Samenvatting: Examen Module 2

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Examen module 2

• 1.1 Examen Module 2

  Dit is een preview. Er zijn 39 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.1
  Laat hier meer flashcards zien

• Wat is welzijn op recept?

  • Is een methode waarbij huisartsen/zorgverleners patiënten doorverwijzen naar welzijnsactiviteiten in plaats van medicijnen voor te schrijven.
  • Activiteiten: sportlessen, creatieve workshops, vrijwilligerswerk en coaching.
  • Het doel is om de algehele gezondheid en welzijn van de patiënt te verbeteren door sociaal isolement tegen te gaan en actief bezig te zijn.

• Hoe ontstaat probleemgedrag kijkend vanaf de psychanalyse

  • Kan ontstaan door onbewuste conflicten en traumatische ervaringen uit het verleden
  • Onvervulde/teveel behoeften tijdens de kindertijd, wat leidt tot emotionele problemen in latere jaren.
  Het kind blijft dan hangen in een bepaalde fase.

• Wat is het gevolg bij Gamificatie bij positieve gezondheid?

  
  

  • Motivatie verhogen: De spelelementen motiveert gezondere keuzes te maken.
  • Gedragsverandering stimuleren: Gamificatie kan leiden tot duurzame veranderingen in levensstijl.
  • Betrokkenheid vergroten: Men voelt zich meer betrokken bij gezondheid door gamificatie.

• Leg uit hoe zingeving, mentaal welbevinden en lichaamsfuncties elkaar beïnvloeden?

  • Een doel een betekenis te geven
  • Slaappatronen en eetgewoonten, lekker in je vel zitten, in balans zijn.
  • Gezonde voeding en voldoende slaap, kunnen het mentaal welbevinden beïnvloeden
  • Levenskracht en weerbaarheid.

• Wat zijn de verschillen in de uitgangspunten van het ecologisch systeem en het interactiemodel?

  Het ecologisch model: Het (kind) individu staat in het midden (centraal)
  Interactiemodel: Zoekt de relatie tussen kind en volwassene

• Wat is het verschil tussen de klassieke conditionering en de operante conditionering?

  • Klassiek: Associaties tussen een stimulus en een respons
  • Klassiek: Reactie op een stimulus.
  • Klassiek: Is passief.

  
  

  • Operante: Beloningen en straffen voor gedrag.

  • Operante: Gedrag vertonen op basis van de gevolgen ervan.

  • Operante: Actief gedrag vereist.

• Hoe verander je gedrag als je kijkt met de leertheorie?

  1. Identificeer: Specifieke gedrag dat je wilt veranderen.
  2. Beloon: Gewenst gedrag
  3. Straf: Ongewenst gedrag

       4. Gebruik modeling om nieuw gedrag aan te leren.

• Welke code bestaat er voor voedselveiligheid?

  
  De hygiëne-code is een code voor voedselbereiding met regels voor de voedselveiligheid. De NVWA controleert dit( Nederlands Voedsel en Waren Autoriteit
  (ISO 22000: Food Safety Management System)

• Welke vier dingen meld je bij een ongeval?

  1.  Je naam
  2. Locatie van het ongeval
  3. Wat er is gebeurd en wat het slachtoffer mankeert.
  4. Het aantal betrokken personen

• Een stuk glas kan brand veroorzaken, noem nog twee oorzaken van brand?

  - Elektrische apparaten zoals ontbranden van een frituurpan
  - Blikseminslag
  - Kortsluiting
  - Zuurstof: Vuur heeft zuurstof nodig