulteert in minder genetische variatie in de populatie.
Niet waar -
Lange halzen maken het voor giraffen gemakkelijker om bladeren hoog op bomen te bereiken, en maken ze ook betere vechters in wedstrijden om de nek te worstelen. In beide gevallen, welk soort selectie lijkt de giraffes de wezens met lange nek te hebben gemaakt die ze vandaag zijn?
Directionele selectie
Door directionele (gerichte) selectie verandert een kenmerk in één richting. Het is de klassieke aanpak bij veredeling en fokkerij, bijvoorbeeld om de melkproductie van runderen te vergroten, de ziekteresistentie van een tomatenras te verbeteren of de neerwaartse richting van de snuit van een hond te versterken. Deze kunstmatige selectieprocessen vormden voor Charles Darwin de inspiratie voor zijn beroemde begrip natuurlijke selectie. Door directionele selectie in de natuur ontstaan gerichte aanpassingen (adaptatie). -
8. Zoogdieren met zwarte buik hebben kleine snavels (beter voor het eten van zachte zaden) of grote snavels (beter voor harde zaden). Er zijn geen zaden met een gemiddelde hardheid; dus, welk soort selectie werkt op snavel in seedcrackers?
* Disruptieve selectie
De purperzaadkraker (Pyrenestes ostrinus), een Afrikaanse vinkachtige vogel, is polymorf voor de snavelgrootte. In een populatie zijn dieren aanwezig met een smalle snavel (gemiddeld 12 mm), naast dieren met een brede snavel (15 mm), terwijl de tussenliggende waardes minder vaak voorkomen. Dit patroon wordt in stand gehouden door disruptieve selectie. Dieren met brede zware snavels zijn het beste in staat om harde zaden te kraken, terwijl dieren met een smalle puntige snavel gemakkelijker zachte zaden kunnen eten. -
9. Kleine Aristelliger hagedissen hebben moeite met het verdedigen van territoria, maar grote hagedissen zullen eerder door uilen worden aangevallen. Welk soort selectie is van invloed op de lichaamsgrootte van deze hagedissen voor volwassenen?
* Selectie stabiliseren
Stabiliserende selectie betekenis & definitie
Evolutionair proces waarbij fenotypes met een gemiddelde waarde de hoogste fitness hebben. Bij alle soorten die enige tijd bestaan heeft natuurlijke selectie gedurende vele generaties de gelegenheid gehad om de fenotypes optimaal aan te passen aan de milieuomstandigheden. Je verwacht dan ook dat afwijkingen van dat optimale fenotype (die voortdurend door mutaties ontstaan) een lagere fitness hebben dan het gebruikelijke fenotype. Deze situatie staat bekend als stabiliserende selectie. -
10. Een fruitvliegpopulatie heeft een gen met twee allelen, A1 en A2. Tests tonen aan dat 70% van de gameten die in de populatie worden geproduceerd het A1-allel bevatten. Als de populatie in Hardy-Weinberg-evenwicht is, welk deel van de vliegen heeft dan zowel A1 als A2? Een fruitvliegpopulatie heeft een gen met twee allelen, A1 en A2. Test toont aan dat 70% van de gameten die in de populatie worden geproduceerd het A1-allel bevatten. Als de populatie in Hardy-Weinberg-evenwicht is, welk deel van de vliegen heeft dan zowel A1 als A2?
0.42 -
Natuurlijke selectie verandert allelfrequenties in populaties omdat sommige __________ overleven en zich met meer succes reproduceren dan andere.
Individuen -
13. Geen twee mensen zijn genetisch identiek, behalve voor identieke tweelingen. De belangrijksteoorzaak van genetische variatie bij menselijke individuen is?
Het herschikken van allelen in seksuele reproductie. -
14.Mussen met vleugels van gemiddelde grootte overleven zware stormen beter dan die met langere of kortere vleugels?
Selectie stabiliseren -
15.Wat is de term voor een verandering in de relatieve frequenties van allelen in een populatie van generatie op generatie?
Micro-evolution
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden