Seksuele selectie - Theorieën van seksuele selectie

Question

Welke 3 theorieën zijn er over seksuele selectie?

Answer 1

1. runaway selectie theorie

2. handicap hypothese theorie

3. parasiet theorie

Answer 2

Volgens Fisher zal de gekozen eigenschap (mooie staartveren) progressief worden uitvergroot omdat de V steeds de grootste mooiste eigenschappen selecteren en doorgeven aan het nageslacht. Hij noemde dit runaway selection, omdat het 'wegrent' van zijn originele functie en puur wordt gekozen obv zijn aantrekkelijkheid (zo zouden bijv pauwen aan hun extreme staartveren komen). Deze overdreven superpluimage zou op gegeven moment stoppen, omdat het de overleving teveel kost (natuurlijke selectie), bijv vanwege aantrekken van roofdieren.

Answer 3

De tooi van mannetjes geeft aan vrouwtjes het signaal dat zij wel van goede kwaliteit moeten zijn om te kunnen overleven met zo'n uitdossing.

Answer 4

Zahavi ('75) suggereerde dat mannen mogelijk uiterlijkheden ontwikkelen die niet aantrekkelijk zijn, maar als bewijs dienen dat zij hun (genetische) kwaliteiten hebben, ondanks zo'n handicap.

Answer 5

Dit was een theorie van Robert Trivers waarin hij stelt dat seksuele selectie direct is gerelateerd aan de assymmetrie tussen geslacht in hoeveel moeite zij stoppen in het opbrengen van hun nageslacht. Omdat vrouwtjes zoveel investeren in hun nageslacht moeten zij erg kieskeurig zijn over welke mannetjes hun mogen bevruchten. Mannen dragen minder last als zij een 'fout' maken in keuze van partner dan een vrouwtje.

Answer 6

Mannetjes die er gezond uitzien dragen weinig parasieten bij zich en geven dus minder ziekten door. Hierdoor zijn zij aantrekkelijker voor de vrouwtjes om gezond nageslacht te produceren.

Answer 7

Fisher: snellere evolutie

Muller (Muller's ratchet): bij seksuele reproductie worden schadelijke mutaties geëlimineerd i.p.v. opgebouwd in de populatie.

Williams (raffle analogy): bij seksuele reproductie is er variatie heeft elke nakomeling kans om te overleven als de omgeving verandert. Bij aseksuele reproductie zijn alle nakomelingen hetzelfde en is de kans veel kleiner. Dit zou betekenen dat seksuele reproductie vooral zal voorkomen in een veranderlijke omgeving.

Beller: Vond juist tegenovergestelde: seksuele reproductie vooral in weinig veranderlijke omgeving.

Answer 8

Betekent letterlijk eerlijke seiners. Het signaal moet werkelijk correleren met de parasietresistentie.

Answer 9

Dat is het debat: Aantrekkelijkheid VS goede gezondheid.
De belangrijke vraag is of het mannelijke uiterlijk geëvolueerd is om ze aantrekkelijk te maken voor V of dat het als een signaal voor echte kwaliteit geldt (debat resp. Fisherians tegen ‘good-genes’). De ‘good-geners’ moeten aantonen dat mannelijke uiterlijkheden een wijdverbreid signaal is van goede gezondheid en ziekteresistentie in het dierenrijk. De Fisherians moeten aantonen dat de voorkeur van V gaat naar het aantrekkelijke M uiterlijk en het doorgeven daarvan aan hun zonen.

Answer 10

1. seksueel
2. a-seksueel -> via parthenogenesis oftewel 'maagdelijke geboorte' , zoals bij sommige vissoorten.
Iedere keer dat een aseksueel individu nageslacht maakt, wordt een kloon geproduceerd, die 100% van zijn moeders genen draagt. Nageslacht van seksuele voortplantende soorten hebben gemiddeld 50% van de genen van de moeder en 50% van de vader. Dit betekent dat seksuele voortplantende soorten moeten zorgen dat ze twee keer zoveel nageslacht produceren om net zoveel genen door te geven.
Wat zo goed is aan seks is niet eenvoudig te antwoorden.

Answer 11

Fisherman: Versnelde evolutie theorie

Muller: Mullers ratchet theorie

Williams: Loterij analogie theorie

Bell: Tangled bank theorie

LeighvValen Red Queen theorie

Answer 12

Fisher (’58) stelt dat seksueel voortplantende populaties een voordeel hebben, omdat ze zich sneller kunnen aanpassen aan een veranderende omgeving (snellere evolutie). Door genen van beide ouders te combineren, varieert het nageslacht meer dan bij aseksuele voortplanting, die op toevallige mutaties moeten wachten.

Answer 13

Muller (’64) introduceerde een aanpassing op Fisher’s theorie van snellere evolutie, Muller’s ratel (ratchet). Iedere keer dat er een schadelijke mutatie in een aseksueel voortplantende populatie optreedt, zal deze aan het nageslacht worden doorgegeven. Als een ratel dat alleen in één richting kan draaien, zullen schadelijke mutaties steeds worden toegevoegd aan de populatie. In seksueel voortplantende populaties zal ongeveer de helft van het nageslacht deze ouderlijke mutatie erven. Hierdoor worden schadelijke mutaties worden uitgeschakeld ipv opgebouwd.

Answer 14

door de competitie tussen de individuen binnen een soort, zou er continu verandering moeten zijn in een geologische tijdschaal. Fossielen ondersteunen deze theorie niet, soorten blijven hetzelfde voor honderdduizenden generaties om dan ineens een snelle verandering te ondergaan.