Samenvatting: Evolving To A New Dominant Logic For Marketing | Stephen L Vargo

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Evolving to a new dominant logic for marketing | Stephen L. Vargo

• 1 abstract

  Dit is een preview. Er zijn 9 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
  Laat hier meer flashcards zien

•  wat is de revised logic van nieuwe perspectieven?

  intangible resources, cocreation of value, relationships

• waarom staat waarde creatie  centraal

  daardoor creer je keuzen, denk aan benefits en zet die centraal

  niet het technisch product maar wat het doet voor de klant is belangrijk

• service dominant logic =

  vertegenwoordigt een herorientatie van gedachtegoed dat toepasbaar is op alle marketing aanbiedingen, inclusief degene die tangible output (goods) betreffen, in het proces van service provision.

• 4 Eight foundational premises (FP)

  Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 4
  Laat hier meer flashcards zien

• 4.1 FP1: the application of specialized skills and knowledge is the fundamental unit of exchange

  Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 4.1
  Laat hier meer flashcards zien

• FP1; de toepassing van gespecialiseerde vaardigheden en kennis is de fundamentele eenheid voor ruilen people have 2 basic operant resources

  physical and mental

  beide vaardigheden zijn ongelijk verdeeld over de bevolking

  de vaardigheden van iedere persoon zijn niet noodzakelijkwijze optimaal voor zijn/haar overlevingsvermogen

  <=> specialiseren is efficienter voor de samenleving en de individuele leden van de samenleving.

  vooral omdat ze specialiseren in specifieke vaardigheden (skills) verkrijgen mensen en andere eenheden het voordeel van schaaleffect

  <=> specialisatie vereist 'exchange' oftewel uitwisseling

• uitwisseling van specialisaties leidt tot 2 gezichtspunten van wat uitgewisseld wordt:

  1) kijkt naar de output van de prestatie van de gespecialiseerde activiteiten

  2) kijkt  naar de prestatie van de gespecialiseerde activiteiten

• 4.2 FP2: indirect exchange masks the fundamental unit of exchange

  Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 4.2
  Laat hier meer flashcards zien

• FP2; indirecte ruiling maskeert de fundamentele aard van ruilen

  - mensen ruilen nog steeds hun vaak collectieve en gedistribueerde gespecialiseerde vaardigheden voor de individuele en collectieve vaardigheden van anderen in geldelijke en marketing systemen. 

  - mensen ruilen nog steeds hun diensten voor andere diensten

  - geld, goederen, organisaties en verticale marketing systemen zijn alleen maar het vehicle voor ruiling.

• 4.3 FP3: goods are distribution mechanisms for service provision

  Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 4.3
  Laat hier meer flashcards zien

• FP3; goederen zijn gedistribueerde mechanismen voor het verlenen van service

  - goederen zijn platforms of hulpmiddelen die helpen in het verzorgen van voordelen; goederen kunnen het best gezien worden als distributie mechanismen voor diensten of voor het verzorgen van tevredenheid voor behoeften van een hogere orde.

  - mensen zijn meer ontwikkeld als ras; gebruik van markt en goederen om doelen van een hoger nivo te bereiken (higher-orde benefits) zoals tevredenheid, self-fulfillment en self-esteem is toegenomen.

• 4.4 FP4: knowledge is the fundamental source of competitive advantage

  Dit is een preview. Er zijn 4 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 4.4
  Laat hier meer flashcards zien

• FP4; kennis is de fundamentele bron van concurrentie voordeel

  - kennis is een operant resource -> fundering van concurrentie voordeel en economische groei en de sleutel tot welvaart

  - kennis is opgebouwd uit opgebouwde kennis, vaak abstract en generealizerend genoemd en voorgeschreven kennis, vaak techniek genoemd.

  - techniek zijn de vaardigheden en competenties die eenheden gebruiken om concurrentie voordeel te krijgen <-> dit gezichtspunt komt overeen met de gedachte dat de verandering in productiviteit ve bedrijf primair afhankelijk is van kennis of techniek

• 4.5 FP5: all economies are service economies

  Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 4.5
  Laat hier meer flashcards zien

• FP5: alle economieen zijn service economieen

  - service worden meer zichtbaar in een economie, wanneer specialisatie toeneemt en wanneer minder van wat geruild wordt past in een dominante producent geclassificeerd systeem van economische activiteit.

  - services en de operant resource die ze vertegenwoordigen hebben altijd de essentie van economische activiteit vertegenwoordigd

• 4.6 FP6: the customer is always a coproducer

  Dit is een preview. Er zijn 2 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 4.6
  Laat hier meer flashcards zien

• FP6: de afnemer is altijd een co-producent

  vanuit een service-centered view op marketing met een sterke focus op voortgaande processen, is de afnemer altijd betrokken bij de productie van waarde. Zelfs met tangible goods; productie stopt niet met het productie process, productie is het intermediairy process

  maw: door een product te gebruiken, continueert de afnemer het marketing-, consumptie-, waarde creatie-, en leveringsproces