De evolutionaire psychologie van sociaal gedrag- verwante relaties en conflicten

15 belangrijke vragen over De evolutionaire psychologie van sociaal gedrag- verwante relaties en conflicten

De metatheorie: het frame van de EP waarin de verschillende bevindingen (v sociale psychologen) in elkaar verweven worden.
Er zijn 5 van zulke theorieën:

1. theorie van de seksuele selectie (Darwin)

2. verwantschapsaltruisme/ inclusive fitness (Hamilton)

3. ouderlijke investering (Trivers)

4. ouders/nakomelingen conflict (Trivers)

5. wederkerig altruïsme (Trivers)

 verwantschapsaltruisme/ inclusive fitness (Hamilton)->
Hamiltons regel mbt altruïsme is. ?

We kunnen verwachten dat degenen die zelfopofferend gedrag vertonen (actors) voor verwangen (recipiënts) dit doen wanneer de kosten voor de actor minder zijn dan de voordelen van de recipiënt.

regel Hamilton leidt tot deze formule:

 c < r b

c=kosten voor actor
r=coëfficiënt van de verwantschap
b= voordeel van recipiënt

 

  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Leerdoel: een beschrijving kunt geven van de theorie van verwantschapsselectie

Hamilton: Verwanten dragen deels elkanders genen. Hulp aan verwanten kan dus zinvol zijn omdat je daarmee deels je eigen genen helpt te verspreiden. Dan moeten echter wel de baten van de hulp een stuk groter zijn dan de kosten. Immers: een verwant draagt slechts een deel van je genen, en de hulp heeft dus voor de helper alleen zin voor dat specifieke deel. Volgens William Hamilton kunnen we dus hulpgedrag verwachten tussen verwanten als de kosten van het helpen (c) kleiner zijn dan het product van de baten voor de ontvanger (b) en de biologische verwantschap (r).

kin selection (verwantschapsselectie) is?

Maynard-Smith: deel van de natuurlijke selectie dat bevoordeling van verwanten omvat

Adoptie vanuit EP oogpunt

(kritiekpunt op idee verwantschapsatruisme door Sahlin.)  

in EEA aangepast zintuig ontwikkeld om jonge wezen te adopteren, ivm als leden v kleine stam vaak toch ook eigen genen. ...erfenis heden ten dage.

Slater: 4 mogelijke mechanismen voor verwantenherkenning bij dieren:

1. contextgebaseerde discriminatie

2. disciriminatie gebaseerd op familiariteit

3. fenotype matching

4. genetische systemen.  (nml. genen als verwantschapsmarkers (MHC) + herkenningsgenen (Dawkins) )


Leerdoel: kunt aangeven in hoeverre adoptie in strijd is met de theorie van verwantschapsselectie

Volgens de ulimate verklaring is de hoeveelheid hulp gerelateerd aan de verwantschap. Uit onderzoek in oorlogsgebied is ook gebleken dat mensen meer over hebben voor familieleden dan voor vrienden.
In het geval van adoptie voelen de adoptieouders net zo veel voor hun kind als ware het hun eigen kind, maar dit wordt dus niet ondersteunt door de ultimate verklaring voor kin altruism.

ouderlijke investering. definitie Trivers:

elke investering door de ouder in een individuele nakomeling die de kans van de nakomeling op overleven verhoogt ten koste van de  ouders mogelijkheid om te investeren in andere nakomelingen.

 

r-K selectie continuüm

parental manipulation

 


Leerdoel: het verband kunt leggen tussen ouderlijke investeringen en K- en r-selectie en kunt uitleggen wat deze twee strategieën inhouden

Ouderlijke investering bestaat uit de tijd en moeite dat een individu steekt in het opvoeden van zijn kind. In sommige soorten wordt een enorme hoeveelheid nageslacht geproduceerd maar daar wordt niet voor gezorgd door de ouders. Deze strategie heet "r-selection".
In andere soorten wordt juist een enorme hoeveelheid tijd en moeite gestoken in het nageslacht (bij chimpanzees) en is de hoeveelheid nageslacht zeer beperkt (een of twee). Dit heet K-selectie. Evolutionairen zien r tot K als twee einden van een continuüm

Leerdoel: een beschrijving kunt geven van het ouder-kindconflict aan de hand van verschillen in kosten en baten van die investeringen voor ouders versus kinderen

Kind is 50% drager van het gen van ouders. Op een bepaald moment voelen de ouders de behoefte om weer voor nieuw nageslacht te zorgen. (om maar op 100% of meer te komen).
Het kind is natuurlijk zelf 100% zichzelf. Die voelt de behoefte om vooral zichzelf goed te behouden. Hij wil nog niet los gelaten worden door zijn ouders. Dit zorgt voor strijd.

puberteit ouder-kind conflict (moeder vs dochter).

wie moet reproduceren? bij vruchtbaarheid wil moeder dat zijn. dochter geeft vaak toe ivm ook voordeel voor dochter. Even groot r (genen aandeel) in eigen kind als in broer/zus. na menopauze moeder mag dochter.

Leerdoel: voorbeelden kunt geven van specifieke stadia waarin het ouder-kindconflict optreedt

1. Als de moeder weer in staat is om zwanger te raken (dan neemt ze dus wat afstand van haar eerste kind)
2. Als het kind zelf in staat is om kinderen te krijgen, dan wil ze afstand van haar moeder, maar is haar moeder op dat moment nog jong genoeg om kinderen te krijgen? Dan wil de moeder dat zelf eerst doen.

We wezen er zojuist al even op: de baten van de ouderlijke investering voor het kind zijn deels afhankelijk van de leeftijd van het kind.

Leg uit hoe deze relatie tussen het ouder-kindconflict en de leeftijd van het kind in elkaar steekt.

Algemeen geldt dat de hoeveelheid ouderlijke investeringen die een kind nodig heeft, afneemt met de leeftijd. Naarmate het kind ouder wordt, zal het dus minder baat hebben bij het ontvangen van ouderlijke investeringen. Pasgeboren kinderen zijn volstrekt hulpeloos en kunnen niet overleven zonder een hoge mate van investeringen van de ouders. In deze fase is er ook weinig sprake van ouder-kindconflict: het is niet alleen in het belang van de baby, maar ook in het belang van de ouders dat het kind goed verzorgd wordt.

Beschrijf vanuit broertjes en zusjes conflicten de rol van de ouders. Hoe zullen zij in geval van ruzie proberen te handelen? In het boek wordt een term gebruikt die perfect op deze situatie van toepassing is. Probeer die te vinden en pas hem toe in uw antwoord.


Vanuit het gezichtspunt van de ouders dragen kinderen evenveel bij aan hun inclusive fitness. Zij zijn dus helemaal niet gebaat bij conflicten tussen hun kinderen en zullen proberen die conflicten bij te leggen. Alexander (1974) noemde dit ouderlijke manipulatie. Die term introduceerde hij om duidelijk te maken dat het gedrag van ouders erop gericht is hun kinderen zich zodanig te laten gedragen dat de inclusive fitness van de ouders erbij gebaat is. De gemakkelijkste manier om dit te doen is door hen tijdens de opvoeding te leren om zich genereus en vriendelijk te gedragen tegenover hun broertjes en zusjes.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo